Discriminatie op de werkvloer is veel meer dan zomaar een ‘verschil van mening’. Het betekent dat mensen ongelijk behandeld, achtergesteld of buitengesloten worden op basis van persoonlijke kenmerken die er voor het werk helemaal niet toe doen. Denk aan afkomst, leeftijd, geslacht, geloof of een handicap. Het is een serieus en hardnekkig probleem, met een enorme impact op de medewerker zelf, maar ook op de hele sfeer binnen een organisatie.
Wat is discriminatie op de werkvloer nu echt?
Zie een team even als een professioneel orkest. In de ideale wereld krijgt de beste muzikant de solo, puur en alleen op basis van talent en kunde. Discriminatie is wat er gebeurt als die solo wordt gegeven – of juist wordt onthouden – op basis van factoren die niets met de muziek te maken hebben. Zoals de afkomst of het geslacht van de muzikant. Dit soort keuzes ondermijnt niet alleen de kwaliteit van het hele orkest, maar beschadigt ook het vertrouwen en de motivatie van elke individuele speler.
Helaas is dit geen zeldzaamheid. Sterker nog, het is een wijdverspreid probleem. Recent onderzoek laat zien dat in 2022 maar liefst 1 op de 10 medewerkers in Nederland zich gediscrimineerd voelde. Deze schokkende cijfers komen uit een grootschalig onderzoek onder 61.000 werknemers. Wat blijkt? Afkomst, leeftijd en geslacht zijn nog steeds de meest voorkomende redenen voor uitsluiting.
Om dit probleem echt goed aan te kunnen pakken, moeten we eerst snappen hoe het eruitziet. De wet maakt een belangrijk onderscheid tussen twee hoofdvormen: directe en indirecte discriminatie.
Directe discriminatie
Directe discriminatie is de meest duidelijke en herkenbare vorm. Hierbij wordt iemand heel openlijk en rechtstreeks benadeeld op basis van een beschermd kenmerk. Het is expliciet en laat weinig aan de verbeelding over.
Een paar voorbeelden maken dit snel duidelijk:
- Een oudere sollicitant wordt afgewezen met de botte opmerking: “We zoeken iemand die jonger en dynamischer is.”
- Een vrouw krijgt geen promotie, omdat haar leidinggevende “voor die zware verantwoordelijkheden toch liever een man ziet.”
- Tijdens een sollicitatiegesprek krijgt een kandidaat met een niet-Nederlandse achternaam de vraag waar hij “écht vandaan komt”, terwijl dit bij andere kandidaten niet gebeurt.
Directe discriminatie is als een dichte deur met een bordje erop: “Niet welkom vanwege wie je bent.” De uitsluiting is doelbewust en direct gekoppeld aan een persoonlijk kenmerk.
Indirecte discriminatie
Indirecte discriminatie is een stuk subtieler en daardoor vaak ook moeilijker te herkennen. Het gaat hier om een regel, beleid of een gewoonte die op het eerste gezicht neutraal lijkt, maar in de praktijk een bepaalde groep mensen onevenredig hard raakt. De intentie om te discrimineren hoeft er niet eens te zijn; het is het effect dat telt.
Denk bijvoorbeeld aan situaties zoals deze:
- Een bedrijf stelt een 40-urige werkweek als keiharde eis voor een hogere functie. Dit lijkt een neutrale voorwaarde, maar kan vrouwen, die statistisch vaker deeltijds werken vanwege zorgtaken, onevenredig benadelen.
- Een kledingvoorschrift dat alle vormen van hoofdbedekking verbiedt. Dit geldt voor iedereen, maar pakt in de praktijk vooral nadelig uit voor medewerkers die om religieuze redenen een hoofddoek of keppel dragen.
- Een vacature eist “accentloze beheersing van de Nederlandse taal” voor een backoffice-functie zonder klantcontact. Dit kan kandidaten met een andere moedertaal onnodig buitensluiten.
Het cruciale verschil zit hem dus in de verpakking. Waar directe discriminatie open en bloot gebeurt, zit indirecte discriminatie verstopt in een ogenschijnlijk neutrale regel. Het resultaat is in beide gevallen hetzelfde: onterechte ongelijke behandeling.
Verschil tussen directe en indirecte discriminatie
Deze tabel illustreert met duidelijke voorbeelden het onderscheid tussen directe en indirecte vormen van discriminatie op de werkvloer.
Kenmerk | Directe discriminatie (voorbeeld) | Indirecte discriminatie (voorbeeld) |
---|---|---|
Leeftijd | Een vacature stelt expliciet een maximale leeftijd van 30 jaar. | Een eis voor ‘recent afgestudeerd zijn’ sluit oudere kandidaten met meer ervaring uit. |
Geslacht | Een man wordt aangenomen boven een beter gekwalificeerde vrouw omdat de functie ‘mannenwerk’ zou zijn. | Een verplichte aanwezigheid bij avondborrels voor promotiekansen benadeelt ouders met zorgtaken (vaker vrouwen). |
Handicap | Iemand in een rolstoel wordt afgewezen omdat de werkgever ‘geen gedoe’ wil. | Een kantoorpand zonder liften of aanpassingen maakt werken voor mensen met een fysieke beperking onmogelijk. |
Geloof | Een sollicitant wordt afgewezen na het vermelden van religieuze feestdagen die hij wil opnemen. | Het standaard inplannen van belangrijke vergaderingen op een religieuze feestdag zonder flexibiliteit. |
De voorbeelden maken duidelijk dat de manier waarop discriminatie plaatsvindt kan verschillen, maar het effect — uitsluiting op oneerlijke gronden — hetzelfde blijft. Het herkennen van beide vormen is de eerste stap naar een eerlijkere werkvloer.
Jouw rechten volgens de wet
Wanneer je te maken krijgt met discriminatie op de werkvloer, voelt dat vaak ontzettend oneerlijk en isolerend. Maar weet dat je er niet alleen voor staat. De Nederlandse wet beschermt je gelukkig met een stevig juridisch schild tegen ongelijke behandeling. Je hoeft echt geen jurist te zijn om te begrijpen waar je recht op hebt, maar die kennis geeft je wel een krachtige positie.
De basis van die bescherming is de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb). Zie deze wet als je belangrijkste bondgenoot. Het is de vertaling van een simpel, fundamenteel principe naar de realiteit van de werkvloer: je prestaties moeten tellen, niet wie je bent of waar je vandaan komt.
De beschermde discriminatiegronden
De wet is gelukkig heel specifiek over welke persoonlijke kenmerken nooit een rol mogen spelen. Er is een duidelijke lijst, zodat er geen misverstand kan bestaan over wat wel en niet door de beugel kan.
Onderscheid op basis van de volgende gronden is verboden:
- Godsdienst of levensovertuiging: Of je nu gelovig bent, of juist niet, het mag geen reden zijn om je te benadelen.
- Politieke gezindheid: Je politieke voorkeur is een privézaak en hoort geen enkele rol te spelen in je carrière.
- Ras of afkomst: Je etniciteit, huidskleur of nationaliteit mag nooit een reden zijn voor achterstelling. Punt.
- Geslacht: Dit omvat alles van man of vrouw zijn tot zwangerschap en bevalling.
- Nationaliteit: Je paspoort zegt niets over je geschiktheid voor een functie.
- Burgerlijke staat: Of je getrouwd, single, samenwonend of gescheiden bent, doet er simpelweg niet toe.
- Seksuele gerichtheid: Je geaardheid is van jou en mag nooit invloed hebben op je werk.
Daarnaast zijn er aparte, maar net zo krachtige wetten die je beschermen tegen discriminatie op basis van leeftijd en een handicap of chronische ziekte. Al deze wetten samen vormen een juridisch vangnet.
“De kern van de wetgeving is eigenlijk heel logisch: een werkgever moet een beslissing baseren op iemands kwaliteiten voor de baan. Niet op persoonlijke kenmerken die er totaal niet toe doen. Elke andere benadering is in strijd met de wet.”
De bewijslast ligt vaak bij de werkgever
Dit is een van de sterkste punten in de Nederlandse antidiscriminatiewet: de ‘gedeelde bewijslast’. Dat klinkt misschien technisch, maar in de praktijk is het een cruciaal voordeel voor jou als werknemer.
Stel, je hebt het sterke vermoeden dat je die promotie niet kreeg vanwege je leeftijd. Je hoeft niet met 100% onweerlegbaar bewijs te komen dat dit de enige reden was. Het is al voldoende als je feiten kunt aandragen die discriminatie kunnen doen vermoeden.
Als je daarin slaagt, gebeurt er iets bijzonders: de bewijslast draait om. Het is dan aan de werkgever om te bewijzen dat de beslissing niet discriminerend was, maar gebaseerd was op objectieve, eerlijke en relevante gronden. Dit mechanisme erkent hoe ongelooflijk moeilijk het voor een slachtoffer is om de precieze, vaak verborgen, motivatie van een werkgever te bewijzen.
Het College voor de Rechten van de Mens
Een centrale speler in de aanpak van discriminatie op de werkvloer is het College voor de Rechten van de Mens. Dit is een onafhankelijke en laagdrempelige organisatie waar je terechtkunt met je klacht. Het College onderzoekt de situatie en geeft een oordeel: was hier sprake van discriminatie?
- Gratis en toegankelijk: Je hebt geen advocaat nodig om een zaak voor te leggen. Law & More adviseert echter wel om een advocaat in te schakelen.
- Onafhankelijk oordeel: Het College beoordeelt objectief of de werkgever de wet heeft overtreden.
- Sterk signaal: Hoewel het oordeel niet juridisch bindend is (zoals een uitspraak van de rechter), wordt het in meer dan 75% van de gevallen opgevolgd. Het geeft een krachtig signaal af en is vaak een goede opstap naar een eventuele rechtszaak.
Het inschakelen van het College is een belangrijke stap om je recht te halen. Het geeft je officiële erkenning van het onrecht en versterkt je positie enorm, mocht je verdere stappen willen zetten. Op de website van het College vind je meer informatie over hoe zij je precies kunnen helpen.
Hoe je discriminatie in de praktijk herkent
Discriminatie op de werkvloer is lang niet altijd een openlijke scheldpartij of een duidelijke, discriminerende opmerking. Veel vaker is het een sluipend gif. Het zit ‘m in de subtiele patronen, onuitgesproken vooroordelen en een cultuur waarin bepaalde mensen stelselmatig net buiten de boot vallen. Het leren herkennen van deze signalen – zowel de overduidelijke als de bijna onzichtbare – is de allerbelangrijkste stap om er iets aan te kunnen doen.
Je kunt het vergelijken met onkruid wieden. Soms steekt er een enorme distel bovenuit die je er direct uit trekt. Maar vaker zijn het die kleine, hardnekkige plantjes die zich onopvallend tussen de bloemen nestelen. Als je die niet leert zien, overwoekeren ze uiteindelijk de hele tuin.
Deze gids helpt je om beide vormen van discriminatie te leren zien. We duiken in concrete scenario’s en laten zien welke rode vlaggen je absoluut niet mag negeren.
De harde cijfers achter de ervaring
Voordat we naar de praktijk kijken, is het goed om te weten welke vormen van discriminatie het meest voorkomen. De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van 2022 geeft een pijnlijk duidelijk beeld. In Nederland wordt het vaakst gediscrimineerd op basis van afkomst, huidskleur of nationaliteit. Direct daarna volgen leeftijd en geslacht.
Zo voelde 4 procent van de vrouwen zich gediscrimineerd vanwege hun geslacht, tegenover minder dan 1 procent van de mannen. Leeftijdsdiscriminatie blijkt een probleem aan beide kanten van het spectrum: zowel jonge werknemers tot 25 jaar als oudere collega’s vanaf 65 jaar ervaren dit het vaakst.
Deze statistieken bewijzen dat discriminatie geen abstract begrip is, maar voor veel mensen een dagelijkse realiteit.
Subtiele signalen en microagressies
De meest verraderlijke vorm van discriminatie is vaak de meest subtiele. Het gaat om gedrag dat op zichzelf misschien ‘onschuldig’ lijkt, maar in een vast patroon een giftige en uitsluitende omgeving creëert. Dit noemen we ook wel microagressies.
Denk bijvoorbeeld aan situaties als:
- Systematisch negeren: Jouw ideeën worden tijdens vergaderingen steevast weggewuifd, terwijl een vergelijkbaar idee van een andere collega wel applaus krijgt.
- Aannames op basis van stereotypen: Een collega die er automatisch vanuit gaat dat jij, als enige vrouw in het team, wel even de notulen maakt. Of de aanname dat een oudere collega vast niet overweg kan met nieuwe software.
- ‘Grapjes’ met een ondertoon: Er worden voortdurend ‘onschuldige’ grapjes gemaakt over je afkomst, accent, leeftijd of geaardheid. Zeg je er wat van? Dan krijg je te horen dat je “niet zo gevoelig moet zijn”.
- Uitsluiting van informele netwerken: Je wordt nooit meegevraagd voor de lunch of de borrel na het werk, terwijl juist daar vaak belangrijke, informele beslissingen worden genomen.
Deze microagressies zijn als waterdruppels die een steen uithollen. Eén druppel doet niets, maar een constante stroom leidt tot serieuze schade aan je zelfvertrouwen, welzijn en carrièrekansen.
Duidelijke rode vlaggen in personeelsbeslissingen
Naast de subtiele signalen zijn er ook duidelijker aanwijzingen voor discriminatie op de werkvloer. Die zie je vaak terug bij belangrijke beslismomenten. Wees dus extra alert op de volgende rode vlaggen.
Bij werving en selectie:
- Vacatureteksten met gecodeerde taal, zoals “we zoeken een jonge, dynamische collega” (leeftijdsdiscriminatie) of “vereist accentloos Nederlands” voor een functie zonder klantcontact (discriminatie op afkomst).
- Sollicitatievragen die niets met de functie te maken hebben. Denk aan vragen over je kinderwens, religie of nationaliteit.
Bij promoties en ontwikkelkansen:
- Je wordt keer op keer overgeslagen voor een promotie, zonder duidelijke, objectieve feedback over wat je moet verbeteren. De redenen blijven vaag, zoals “je past niet helemaal in het profiel”.
- Minder gekwalificeerde collega’s die niet tot jouw (demografische) groep behoren, krijgen wél die promotie of dat interessante project.
- Je krijgt systematisch minder toegang tot trainingen, cursussen of belangrijke netwerkevenementen dan je collega’s.
Bij beoordeling en beloning:
- Je ontvangt een lagere prestatiebeoordeling dan je directe collega’s, terwijl je objectief gezien vergelijkbaar of zelfs beter werk levert.
- Er is een onverklaarbaar salarisverschil tussen jou en collega’s die precies hetzelfde werk doen, wat lijkt samen te hangen met geslacht, afkomst of een ander kenmerk.
Het herkennen van deze patronen is cruciaal. Het helpt je om de situatie niet langer als een persoonlijke tekortkoming te zien, maar als wat het mogelijk is: een geval van systematische, oneerlijke behandeling. Dat inzicht geeft je de kracht om na te denken over vervolgstappen en actie te ondernemen.
Jouw stappenplan om discriminatie aan te pakken
Wanneer je merkt dat je gediscrimineerd wordt, kan een gevoel van onmacht je compleet overvallen. Maar je staat niet machteloos. Kennis en een duidelijk plan geven je de controle terug, zodat je die gevoelens van onmacht kunt omzetten in concrete actie.
Dit stappenplan is jouw routekaart. Het helpt je de situatie gestructureerd aan te pakken, bewijs te verzamelen en de juiste hulp in te schakelen. Elke stap brengt je dichter bij een oplossing.
Stap 1: Documenteer alles zorgvuldig
Dit is misschien wel de allerbelangrijkste eerste stap, want zonder documentatie sta je juridisch zwak. Begin daarom direct met het bijhouden van een gedetailleerd logboek. Je geheugen kan je, zeker onder stress, in de steek laten, maar een geschreven verslag is keihard bewijs.
Noteer voor elk incident de volgende details:
- Datum en tijd: Wanneer vond het precies plaats?
- Locatie: Waar gebeurde het? In de kantine, tijdens een teamoverleg, op de gang?
- Wie was erbij: Noteer de namen van de dader(s) en eventuele getuigen die het hebben gezien of gehoord.
- Wat gebeurde er precies: Beschrijf zo feitelijk mogelijk wat er gezegd of gedaan werd. Gebruik letterlijke citaten als dat kan.
- Jouw reactie: Wat deed of zei jij, en hoe reageerde de ander daarop?
Vergeet ook de digitale sporen niet. Bewaar discriminerende e-mails, chatberichten of opmerkingen in gedeelde documenten. Maak er screenshots van en sla alles veilig op een persoonlijke plek op, buiten het netwerk van je werkgever. Dit dossier vormt de fundering van jouw zaak.
Stap 2: Zoek interne steun en maak een informele melding
Voordat je de zware artillerie inzet, is het vaak verstandig om het eerst intern op te lossen. Je hoeft dit niet alleen te dragen. Een informele melding kan soms al genoeg zijn om het gedrag te stoppen, zonder dat de situatie direct escaleert.
De vertrouwenspersoon is hiervoor de aangewezen persoon binnen de meeste organisaties. Een vertrouwenspersoon luistert naar je verhaal, heeft een geheimhoudingsplicht en adviseert je over mogelijke vervolgstappen. Het is een veilige eerste haven.
Een andere optie is je leidinggevende of de HR-afdeling, tenminste, als je hen vertrouwt en zij niet de kern van het probleem zijn. Bespreek je zorgen en leg de feiten uit je logboek voor. Een goed gesprek kan wonderen doen.
Een informele melding is ook een soort test. Het laat zien dat je bereid was om het intern en in goed overleg op te lossen. Doet de organisatie er vervolgens niets mee? Dan sta je sterker in eventuele vervolgstappen.
Stap 3: Dien een formele klacht in
Lukt het niet met een informele aanpak? Dan is het tijd voor een formele stap. De meeste organisaties hebben een officiële klachtenprocedure voor ongewenst gedrag. Deze procedure kun je opvragen bij HR.
Een formele klacht moet je altijd schriftelijk indienen. Gebruik je logboek om de klacht helder en feitelijk te onderbouwen. Probeer emotionele taal te vermijden en focus je op de concrete voorvallen. Geef ook duidelijk aan wat je wilt bereiken, bijvoorbeeld dat het gedrag stopt of dat er een officiële waarschuwing volgt.
Zodra je een formele klacht indient, is je werkgever wettelijk verplicht om de klacht serieus te onderzoeken en passende maatregelen te nemen. Belangrijk is ook dat ze je moeten beschermen tegen benadeling, zoals pesterijen of zelfs ontslag, juist omdát je een klacht hebt ingediend.
Stap 4: Schakel externe hulp in
Wat als de interne procedure faalt? Of als je werkgever je klacht simpelweg niet serieus neemt? Ook dan sta je er niet alleen voor. Er zijn gelukkig meerdere externe instanties die je kunnen helpen je recht te halen.
Het kan overweldigend zijn om te bepalen waar je moet aankloppen. Daarom hieronder een duidelijk overzicht van de belangrijkste spelers en hun rol.
Wie kan je helpen bij discriminatie op het werk
Hulpverlener of instantie | Rol en verantwoordelijkheid | Wanneer inschakelen |
---|---|---|
Het College voor de Rechten van de Mens | Onderzoekt je klacht en geeft een onafhankelijk oordeel of er sprake is van discriminatie. Het oordeel is niet bindend, maar heeft veel gezag. | Als je een officiële uitspraak wilt over je situatie zonder direct naar de rechter te hoeven. De procedure is laagdrempelig en gratis. |
Antidiscriminatiebureau (ADB) | Biedt gratis advies en ondersteuning in jouw gemeente. Ze kunnen helpen bij het opstellen van een klacht, bemiddelen of adviseren over juridische stappen. | Een perfect startpunt voor lokaal, praktisch en gratis advies. Ze kennen de weg en kunnen je goed doorverwijzen naar de juiste hulp. |
Een gespecialiseerde advocaat | Adviseert over je juridische positie, onderhandelt namens jou met je werkgever of start een procedure bij de rechter voor een schadevergoeding. | Wanneer de discriminatie ernstig is, je financiële schade hebt geleden, of als je werkgever bijvoorbeeld met ontslag dreigt. |
De Nederlandse Arbeidsinspectie | Houdt toezicht op een veilige en gezonde werkomgeving. Je kunt een melding doen als er een structureel onveilige werkcultuur heerst. | Als het probleem breder is dan alleen jouw geval en de algehele psychosociale arbeidsbelasting (PSA) in het bedrijf te hoog is. |
Welke instantie het beste bij jou past, hangt af van je situatie en wat je wilt bereiken. Een antidiscriminatiebureau is vaak een goede eerste stap om je opties te verkennen. De stap naar een advocaat, zoals bijvoorbeeld Law & More, is vooral relevant als je de juridische weg wilt bewandelen. Zij kunnen je rechtspositie en de haalbaarheid van een zaak voor je inschatten.
De rol van de werkgever in het voorkomen van discriminatie
Een veilige werkomgeving, waar iedereen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelt, komt er niet zomaar. Het is het directe gevolg van een bewuste en proactieve aanpak door de werkgever. Afwachten tot er iets misgaat, is geen optie. Echte verandering begint bij preventie, want dat is de enige manier om discriminatie op de werkvloer effectief aan te pakken. Dit gaat veel verder dan alleen voldoen aan wettelijke verplichtingen; het is een investering in een gezonde, productieve en positieve bedrijfscultuur.
Een organisatie die preventie serieus neemt, bouwt aan een sterke reputatie als een aantrekkelijke en veilige werkgever. Dat trekt niet alleen een breder scala aan talent aan, maar zorgt er ook voor dat goede mensen graag blijven. Bovendien voorkom je de aanzienlijke kosten van een hoog personeelsverloop, langdurig ziekteverzuim en mogelijke juridische conflicten. Zie het als een investering die zich op alle fronten terugbetaalt.
Stel een glashelder antidiscriminatiebeleid op
De absolute basis voor een effectieve aanpak is een officieel en duidelijk antidiscriminatiebeleid. Dit is geen document dat je opstelt en vervolgens in een digitale map laat verstoffen. Nee, dit is het kompas voor de hele organisatie. Het laat ondubbelzinnig zien dat discriminatie op geen enkele manier wordt getolereerd.
Een krachtig beleid moet in ieder geval de volgende punten bevatten:
- Een duidelijke definitie: Leg in begrijpelijke taal uit wat de organisatie precies onder discriminatie verstaat. Denk hierbij aan directe en indirecte vormen en benoem de wettelijk beschermde gronden.
- Nultolerantie-verklaring: Maak het expliciet: geen enkele vorm van discriminatie wordt geaccepteerd. Punt.
- Een toegankelijke klachtenprocedure: Beschrijf stap voor stap waar medewerkers terechtkunnen met een klacht. Wie is hun eerste aanspreekpunt? Denk aan een vertrouwenspersoon of een specifieke manager.
- Transparantie over consequenties: Wees duidelijk over de mogelijke sancties voor medewerkers die de regels overtreden en zich schuldig maken aan discriminatie.
Een goed beleid is geen formaliteit, maar een levend document. Het moet actief worden uitgedragen en regelmatig onder de loep worden genomen, zodat iedereen precies weet waar de grenzen liggen en zich veilig genoeg voelt om die te bewaken.
Train je leidinggevenden en medewerkers
Een beleid op papier is niets waard als de mensen op de werkvloer het niet kennen of omarmen. Training is daarom cruciaal, zeker voor leidinggevenden. Zij zijn immers de cultuurdragers en hebben een onmisbare voorbeeldfunctie.
Zij moeten leren hoe ze vooroordelen – ook hun eigen onbewuste vooroordelen – kunnen herkennen en hoe ze moeten ingrijpen bij signalen van discriminatie binnen hun team. Een goede training helpt hen om objectieve criteria te gebruiken bij werving, beoordelingen en promoties, in plaats van af te gaan op een onderbuikgevoel.
Maar vergeet ook de andere medewerkers niet. Door iedereen bewust te maken van onbewuste vooroordelen (unconscious bias) en microagressies, ontstaat er een sfeer waarin collega’s elkaar durven aan te spreken op ongewenst gedrag. Dit versterkt de sociale controle en voorkomt dat kleine incidenten escaleren tot grote problemen. Het uiteindelijke doel? Een werkomgeving waar inclusiviteit de norm is, en niet de uitzondering.
Veelgestelde vragen over discriminatie
Als je met discriminatie op het werk te maken krijgt, komen er vaak direct een hoop vragen op. Hieronder vind je antwoorden op een paar van die prangende kwesties, helder en praktisch uitgelegd om je op weg te helpen.
Wat als ik de enige ben die dit meemaakt?
Het kan ontzettend isolerend voelen als je denkt de enige te zijn. Maar laat je daardoor niet van de wijs brengen: jouw ervaring is net zo geldig en wordt net zo goed door de wet beschermd. Het feit dat jij de enige bent die zich uitspreekt, betekent niet dat de situatie minder ernstig is.
Sterker nog, soms legt één individuele klacht een groter, onderliggend probleem bloot waar collega’s simpelweg niet over durven te praten. Het is dan ook cruciaal om alles goed bij te houden. Zoek steun, of dat nu intern is bij de vertrouwenspersoon of extern bij een antidiscriminatiebureau.
Jouw ervaring telt. Zelfs een eenmalig incident kan discriminatie zijn, en jouw moed om het aan te kaarten kan de deur openen voor een veiligere werkplek voor iedereen.
Ben ik beschermd tegen ontslag als ik een klacht indien?
Ja, absoluut. De wet is hier heel duidelijk over: een werkgever mag je op geen enkele manier straffen omdat je een klacht over discriminatie hebt ingediend. Ontslag, maar ook andere vormen van benadeling zoals een slechte beoordeling of het mislopen van een promotie, is streng verboden. Dit staat bekend als victimisatie.
Mocht je werkgever je toch proberen te benadelen, dan is dat een zeer serieuze overtreding. In zo’n geval is het echt zaak om direct juridisch advies in te winnen. Een gespecialiseerde advocaat kan je precies vertellen hoe je je rechten kunt verdedigen.
Wat is het verschil tussen pesten en discriminatie?
Dat is een goede vraag, want de twee worden vaak door elkaar gehaald. Het belangrijkste verschil zit in de reden achter het gedrag.
Pesten is structureel ongewenst gedrag. Denk aan roddelen, buitensluiten of constant kleinerende opmerkingen maken. Het is gericht op de persoon, maar hoeft niet gekoppeld te zijn aan een specifieke wettelijke discriminatiegrond.
Bij discriminatie is die koppeling er juist wel. Het gaat om ongelijke behandeling direct vanwege een beschermd kenmerk, zoals je afkomst, geslacht, leeftijd, religie of handicap. Een belangrijk verschil is ook dat discriminatie al bij één enkele gebeurtenis kan plaatsvinden, terwijl pesten meestal een patroon van herhaaldelijk gedrag is.