Dit is een samenvatting van de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 mei 2017.
Appellant wordt als opvolgend en indirect bestuurder van Y B.V. aangesproken door een schuldeiser van de failliete Y B.V. De schuldeiser claimt dat bij oprichting niet aan de volstortingsplicht is voldaan, omdat het voorafgaand aan de oprichting gestorte bedrag enkele dagen later werd teruggestort aan de desbetreffende partij.
Samenvatting van de feiten
In 2005 richt Z Beheer B.V. bouwbedrijf Y B.V op. Voorafgaand aan die oprichting is door Z Installatiebedrijf B.V. 1 op juli €18.000,- gestort op rekening van Y. B.V. i.o. Op 5 juli 2005 is ditzelfde bedrag van de rekening van Y B.V. teruggestort naar Z Installatiebedrijf B.V. met als omschrijving “overboeking tegoed”. Op 11 april 2006 draagt Z beheer B.V. de aandelen in Y B.V. over aan X Holding B.V., waarvan appellant de enig aandeelhouder en bestuurder is. Een deel van de koopsom wordt voldaan door een schuld in rekening courant van €18.000,- van Z beheer B.V. aan Y B.V. over te nemen. In 2009 is Y B.V. failliet verklaard. De curator in faillissement geeft aan dat niet aan de volstortingsplicht op de aandelen is voldaan, omdat het bedrag op 5 juli is teruggeboekt. Ten tijde van de oprichting stond het startkapitaal daarom niet werkelijk ter beschikking van de vennootschap. Schuldeiser Aabo spreek appellant vervolgens aan voor betaling van haar vorderingen. De rechtbank bepaalt dat appellant aansprakelijk is als indirect bestuurder van Y B.V. omdat Y B.V. de verplichtingen jegens Aabo is aangegaan op een moment dat niet aan de volstortingsverplichting is voldaan (art. 2:180 BW (oud) jo. art. 2:11 BW). Appellant komt in hoger beroep.
Samenvatting van de rechtsoverwegingen
Hof: tot 1 oktober 2012 gold artikel 2:180 BW (oud), op basis waarvan de bestuurders naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk zijn voor elke tijdens hun bestuur verrichte rechtshandeling waardoor de vennootschap wordt verbonden in het tijdvak voordat het gestorte deel van het kapitaal tenminste het bij de oprichting voorgeschreven minimumkapitaal bedraagt. Artikel 2:203a BW (oud) strekte er vervolgens toe te waarborgen dat aan de B.V. i.o. bij of voor oprichting (niet eerder dan vijf maanden) daadwerkelijk het kapitaal bedoeld ter volstorting van de aandelen ter beschikking stond. Het hof verwijst naar het arrest “Biggles”, waarin een in essentie gelijke casus speelde. De storting op de aandelen door Z Installatiebedrijf B.V. kan worden gezien als een storting namens Z Beheer B.V., nu het geld kwam van een onderneming waarover Z Beheer B.V. de gehele zeggenschap bezat. Het bedrag is weliswaar teruggeboekt aan Z Installatiebedrijf, maar zou volgens appellant via de rekening courant verhouding wel aan Y B.V. i.o. beschikbaar zijn gebleven. De Hoge Raad overwoog in het arrest Biggles – dat ook na inwerkingtreding van art. 2:203a BW (oud) in 1986 haar gelding heeft behouden – kortgezegd dat niet direct duidelijk is waarom een dergelijke wijze van gebruik van het vermogen door de vennootschap i.o. leidt tot de conclusie dat er geen volstorting heeft plaatsgevonden. Volgens het hof komt het er op aan of het op 5 juli teruggeboekte bedrag daadwerkelijk ter beschikking is blijven staan aan Y B.V. i.o. Hierbij dient ook gekeken te worden of de lening zakelijk verantwoord was (onder zakelijke voorwaarden is afgesloten) en of Y B.V. i.o. nog over het bedrag kon beschikken. Het hof heeft hiertoe meer informatie nodig en verwijst de zaak door naar de rol. Partijen worden hierbij tevens in staat gesteld zich uit te laten over de vraag of uit de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid voortvloeit of artikel 2:180 lid 2 aanhef en onder b BW (oud) buiten toepassing moet blijven, danwel dat de schadevergoedingsplicht van appellant moet worden gematigd op grond van artikel 6:109 BW, op grond van kennelijk onaanvaardbare gevolgen.
Deze samenvatting is gemaakt in het kader van auteurswerk voor Kluwer Smartnewz.
Contact
Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze samenvatting, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via ruby.van.kersbergen@lawandmore.nl of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via tom.meevis@lawandmore.nl, of bel ons op +31 (0)40-3690680.
Heeft u een bedrijfsjurist nodig? Schakel Law & More in.