Sound sampling of muzieksampling is een tegenwoordig veelgebruikte techniek waarbij geluidsfragmenten elektronisch worden gekopieerd om ze, vaak in gewijzigde vorm, in een nieuw (muziek)werk te gebruiken, doorgaans met behulp van een computer. Op geluidsfragmenten kunnen echter verschillende rechten rusten, waardoor het zonder toestemming samplen ongeoorloofd kan zijn.
Sampling maakt gebruik van bestaande geluidsfragmenten. Op de compositie, songtekst, uitvoering en opname van die geluidsfragmenten kunnen rechten rusten. De compositie en songtekst kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn, de (vastlegging van de) uitvoering kan beschermd zijn door het naburige recht van de uitvoerend kunstenaar en het fonogram (de opname) kan beschermd zijn door het naburige recht van de fonogrammenproducent. Art. 2 van de EU-Auteursrechtrichtlijn (2001/29) kent de auteur, de uitvoerend kunstenaar en de fonogrammenproducent een exclusief reproductierecht toe, wat neerkomt op het recht om reproducties van het beschermde ‘object’ toe te staan of te verbieden. De auteur kan de componist en/of tekstschrijver betreffen, zangers en/of musici zijn doorgaans de uitvoerend kunstenaar (art. 1 sub a WNR) en de fonogrammenproducent is de persoon die de eerste opname vervaardigt of doet vervaardigen en het financiële risico daarvoor draagt (art. 1 sub d WNR). Wanneer een artiest zowel zijn eigen nummer schrijft, uitvoert, opneemt en in eigen beheer uitbrengt, zijn deze verschillende partijen verenigd in één persoon. Het auteursrecht en de naburige rechten zijn dan in handen van één persoon.
In Nederland is de Auteursrechtrichtlijn onder meer omgezet in de Auteurswet (Aw) en de Wet op de naburige rechten (WNR). Art. 1 Aw beschermt het reproductierecht van de auteur. De Auteurswet hanteert de term verveelvoudiging in plaats van reproductie, maar beide termen komen in de praktijk overeen. Het reproductierecht van de uitvoerend kunstenaar en de fonogrammenproducent worden respectievelijk door art. 2 en art. 6 WNR beschermd. Evenals de Auteursrechtrichtlijn, definiëren deze bepalingen niet wat onder een (volledige of gedeeltelijke) reproductie valt. Ter illustratie: art. 13 Aw bepaalt dat ‘’iedere gehele of gedeeltelijke bewerking of nabootsing in gewijzigden vorm’’ een verveelvoudiging(/reproductie) oplevert. Een reproductie omvat dus meer dan een 1-op-1 kopie, maar het is onduidelijk aan de hand van welke maatstaf grensgevallen beoordeeld dienen te worden. Deze onduidelijkheid heeft lange tijd veel impact gehad op de praktijk van sound sampling. De gesamplede artiesten wisten niet wanneer er inbreuk gemaakt werd op hun rechten.
In 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) dit in de Pelham uitspraak deels verduidelijkt, naar aanleiding van door het Duitse Bundesgerichtshof (BGH) gestelde prejudiciële vragen (HvJ-EU 29 juli 2019, C-476/17, ECLI:EU:C:2019:624). Het HvJ-EU heeft onder meer vastgesteld dat een sample een reproductie van een fonogram kan zijn, ongeacht de lengte van het sample (r.o. 29). Een sample van één seconde kan dus ook een inbreuk opleveren. Daarnaast werd overwogen dat ‘’wanneer een gebruiker bij de uitoefening van de vrijheid van kunsten een geluidsfragment van een fonogram overneemt om dit, in een gewijzigde en voor het oor onherkenbare vorm, in een nieuw werk te gebruiken, moet evenwel worden geoordeeld dat een dergelijk gebruik geen „reproductie” vormt in de zin van artikel 2, onder c), van richtlijn 2001/29’’ (r.o. 31, dictum onder 1). Indien een sample dus zodanig bewerkt is dat het oorspronkelijk overgenomen geluidsfragment niet meer herkenbaar is voor het oor, dan is van een reproductie van een fonogram geen sprake. Toestemming voor sound sampling van de relevante rechthebbenden is in dat geval niet noodzakelijk. Na terugverwijzing door het HvJ-EU deed het BGH op 30 april 2020 uitspraak in Metall auf Metall IV, waarin het concretiseerde voor welk oor het sample onherkenbaar moet zijn: het oor van de gemiddelde muziekluisteraar (BGH 30 april 2020, I ZR 115/16 (Metall auf Metall IV), r.o. 29). Hoewel de uitspraak van het HvJ-EU en het BGH zien op het naburige recht van de fonogrammenproducent, is het aannemelijk dat de in deze uitspraken geformuleerde criteria ook gelden voor een inbreuk door sound sampling op het auteursrecht en het naburige recht van de uitvoerend kunstenaar. Het auteursrecht en het naburig recht van de uitvoerend kunstenaar kennen wel een hogere beschermingsdrempel, waardoor een beroep op het naburig recht van de fonogrammenproducent in beginsel eerder succesvol zal zijn in geval van een vermeende inbreuk door sound sampling. Voor auteursrechtelijke bescherming moet een geluidsfragment bijvoorbeeld kwalificeren als een ‘eigen intellectuele schepping’. Een dergelijk beschermingsvereiste ontbreekt voor de nabuurrechtelijke bescherming van de fonogrammenproducent.
In beginsel is er dus sprake van een inbreuk op het reproductierecht wanneer iemand een sound samplet op een voor de gemiddelde muziekluisteraar herkenbare wijze. Art. 5 Auteursrechtrichtlijn bevat echter een aantal beperkingen en uitzonderingen op het reproductierecht uit art. 2 Auteursrechtrichtlijn, waaronder een citaatexceptie en uitzondering voor parodiëren. Sound sampling in een normale commerciële context zal daar doorgaans niet onder vallen, gezien de strenge wettelijke vereisten.
Iemand die zich in een situatie bevindt dat zijn geluidsfragmenten worden gesampled, moet zich daarom het volgende afvragen:
- Heeft degene die samplet toestemming om dit te doen van de relevante rechthebbenden?
- Is het sample zodanig bewerkt dat het onherkenbaar is voor de gemiddelde muziekluisteraar?
- Valt het sample onder een van de uitzonderingen of beperkingen?
Bij een vermeende inbreuk, kan op de volgende manieren worden opgetreden:
- Versturen van een sommatiebrief tot het staken van de inbreuk.
- Een logische eerste stap wanner je wil dat de inbreuk stopt en wel zo snel mogelijk. Zeker wanner je niet op zoek bent naar een schadevergoeding, maar slechts wil dat de inbreuk stopt.
- Onderhandelen met de vermeend inbreukmaker om het sample te
- Het kan zo zijn dat de vermeend inbreukmaker niet opzettelijk, althans zonder er goed bij na te denken, inbreuk heeft gemaakt op iemands rechten. In dat geval kan de vermeend inbreukmaker aangesproken worden en duidelijk gemaakt worden dat er sprake is van een inbreuk. Vanaf daar kan onderhandeld worden over de voorwaarden voor het geven van toestemming door de rechthebbende om te samplen. Zo kan er naamsvermelding, een passende vergoeding of royalty’s geëist worden door de rechthebbende. Dit proces van het verlenen en verkrijgen van toestemming om te samplen wordt ook wel clearance Bij een normale gang van zaken gebeurt dit proces voordat er sprake is van een inbreuk.
- Het instellen van een civiele procedure bij de rechter tegen de vermeend inbreukmaker.
- Op basis van een inbreuk op het auteursrecht of naburige rechten kan een vordering bij de rechter worden ingesteld. Zo kan er onder meer gevorderd worden voor recht te verklaren dat de wederpartij onrechtmatig heeft gehandeld door inbreuk te maken (art. 3:302 BW), schadevergoeding gevorderd worden (art. 27 Aw, art. 16 lid 1 WNR) en winstafdracht gevorderd worden (art. 27a Aw, art. 16 lid 2 WNR).
Law & More helpt u graag met het opstellen van een sommatiebrief, de onderhandelingen met de vermeend inbreukmaker en/of het starten van een gerechtelijke procedure.a