In Nederland speelt leeftijd een grote rol bij het bepalen welk strafrecht geldt voor een verdachte. Maar die grens tussen jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht is minder duidelijk dan je misschien zou verwachten.
Rechters kunnen bij jongeren tussen 16 en 23 jaar kiezen tussen jeugdstraf of volwassenenstraf. Ze kijken dan vooral naar het ontwikkelingsniveau van de verdachte.
Deze flexibele aanpak noemen we ook wel adolescentenstrafrecht. Het idee is dat de straf beter past bij de situatie van de jongere.
Het verschil tussen deze twee strafrechtsystemen draait niet alleen om leeftijd. Waar jeugdstrafrecht zich vooral richt op opvoeding en ontwikkeling, draait het bij volwassenenstrafrecht meer om vergelding en afschrikking.
Deze benadering heeft flinke gevolgen voor de straffen en de manier waarop jongeren door het systeem gaan.
De keuze tussen jeugd- of volwassenenstrafrecht hangt af van factoren als de ernst van het misdrijf, de persoonlijkheid van de verdachte en eerdere contacten met justitie.
Begripsbepaling: Jeugdstrafrecht versus Volwassenenstrafrecht
Het Nederlandse strafrecht maakt een duidelijk onderscheid tussen jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht. Deze verdeling is gebaseerd op leeftijd en heeft veel invloed op de aanpak en straffen die rechters kunnen opleggen.
Wat is jeugdstrafrecht?
Jeugdstrafrecht geldt voor minderjarigen tussen 12 en 18 jaar. Dit systeem pakt dingen anders aan dan het volwassenenstrafrecht.
Het draait vooral om heropvoeding en gedragsverandering. Straffen zijn pedagogisch bedoeld en moeten jongeren weer op het goede spoor krijgen.
Kinderen onder de 12 vallen buiten het strafrecht en kunnen niet vervolgd worden.
Het systeem kent verschillende straffen:
- Taakstraffen
- Boetes
- Jeugddetentie
- Begeleiding door de jeugdreclassering
De nadruk ligt op bescherming en re-integratie in de samenleving. Scholing en begeleiding zijn belangrijk.
Wat is volwassenenstrafrecht?
Volwassenenstrafrecht geldt voor mensen van 18 jaar en ouder die iets strafbaars doen. Dit is het grootste deel van het Nederlandse strafrecht.
De aanpak is anders dan bij jongeren. Vergelding en bestraffing staan hier meer centraal.
Het systeem wil vooral:
- De dader straffen
- Anderen afschrikken
- De maatschappij beschermen
- Herhaling voorkomen
Volwassenen krijgen vaak zwaardere straffen. De rechter kijkt naar hoe ernstig het misdrijf is en naar de omstandigheden.
Begeleiding en hulp bestaan ook, maar spelen een kleinere rol dan bij jongeren.
Belangrijkste verschillen tussen jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht
De verschillen zijn behoorlijk groot en hebben direct effect op de verdachte.
Leeftijdsgrens
- Jeugdstrafrecht: 12 tot 18 jaar
- Volwassenenstrafrecht: 18 jaar en ouder
Hoofddoel
- Jeugdstrafrecht: gedragsverandering en heropvoeding
- Volwassenenstrafrecht: bestraffing en vergelding
Type straffen
Jongeren krijgen sneller een taakstraf of boete. Detentie is bij volwassenen gebruikelijker.
Begeleiding
Jeugdstrafrecht biedt meer begeleiding en ondersteuning. Jeugdreclassering is actief betrokken.
Procesgang
Jeugdstrafzaken verlopen anders. Er is meer oog voor de persoonlijke situatie van de jongere.
Dezelfde misdaad kan dus totaal andere gevolgen hebben, afhankelijk van de leeftijd van de dader.
Grensbepaling: Wanneer geldt welk strafrecht?
Die grens van 18 jaar is niet zo strak als het lijkt. Rechters mogen vanaf 16 jaar kiezen welk strafrecht ze toepassen, afhankelijk van hoe de jongere zich ontwikkelt en hoe ernstig het misdrijf is.
Leeftijdsgrenzen en uitzonderingen
Jongeren van 12 tot 18 vallen onder het jeugdstrafrecht. Vanaf 18 jaar geldt normaal gesproken het volwassenenstrafrecht.
Toch zijn er uitzonderingen.
Bij 16- en 17-jarigen:
- Rechters kunnen volwassenenstrafrecht toepassen
- Dit gebeurt vooral bij zware geweldsmisdrijven
- Of bij daders die al volwassen gedrag vertonen
Bij 18- tot 23-jarigen:
- Jeugdstrafrecht blijft mogelijk tot 23 jaar
- Sinds april 2014 geldt dit ook voor 21- en 22-jarigen
- Voor 18-, 19- en 20-jarigen was dit al zo
| Leeftijd | Regulier strafrecht | Uitzondering mogelijk |
|---|---|---|
| 12-15 jaar | Jeugdstrafrecht | Nee |
| 16-17 jaar | Jeugdstrafrecht | Ja, volwassenenstrafrecht |
| 18-23 jaar | Volwassenenstrafrecht | Ja, jeugdstrafrecht |
| 23+ jaar | Volwassenenstrafrecht | Nee |
Adolescentenstrafrecht: brug tussen jeugd en volwassen
Het adolescentenstrafrecht vormt eigenlijk geen apart systeem. Sinds 2014 maakt het de overgang tussen jeugd- en volwassenenstrafrecht soepeler.
Artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht regelt deze flexibiliteit. Rechters krijgen zo meer ruimte voor een passende straf.
Voordelen van deze aanpak:
- Beter afgestemd op het ontwikkelingsniveau
- Meer mogelijkheden voor pedagogische maatregelen
- Maatwerk voor elke zaak
Adolescenten tussen 16 en 23 jaar krijgen zo een straf die beter bij hun situatie past. De rechter kijkt echt naar de persoon, niet alleen naar het misdrijf.
Het systeem erkent dat jongeren zich soms tot in hun twintiger jaren ontwikkelen. Op je 18e ben je lang niet altijd volwassen.
Rol van de geestelijke en sociale ontwikkeling
De ontwikkeling van jongeren weegt zwaar mee bij de keuze voor het soort strafrecht. Rechters kijken verder dan alleen de geboortedatum.
Waar letten ze op?
- Verstandelijke vermogens
- Sociale vaardigheden
- Mogelijkheden voor behandeling
- Persoonlijke situatie
Jongvolwassenen die in het jeugdstrafrecht terechtkomen missen vaak bepaalde vaardigheden. Ze overzien de gevolgen van hun gedrag soms niet goed.
Veel van deze jongeren hebben problemen op meerdere terreinen.
Bij 16- en 17-jarigen die juist volwassenenstrafrecht krijgen, zie je vaak het tegenovergestelde. Ze gedragen zich berekenend en volwassen, soms zelfs met een crimineel verleden.
Een lichte verstandelijke beperking komt regelmatig voor bij jongvolwassenen in het jeugdstrafrecht. Ze hebben vaak extra begeleiding nodig.
De meeste jongvolwassenen die onder het jeugdstrafrecht vallen, zijn trouwens first offenders zonder justitieel verleden.
Toepassing in de praktijk: Keuze tussen jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht
De rechter beslist uiteindelijk welk strafrecht geldt. Toch speelt de officier van justitie een grote rol in het traject.
Ze letten op zaken als persoonlijkheid, ernst van het feit en het ontwikkelingsniveau van de verdachte.
Rol van de rechter en officier van justitie
De officier van justitie start het proces. Hij bepaalt vroeg welk strafrecht waarschijnlijk het beste past.
Bij verdachten tussen 18 en 23 jaar vraagt hij advies aan de reclassering. Soms schakelt hij ook de Raad voor de Kinderbescherming in.
De officier kan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) inschakelen. Zij geven advies over de persoonlijkheid van de verdachte.
Als de officier denkt dat jeugdstrafrecht beter past, laat hij dit weten aan de verdachte. Die kan dan in een jeugdinstelling terechtkomen in plaats van een gewone gevangenis.
De rechter beslist uiteindelijk. Pas bij de uitspraak bepaalt hij echt welk strafrecht van toepassing is.
De rechter mag afwijken van het advies van de officier van justitie.
Door de rechter toegepaste criteria
De rechter kijkt naar drie hoofdfactoren bij zijn beslissing:
- Persoonlijkheid van de verdachte
- Ernst van het strafbaar feit
- Omstandigheden waaronder het feit werd gepleegd
Voor 18- tot 23-jarigen kijkt de rechter vooral of een opvoedkundige aanpak nog zinvol is. Jongeren die net 18 zijn en nog volop in ontwikkeling, krijgen vaak jeugdstrafrecht opgelegd.
Het ontwikkelingsniveau telt zwaar mee. Hersenen zijn meestal pas rond 24 jaar volledig ontwikkeld.
Niet iedereen ontwikkelt zich even snel. Dat maakt het soms lastig om een grens te trekken.
Bij 16- en 17-jarigen geldt standaard het jeugdstrafrecht. Alleen in zeldzame gevallen kiest de rechter toch voor volwassenenstrafrecht.
Voorbeelden van uitzonderlijke gevallen
Jeugdstrafrecht bij 18-23 jarigen:
Een 18-jarige die een klein vergrijp pleegt en duidelijk nog in ontwikkeling is. Jeugdhulp kan hier echt nog verschil maken.
Volwassenenstrafrecht bij 16-17 jarigen:
Een 17-jarige die een heel ernstig strafbaar feit pleegt, en al vaak met justitie te maken had. Eerdere jeugdhulp bood geen uitkomst.
Deze situaties zijn uitzonderlijk. De rechter weegt altijd af of opvoedkundige begeleiding nog kans van slagen heeft.
Bij herhaald crimineel gedrag zonder resultaat van eerdere hulp, kiest de rechter soms voor volwassenenstrafrecht bij minderjarigen.
Mogelijke straffen en maatregelen
Het jeugdstrafrecht kent lagere straffen dan het volwassenenstrafrecht. Het draait meer om heropvoeding en begeleiding.
Volwassenen krijgen zwaardere straffen, vooral gericht op vergelding en afschrikking. Dat voelt soms wat hard, maar zo werkt het systeem nu eenmaal.
Typische jeugdstraf en maatregel
Jongeren kunnen allerlei straffen krijgen die passen bij hun leeftijd. De taakstraf is een bekende: onbetaald werk doen als straf.
Jeugddetentie is voor ernstigere feiten. Voor jongeren van 16-17 jaar duurt dit maximaal 24 maanden. Ben je jonger dan 16, dan is het maximaal 12 maanden.
Ze plaatsen jongeren in een justitiële jeugdinrichting (JJI). Die zijn echt anders dan gevangenissen voor volwassenen.
Belangrijke jeugdmaatregelen:
- PIJ-maatregel (Plaatsing in Inrichting voor Jeugdigen) voor maximaal 7 jaar
- GBM-maatregel (Gedragsbeïnvloedende Maatregel)
- Ambulante behandeling
De PIJ-maatregel is voor ernstige feiten of als een jongere gevaarlijk is. Hier draait het om behandeling en heropvoeding.
Typische volwassenenstraf en maatregel
Volwassenen krijgen andere straffen dan jongeren. De gevangenisstraf is de zwaarste en kan jaren duren.
Een taakstraf voor volwassenen kan oplopen tot 480 uur. Dat is flink meer dan bij jongeren.
Volwassenen komen in een penitentiaire inrichting (PI) terecht. De regels zijn daar heel anders dan in een JJI.
Hoofdstraffen voor volwassenen:
- Gevangenisstraf (dagen tot levenslang)
- Geldboete
- Taakstraf (tot 480 uur)
Belangrijke maatregelen:
- TBS (Terbeschikkingstelling)
- ISD (Inrichting voor Stelselmatige Daders)
- Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel
TBS is voor gevaarlijke daders die iets ernstigs hebben gedaan. Deze maatregel duurt minimaal twee jaar en kan langer worden.
Verschillen in strafmaat en executie
Strafmaten voor jongeren zijn altijd lager dan voor volwassenen. Een jeugddetentie duurt maximaal 24 maanden, terwijl volwassenen soms jaren vastzitten.
Vergelijking maximale straffen:
| Leeftijd | Gevangenis/Detentie | Taakstraf | Geldboete |
|---|---|---|---|
| 12-15 jaar | 12 maanden | 60 uur | €4.350 |
| 16-17 jaar | 24 maanden | 120 uur | €8.700 |
| 18+ jaar | Geen maximum | 480 uur | Geen maximum |
Jongeren krijgen meer begeleiding tijdens hun straf of maatregel. In jeugdinrichtingen is er onderwijs en behandeling.
Volwassenen krijgen minder begeleiding. Hun straffen draaien meer om opsluiting dan om ontwikkeling.
De manier waarop de straf wordt uitgevoerd verschilt ook. Jongeren komen eerder voorwaardelijk vrij en krijgen meer kansen op resocialisatie.
Gevolgen voor jongeren: impact van het strafrechtsysteem
Het strafrechtsysteem heeft grote gevolgen voor jongeren die met justitie te maken krijgen. De keuze tussen jeugdstrafrecht of volwassenenstrafrecht bepaalt hoe een jongere wordt begeleid en welke kansen er zijn om weer op het rechte pad te komen.
Recidive en resocialisatie
Jeugdstrafrecht richt zich vooral op het voorkomen van herhaling via gedragsverandering. Jongeren krijgen begeleiding om hun gedrag aan te passen.
Onderzoek laat zien dat jongeren die volgens het jeugdstrafrecht worden behandeld minder vaak opnieuw de fout in gaan. Dat komt door de focus op heropvoeding in plaats van alleen straffen.
Het volwassenenstrafrecht legt meer nadruk op straf. Voor jongeren werkt dat niet altijd goed, omdat hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn.
Verschillende behandelmethoden
- Jeugdstrafrecht: therapie, training en onderwijs
- Volwassenenstrafrecht: langere gevangenisstraffen
- Begeleiding door reclassering blijft belangrijk
Jongeren in een justitiële jeugdinrichting krijgen scholing en training. Dat helpt hen om later beter mee te draaien.
Strafblad en maatschappelijke consequenties
Een strafblad heeft flinke gevolgen voor jongeren. Het beïnvloedt hun kansen op werk, onderwijs en huisvesting.
Veel werkgevers vragen naar het strafblad van sollicitanten. Jongeren met een strafblad hebben minder kans op een baan. Dat maakt het lastig om een normaal leven op te bouwen.
Het jeugdstrafrecht biedt meer bescherming. Jeugdstraffen komen anders op het strafblad dan volwassenstraffen.
Scholen kunnen jongeren weigeren als ze een zwaar strafblad hebben. Zo’n strafblad beperkt hun kansen op een diploma en dus op een goede toekomst.
Maatschappelijke uitsluiting
- Moeilijker om vriendschappen te sluiten
- Problemen bij het vinden van woonruimte
- Stigma en vooroordelen van anderen
Begeleiding en ondersteuning vanuit instanties
De Raad voor de Kinderbescherming speelt een grote rol bij jongeren in het strafrecht. Zij adviseren rechters over wat het beste is voor elke jongere.
Tot 16 jaar krijgen jongeren altijd begeleiding van de jeugdreclassering. Voor jongeren tussen 16 en 23 jaar kiest de rechter tussen jeugd- of volwassenenreclassering.
Jeugdreclassering werkt anders dan volwassenenreclassering. Ze focussen meer op ondersteuning en begeleiding dan op controle.
Hulp die rechters kunnen opleggen
- Therapie en counseling
- Onderwijs en training
- Begeleiding bij het vinden van werk
- Hulp met wonen en financiën
Gemeenten moeten zorgen dat jeugdhulp beschikbaar is, ook als ze dat niet zelf hebben ingekocht. Dit geldt voor hulp die rechters opleggen.
De rechtspraak bepaalt uiteindelijk welke begeleiding een jongere krijgt. Die keuze beïnvloedt de kansen van de jongere om weer een toekomst op te bouwen.
Kritiek, maatschappelijke discussie en toekomstperspectief
Het adolescentenstrafrecht ligt onder vuur. Professionals en anderen vragen zich af of het echt zo effectief is als gedacht. Ondanks positieve resultaten blijven er grote knelpunten.
Kritiek van instanties en internationale organisaties
De Raad voor de Kinderbescherming wijst regelmatig op praktische problemen bij het adolescentenstrafrecht. Het adviesproces loopt niet altijd soepel.
Rechters missen soms informatie om goede keuzes te maken. Dat maakt hun werk lastig.
De Rechtspraak ziet ook uitdagingen in de praktijk. Rechters moeten vaak ingewikkeld afwegen tussen verschillende systemen. Dat kost veel tijd en energie.
Belangrijkste kritiekpunten:
- Tekort aan forensische jeugdhulp
- Problemen met financiering van maatregelen
- Onvoldoende capaciteit bij ketenpartners
- Lange wachttijden voor behandeling
Internationale organisaties benadrukken het belang van een jeugdgerichte aanpak. Ze waarschuwen voor een te snelle overstap naar volwassenenstrafrecht bij 16- en 17-jarigen.
Publiek debat over effectiviteit van het systeem
De samenleving raakt verdeeld over de effectiviteit van het adolescentenstrafrecht. Sommigen vinden het te mild voor ernstige misdrijven.
Anderen zien juist voordelen in een hulpgerichte aanpak. Onderzoek laat gemengde resultaten zien.
Jongvolwassenen die jeugddetentie krijgen, hebben vaker werk of een opleiding na detentie. Dat helpt bij het voorkomen van nieuwe misdrijven.
Bij complexe problematiek blijkt het verschil kleiner. Jongeren met veel problemen plegen even vaak opnieuw misdrijven, of ze nu jeugd- of volwassenenstrafrecht krijgen.
Discussiepunten in de samenleving:
- Is het systeem te soft voor zware misdaden?
- Krijgen slachtoffers voldoende gerechtigheid?
- Werkt rehabilitatie beter dan straffen?
Media-aandacht voor ernstige jeugdcriminaliteit beïnvloedt het debat sterk. Soms ontstaat daardoor een roep om strenger straffen.
Toekomstige ontwikkelingen en wettelijke veranderingen
Het kabinet denkt na over aanpassingen aan het adolescentenstrafrecht. De evaluatie van het WODC heeft knelpunten blootgelegd.
Extra investeringen in forensische jeugdhulp staan hoog op de agenda. Mogelijke veranderingen richten zich op betere financiering van jeugdhulp en behandeling.
Ook willen ze de capaciteit bij betrokken organisaties uitbreiden. Verder ligt de focus op verbetering van procedures tussen ketenpartners.
Het pedagogische karakter van het jeugdstrafrecht staat centraal. Dat uitgangspunt bestaat al sinds 1901 en blijft belangrijk.
Europese ontwikkelingen spelen ook een rol. De trend is om jongeren langer onder het jeugdstrafrecht te houden.
Dit sluit aan bij wetenschappelijke inzichten over hersenontwikkeling tot 25 jaar.
Veelgestelde vragen
De leeftijdsgrens tussen jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht ligt normaal op 18 jaar. Rechters kunnen hiervan afwijken en kijken naar factoren als ontwikkelingsniveau en ernst van het feit.
Op welke leeftijd valt een jongere onder het jeugdstrafrecht in Nederland?
Jongeren tussen 12 en 18 jaar vallen automatisch onder het jeugdstrafrecht. Kinderen onder de 12 jaar kunnen niet strafrechtelijk vervolgd worden.
Voor jongeren tussen 16 en 23 jaar biedt het adolescentenstrafrecht flexibiliteit. Rechters kunnen bij deze groep kiezen tussen jeugdstrafrecht of volwassenenstrafrecht.
Voor 16- en 17-jarigen geldt jeugdstrafrecht als uitgangspunt. Alleen in uitzonderlijke gevallen kiest een rechter voor volwassenenstrafrecht.
Jongeren van 18 tot 23 jaar krijgen meestal volwassenenstraf. Toch kan de rechter jeugdstrafrecht toepassen als dat beter past bij hun ontwikkeling.
Welke factoren bepalen of een jongere onder het jeugdstrafrecht of het volwassenenstrafrecht valt?
De rechter kijkt naar de persoonlijkheid van de verdachte. Het ontwikkelingsniveau speelt een grote rol.
De ernst van het strafbare feit telt mee. Bij zeer ernstige misdrijven kiest de rechter vaker voor volwassenenstrafrecht, zelfs bij minderjarigen.
Ook de omstandigheden rondom het feit zijn belangrijk. Eerdere contacten met justitie en het succes van eerdere jeugdhulp wegen mee.
Deskundigen zoals de reclassering geven advies. Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie kan ook een rol spelen.
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht qua sancties?
Het jeugdstrafrecht richt zich op opvoeding en gedragsverandering. De nadruk ligt op het beïnvloeden van de ontwikkeling van jongeren.
Volwassenenstrafrecht focust meer op vergelding en afschrikking. Het doel is vooral om de samenleving te beschermen en de dader te bestraffen.
Jeugdstraffen zijn vaak lichter dan volwassenenstraffen. Jongeren komen in justitiële jeugdinrichtingen in plaats van gewone gevangenissen.
Het jeugdstrafrecht biedt meer mogelijkheden voor begeleiding en behandeling. Dat kan helpen om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.
Hoe beïnvloedt een veroordeling binnen het jeugdstrafrecht de toekomst van een jongere?
Het jeugdstrafrecht biedt meer kansen op rehabilitatie. De focus ligt op het helpen van jongeren om hun gedrag te veranderen.
Jeugdveroordelingen hebben vaak minder impact op toekomstige kansen. Het systeem probeert jongeren een nieuwe start te geven.
Behandeling en begeleiding binnen het jeugdstrafrecht kunnen positieve effecten hebben. Dat helpt bij de ontwikkeling naar volwassenheid.
Het doel is om recidive te voorkomen. Met de juiste aanpak leren jongeren van hun fouten en krijgen ze meer kans op een productief leven.
Welke rol spelen ontwikkelingspsychologie en pedagogiek bij de keuze tussen jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht?
De hersenen van jongeren zijn meestal pas volledig ontwikkeld rond 24 jaar. Dit inzicht heeft invloed op de rechtspraak.
Niet iedereen ontwikkelt zich even snel. Rechters houden rekening met individuele verschillen.
Opvoedkundige beïnvloeding werkt beter bij jongeren in ontwikkeling. Daardoor is jeugdstrafrecht vaak effectiever voor deze groep.
Pedagogische maatregelen staan centraal in het jeugdstrafrecht. Het doel is om jongeren te helpen groeien en leren van hun fouten.
Hoe verloopt de procedure bij een overgang van jeugdstrafrecht naar volwassenenstrafrecht?
De officier van justitie beslist eerst welk strafrecht hij wil toepassen. Soms vraagt hij advies aan de reclassering of andere deskundigen.
Bij jongeren tussen de 18 en 23 jaar kijkt de officier al vroeg in het proces naar de mogelijkheid van jeugdstrafrecht. Hij kan de Raad voor de Kinderbescherming om advies vragen.
Als jeugdstrafrecht op tafel ligt, kan de verdachte in een justitiële jeugdinrichting terechtkomen. Dat gebeurt dan in plaats van een huis van bewaring.
De rechter hakt uiteindelijk de knoop door over de straf. Hij neemt alle factoren en adviezen mee in zijn beslissing.