Op het moment dat u als verdachte wordt staande gehouden door een opsporingsambtenaar heeft hij het recht om uw identiteit vast te stellen zodat de opsporingsambtenaar weet met wie hij te maken heeft.
De aanhouding van een verdachte kan echter op twee manieren ontstaan, op heterdaad of buiten heterdaad.
Heterdaad
Bent u op heterdaad ontdekt tot het plegen van een strafbaar feit? Dan kan iedereen u aanhouden. Wanneer dit gebeurt door een opsporingsambtenaar, brengt de ambtenaar u direct naar de plaats voor verhoor. Het eerste wat een opsporingsambtenaar tegen u zal zeggen wanneer hij of zij u op heterdaad aanhoudt is: ‘’U heeft het recht om te zwijgen en u heeft recht op een advocaat.’’ Als verdachte heeft u namelijk rechten op het moment dat u wordt aangehouden en het is verplicht dat u kennisneemt van deze rechten. Zo bent u dus bijvoorbeeld niet tot antwoorden verplicht, mag u bijgestaan worden door een advocaat, heeft u recht op een tolk en mag u uw processtukken inzien. De opsporingsambtenaar heeft vervolgens ook rechten bij uw aanhouding. Zo mag een opsporingsambtenaar alle plaatsen doorzoeken en kleding of voorwerpen die u bij u draagt onderzoeken.
Buiten heterdaad
Wanneer u wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit buiten heterdaad, dan zal u worden aangehouden door een opsporingsambtenaar op bevel van de officier van justitie. Er moet bij deze verdenking echter wel sprake zijn van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Dit zijn misdrijven waar een gevangenisstraf van vier of meer jaar voor is opgelegd. De voorlopige hechtenis is de periode waarop een verdachte in een cel zit in afwachting van de uitspraak van de rechter.
Het onderzoek
Nadat u bent aangehouden, wordt u door de opsporingsambtenaar naar de plaats van verhoor gebracht. Dit verhoor dient als voorgeleiding aan de hulpofficier van justitie of de officier van justitie zelf. De officier van justitie kan na de voorgeleiding beslissen of hij de verdachte vrijlaat of ophoudt voor verder onderzoek. In het geval van het laatste kan u maximaal negen uur worden opgehouden voor onderzoek. Tenzij u verdacht wordt van een misdrijf waarvoor er voorlopige hechtenis is toegestaan, dan kan u maximaal negen uur worden opgehouden. Belangrijk om te weten is dat de tijd tussen 00:00 uur en 09:00 niet meetellen. Als u dus om 23:00 bent aangehouden, dan eindigt de termijn van negen uur om 17:00. Na het verhoor door de officier van justitie kan hij beslissen of, het in het belang van het onderzoek, verstandig is om u langer vast te houden. Dit heet dan inverzekeringstelling en dit kan alleen voor misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan. De inverzekeringstelling duurt maximaal drie dagen, tenzij de officier van justitie het dringend noodzakelijk acht, dan worden de drie dagen met nog eens drie dagen verlengd. Nadat u bent verhoord door de officier van justitie, wordt u na de inverzekeringstelling door de rechter-commissaris verhoord.
U kunt bij de rechter-commissaris een verzoek tot vrijheidstelling indienen op grond van de onrechtmatigheid van de inverzekeringstelling. Dit houdt in dat u vindt dat u niet in verzekering gesteld had mogen worden en dat u graag vrijgelaten wil worden. De rechter-commissaris kan hierover vervolgens beslissen. U wordt dan bij toewijzing vrijgelaten en bij afwijzing weer in verzekering gesteld.
Voorlopige hechtenis
Na de inverzekeringstelling kan rechter-commissaris op bevel van de officier van justitie een bevel tot bewaring van u verlenen. Dit vindt plaats in een huis van bewaring of een politiebureau en duurt maximaal veertien dagen. Het bevel van bewaring is de eerste fase van de voorlopige hechtenis. Mocht de officier van justitie het noodzakelijk vinden om u na deze termijn nog langer in voorlopige hechtenis te houden, dan kan de rechtbank, op vordering van de officier van justitie een bevel tot gevangenhouding bevelen. U wordt dan nog eens maximaal negentig dagen vastgehouden. Hierna vindt de uitspraak van de rechter plaats en weet u of u gestraft wordt of dat u vrijgelaten wordt. Het aantal dagen dat u in verzekering, bevel tot bewaring of gevangenhouding bent gesteld, heet samen het voorarrest. De rechter kan bij zijn uitspraak beslissen of uw straf verminderd wordt door het voorarrest af te trekken van het aantal dagen/maanden/jaren dat u in de gevangenis moet.