Veel werknemers denken dat ze automatisch de rechten houden op hun creatieve werk als ze dat tijdens hun dienstverband maken. Maar eerlijk? De werkelijkheid is meestal net anders.
In Nederland komen auteursrechten op werken die werknemers maken tijdens hun dienstverband meestal automatisch toe aan de werkgever, niet aan de werknemer zelf. Dit heet het werkgeversauteursrecht en staat in artikel 7 van de Auteurswet.
Toch zijn er uitzonderingen. Niet elke situatie valt onder deze regel.
Recente Europese rechtspraak zorgt voor onzekerheid over hoe deze regeling zich in de toekomst ontwikkelt. Werkgevers en werknemers doen er goed aan zich te verdiepen in de werking van het auteursrecht bij arbeid en na te denken over afspraken en bescherming tegen veranderingen.
Kernprincipes van auteursrecht bij arbeid
Het Nederlandse auteursrecht heeft aparte regels voor werken die ontstaan tijdens het dienstverband. Deze regels bepalen wie eigenaar wordt van creatieve werken en intellectueel eigendom.
Definitie van auteursrecht in de context van arbeid
Auteursrecht beschermt creatieve werken die je tijdens je werk maakt. Wat als creatief werk geldt, is eigenlijk vrij breed.
Beschermde werken in arbeidscontext:
- Software en apps
- Geschreven teksten en rapporten
- Ontwerpen en tekeningen
- Presentaties en trainingsmaterialen
- Foto’s en video’s
De bescherming ontstaat vanzelf zodra je het werk maakt. Je hoeft niets te registreren.
Het werk moet wel oorspronkelijk zijn. Dus: het moet iets van jouw eigen creativiteit bevatten, maar het hoeft niet per se uniek te zijn.
Hoofdregel: Wie is de maker en auteursrechthebbende?
De basisregel is eigenlijk heel simpel. De maker van het werk krijgt automatisch het auteursrecht.
Dat geldt ook als je in loondienst bent. Dus als werknemer krijg je die rechten eerst zelf.
Automatische rechten van de maker:
- Recht op reproductie
- Recht op verspreiding
- Recht op openbaarmaking
- Morele rechten
Op het moment dat je iets maakt, ontstaat het auteursrecht. Je hoeft er geen formulier voor in te vullen ofzo.
Uitgangspunt: werkgever versus werknemer
Artikel 7 van de Auteurswet gooit deze regel voor werknemers echter om. Deze wet geeft werkgevers automatisch auteursrechten op werken van hun personeel.
Werkgeversauteursrecht betekent:
- De werkgever geldt als maker
- Geen overdracht van rechten nodig
- Alleen voor echte werknemers
- ZZP’ers vallen erbuiten
De werkgever krijgt deze rechten zonder dat de werknemer daarvoor iets hoeft te doen. Het gebeurt automatisch door de wet.
Je kunt in de arbeidsovereenkomst afspreken dat de werknemer bepaalde rechten houdt. De Europese rechtspraak werpt wel wat twijfel op over deze automatische overdracht zonder expliciete toestemming.
De wettelijke basis: artikel 7 Auteurswet en relevante bepalingen
Artikel 7 van de Auteurswet vormt de kern van het werkgeversauteursrecht in Nederland. De werkgever wordt als maker gezien wanneer een werknemer auteursrechtelijke werken maakt.
Deze regeling werkt samen met bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek, zodat er een duidelijk kader ontstaat voor eigendom van intellectueel eigendom bij arbeid.
Inhoud en betekenis van artikel 7 Auteurswet
Artikel 7 zegt: als je in dienst bent en je werk bestaat uit het maken van bepaalde creatieve werken, dan geldt de werkgever als maker. Tenzij je samen iets anders afspreekt.
De wet stelt drie eisen:
- De werknemer moet in dienst zijn
- Het werk moet gemaakt zijn tijdens de uitvoering van de arbeid
- Het werk moet auteursrechtelijk beschermd zijn
Dit artikel is regelend recht. Je mag er dus samen van afwijken als je dat wilt.
Als je aan de voorwaarden voldoet, geldt de bepaling automatisch. Je hoeft niks apart over te dragen.
Fictief makerschap: De werkgever als maker
Het idee van fictief makerschap ligt aan de basis van artikel 7. Jij maakt het werk, maar de wet ziet de werkgever als maker.
Dat heeft best wat gevolgen:
- De werkgever krijgt alle auteursrechten op het werk
- De werkgever mag het werk gebruiken, aanpassen en zelfs verkopen
- De werknemer houdt geen rechten op het gemaakte werk
Fictief makerschap verschilt van gewone overdracht. Bij overdracht geef je bestaande rechten door, bij fictief makerschap ontstaan de rechten direct bij de werkgever.
Deze regeling geldt ook voor toekomstige werken die de werknemer tijdens zijn dienstverband maakt, zolang het binnen zijn taken valt.
Relatie met het Burgerlijk Wetboek
Artikel 7 Auteurswet werkt samen met regels uit het Burgerlijk Wetboek over arbeidsovereenkomsten. Het BW bepaalt de verplichtingen tussen werkgever en werknemer, terwijl de Auteurswet de auteursrechten regelt.
Volgens het BW moet een werknemer zijn werk zorgvuldig uitvoeren. Werken die je tijdens je dienstverband maakt, vallen daardoor meestal onder artikel 7.
Het BW bevat ook regels over concurrentie en geheimhouding. Die kunnen invloed hebben op de toepassing van artikel 7, vooral bij werk dat buiten kantooruren ontstaat.
De loonregeling in het BW speelt mee bij de vergoeding voor auteursrechten. Meestal zit die vergoeding gewoon in het salaris verwerkt.
Voorwaarden voor het werkgeversauteursrecht
Het werkgeversauteursrecht geldt niet altijd automatisch. Er zijn drie belangrijke voorwaarden waaraan voldaan moet zijn voordat de werkgever de auteursrechten van werknemers krijgt.
Noodzaak van een arbeidsovereenkomst
Een geldige arbeidsovereenkomst is noodzakelijk voor werkgeversauteursrecht. Zonder zo’n overeenkomst gaan de rechten niet vanzelf naar de werkgever.
De arbeidsovereenkomst moet aan de wettelijke eisen voldoen. Je moet dus echt een werkgever-werknemerrelatie hebben volgens het arbeidsrecht.
Freelancers en zelfstandigen vallen niet onder het werkgeversauteursrecht. Zij houden hun auteursrechten, tenzij ze die expliciet overdragen.
Ook uitzendkrachten zitten in een bijzondere positie. Het auteursrecht blijft bij de werknemer, maar de inlener krijgt wel het recht om het werk te gebruiken voor het afgesproken doel.
Werkzaamheden binnen de taakomschrijving
Het maken van het werk hoort bij de normale werkzaamheden van de werknemer. Je vindt dit terug in de functieomschrijving of het arbeidscontract.
Maak je iets buiten werktijd? Dan valt dat meestal niet onder het werkgeversauteursrecht. Je houdt dan je eigen auteursrechten.
De werkgever moet duidelijk maken dat het maken van auteursrechtelijk beschermde werken bij de functie hoort. Voorbeelden zijn:
- Grafisch ontwerpers die logo’s maken
- Journalisten die artikelen schrijven
- Software ontwikkelaars die programma’s bouwen
Invloed van expliciete contractuele afspraken
Werkgever en werknemer kunnen samen afspreken om de standaardregeling aan te passen. Zulke afspraken komen in het arbeidscontract te staan.
Uitbreiding betekent dat ook werken buiten de normale taken onder het werkgeversauteursrecht vallen. Dit moet dan echt duidelijk in het contract staan.
Beperking kan ook. Je kunt afspreken dat bepaalde auteursrechten bij de werknemer blijven, zelfs als die werken in diensttijd zijn gemaakt.
Staan er geen expliciete afspraken? Dan gelden de wettelijke regels uit de Auteurswet. Die geven het werkgeversauteursrecht aan de werkgever, zolang alles klopt volgens de voorwaarden.
Uitzonderingen en bijzondere situaties
De regels voor auteursrecht veranderen als werk buiten de normale taken valt. Stagiairs hebben trouwens een andere positie dan gewone werknemers.
Werken buiten taakomschrijving van de werknemer
Ontwikkel je thuis een app die niets met je werk te maken heeft? Dan blijft het auteursrecht meestal bij jou. De werkgever kan die rechten niet zomaar opeisen.
Belangrijke factoren zijn:
- Of het werk iets met je functie te maken heeft
- Welke middelen je gebruikt
- Of je bedrijfsinformatie gebruikt
Schrijft een grafisch ontwerper privé een boek, dan houdt hij daar de rechten op. Maar gebruikt hij bedrijfssoftware of werkt hij onder werktijd, dan kan de werkgever zich ermee bemoeien.
Persoonlijkheidsrechten blijven altijd bij de maker. Je kunt die niet overdragen aan de werkgever.
Met contractuele afspraken kun je deze situaties regelen. Werkgevers proberen vaak brede clausules op te nemen die ook privéwerk omvatten.
Incidentele en uitdrukkelijke opdrachten
Voor incidentele opdrachten gelden andere regels dan voor structureel werk. Maak je eenmalig een presentatie voor een ander team? Dan hou je vaak je auteursrechten.
Uitdrukkelijke opdrachten maken het duidelijk. Vraagt de werkgever je expliciet om een creatief werk, dan gaan de rechten meestal naar hem.
De context is belangrijk:
- Was het echt een duidelijke opdracht?
- Hoorde het bij je normale taken?
- Kreeg je er extra voor betaald?
Moet een accountant ineens een marketingtekst schrijven? Dan heeft hij vaak sterkere rechten dan wanneer dit tot zijn takenpakket hoort.
Situatie bij stagiairs
Stagiairs staan juridisch zwakker dan werknemers. Hun werk valt vaak onder het auteursrecht van het bedrijf, ook zonder arbeidscontract.
Redenen hiervoor:
- Stagiairs werken onder begeleiding
- Ze gebruiken bedrijfsmiddelen
- Hun werk dient het bedrijfsdoel
Een stagescriptie of onderzoeksrapport wordt meestal eigendom van het bedrijf. Toch houdt de stagiair zijn persoonlijkheidsrechten als maker.
Scholen en bedrijven leggen afspraken hierover vast. Die staan in de stageovereenkomst of het onderwijsreglement.
Bij wetenschappelijke stages gelden soms andere regels. Universiteiten claimen af en toe rechten op onderzoeksresultaten van studenten.
Afspraken over overdracht van auteursrecht
Werkgevers moeten expliciet afspraken maken over overdracht van auteursrecht. Automatische overdracht is juridisch onzeker geworden.
Schriftelijke regelingen in arbeidscontracten zijn verplicht. Persoonlijkheidsrechten vereisen aparte afstand.
Contractuele regeling en schriftelijke overdracht
Overdracht van auteursrecht moet altijd schriftelijk. Mondelinge afspraken stellen juridisch niks voor.
Het arbeidscontract moet duidelijk zijn over welke auteursrechten naar de werkgever gaan. Zonder schriftelijke akte is er geen overdracht.
Recente Europese rechtspraak laat zien dat voorafgaande toestemming van de werknemer nodig is. Werkgevers kunnen niet meer zomaar uitgaan van artikel 7 van de Auteurswet.
De overdrachtsakte moet precies omschrijven:
- Welke werken worden overgedragen
- Welke rechten precies overgaan
- Of het om volledige overdracht of een licentie gaat
- Eventuele beperkingen in tijd of gebied
Een algemene zin over intellectuele eigendomsrechten in het contract is meestal niet genoeg. De bepalingen moeten echt concreet zijn.
Afstand van persoonlijkheidsrechten
Persoonlijkheidsrechten kun je niet overdragen, maar je kunt ze wel beperken door afstand te doen. Die rechten blijven altijd bij de maker.
De werknemer kan afspreken bepaalde persoonlijkheidsrechten niet uit te oefenen. Dit moet expliciet in het contract staan.
Belangrijke rechten waar je afstand van kunt doen:
- Recht op naamsvermelding – je stemt in met anonieme publicatie
- Recht op integriteit – de werkgever mag het werk wijzigen zonder jouw toestemming
- Recht op openbaarmaking – de werkgever bepaalt wanneer en hoe het werk wordt gepubliceerd
Zonder expliciete afstand hou je deze rechten. Dat kan tot gedoe leiden als de werkgever het werk wil aanpassen of gebruiken.
Belang van expliciete intellectuele eigendomsclausules
Expliciete clausules over intellectuele eigendomsrechten voorkomen veel juridische onzekerheid en ruzies. Algemene bewoordingen bieden echt te weinig bescherming voor werkgevers.
De clausules moeten onderscheid maken tussen verschillende soorten rechten. Auteursrechten, merkrechten en octrooien vragen elk om hun eigen regelingen.
Essentiële elementen van een goede intellectuele eigendomsclausule:
- Wat valt er precies onder “werk”?
- Wanneer vindt de overdracht plaats?
- Wat is de reikwijdte van de overgedragen rechten?
- Hoe zit het met werk buiten dienstverband?
Het contract moet ook iets zeggen over werk dat deels in eigen tijd is gemaakt. Zulke grensgevallen zorgen vaak voor juridische problemen.
Werkgevers doen er goed aan hun arbeidscontracten regelmatig te herzien. Rechtspraak verandert, en oude bepalingen kunnen ineens ongeldig zijn.
Auteursrecht bij zzp’ers, freelancers en andere arbeidsrelaties
Zzp’ers en freelancers hebben een andere positie dan werknemers als het om auteursrechten gaat. Zij houden meestal de rechten, tenzij het contract iets anders zegt.
Overeenkomst van opdracht versus arbeidsovereenkomst
Een zzp’er werkt met een overeenkomst van opdracht, niet met een arbeidsovereenkomst. Dat maakt veel verschil voor auteursrechten.
Bij een arbeidsovereenkomst gelden andere regels dan bij een opdracht. Werknemers verliezen automatisch hun auteursrechten aan de werkgever volgens artikel 7 van de Auteurswet.
Deze regel geldt niet voor zzp’ers en freelancers. Zij houden hun auteursrechten, ook als ze werken voor een opdrachtgever.
De opdrachtgever krijgt alleen gebruiksrechten voor het afgesproken doel. De zzp’er blijft eigenaar van het auteursrecht zelf.
Rechten bij freelancers en zzp’ers
Freelancers en zzp’ers zijn standaard eigenaar van hun werk. Dit geldt bijvoorbeeld voor:
- Teksten en artikelen
- Foto’s en illustraties
- Websites en software
- Logo’s en ontwerpen
- Video’s en presentaties
De opdrachtgever mag het werk gebruiken voor het afgesproken doel. Maar de maker mag het werk meestal ook elders inzetten, tenzij het contract dat verbiedt.
Let op: Contracten kunnen deze rechten wél overdragen. Veel opdrachtgevers proberen via contractvoorwaarden alle rechten over te nemen.
Zzp’ers doen er goed aan om het contract over intellectuele eigendom echt goed te lezen. Soms staat er ineens dat alle rechten naar de opdrachtgever gaan.
Beperkingen en verschillen met werknemers
Zzp’ers hebben meestal meer controle over hun auteursrechten dan werknemers. Toch zijn er beperkingen en risico’s.
Opdrachtgevers vragen soms om alle rechten over te dragen. Vooral bij grote of gevoelige projecten zie je dat vaak gebeuren.
Verschil met werknemers:
- Werknemer: rechten gaan automatisch naar de werkgever
- Zzp’er: houdt de rechten, tenzij het contract iets anders zegt
Freelancers kunnen hun tarief verhogen als ze alle rechten moeten overdragen. Het kwijtraken van auteursrechten kan op termijn flink schelen in inkomsten.
Sommige sectoren werken met vaste gewoontes. In de reclamewereld claimen opdrachtgevers bijna altijd alle rechten op creatief werk.
Frequently Asked Questions
De Nederlandse Auteurswet geeft duidelijke regels over auteursrechten in arbeidsrelaties. Werknemers hebben meestal beperkte rechten op hun creaties tijdens hun dienstverband.
Welke rechten heeft een werknemer op het werk dat hij tijdens zijn dienstverband creëert?
Een werknemer krijgt in principe geen auteursrechten op werken die hij tijdens zijn dienstverband maakt. De werkgever wordt vanzelf eigenaar van deze rechten.
De werknemer kan zich dus niet beroepen op het auteursrecht voor werk dat binnen de arbeidsrelatie ontstaat. Tenzij het contract iets anders zegt, blijven alle rechten bij de werkgever.
Hoe worden auteursrechten overgedragen van werknemers naar werkgevers volgens de Nederlandse wetgeving?
Artikel 7 van de Auteurswet regelt dat de werkgever automatisch de rechten krijgt. Zodra een werknemer een auteursrechtelijk beschermd werk maakt, gaan de rechten direct naar de werkgever.
Je hebt hiervoor geen apart contract of document nodig. De wet maakt trouwens verschil tussen arbeidsovereenkomsten en opdrachtovereenkomsten; bij opdrachten blijft de maker meestal eigenaar.
Op welke uitzonderingen kan een werknemer zich beroepen om eigenaarschap van auteursrechtelijk beschermd werk te behouden?
Werknemers kunnen alleen eigenaar blijven door schriftelijke afspraken in hun arbeidsovereenkomst. Mondelinge afspraken werken hier niet.
Het werk moet ook binnen het takenpakket vallen. Creaties buiten het takenpakket kunnen soms bij de werknemer blijven.
Werken die buiten dienstverband en werktijd zijn gemaakt, kunnen eigendom van de werknemer blijven. Maar dat moet je wel duidelijk kunnen aantonen.
Wat houdt het begrip ‘werkgeversauteursrecht’ in binnen de context van de arbeidsrelatie?
Werkgeversauteursrecht betekent simpelweg dat de werkgever automatisch eigenaar wordt van alles wat werknemers maken dat auteursrechtelijk beschermd is. Daar is geen aparte overeenkomst voor nodig.
De werkgever krijgt alle rechten die normaal bij de maker liggen. Hij mag het werk gebruiken, aanpassen en verspreiden zonder dat de werknemer toestemming hoeft te geven.
Dit geldt alleen bij echte arbeidsovereenkomsten. Bij zelfstandigen en freelancers blijven de rechten bij de maker zelf.
Hoe kunnen werknemers hun auteursrechten beschermen bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst?
Werknemers moeten vóór het tekenen van hun contract duidelijke, schriftelijke afspraken maken over auteursrechten. Zet het zwart op wit in het contract.
Je kunt afspreken dat bepaalde werken of delen bij jou blijven. Soms kun je ook een licentie afspreken, zodat beide partijen rechten houden.
Het is slim om juridisch advies te vragen bij zulke clausules. Werkgevers willen niet altijd afwijken van de standaard auteursrechtafspraken.
Onder welke voorwaarden kunnen door werknemers gecreëerde werken vrij van auteursrechten zijn?
Werken zijn vrij van auteursrechten als ze niet voldoen aan de originaliteitsvereiste. Puur technische of administratieve documenten krijgen meestal geen bescherming.
Feiten, ideeën en methoden vallen nooit onder het auteursrecht. Alleen de specifieke uitwerking of vormgeving kan beschermd worden.
Werken waarvan het auteursrecht is verlopen, worden gemeengoed. In Nederland geldt auteursrecht tot 70 jaar na het overlijden van de maker.