Wanneer een kind wordt geboren heeft de moeder van het kind automatisch het ouderlijk gezag over het kind. Behoudens de gevallen waarin de moeder op dat moment zelf nog minderjarig is. Als de moeder tijdens de geboorte van het kind getrouwd is met haar partner of een geregistreerd partnerschap heeft, krijgt de vader van het kind ook automatisch het ouderlijk gezag. Wanneer de moeder en vader van een kind uitsluitend samenleven, is er niet automatisch sprake van gezamenlijk gezag. Bij samenwoners dient de vader van het kind, indien hij dat wenst, het kind te erkennen bij de gemeente. Daarmee heeft de partner niet meteen ook het gezag over het kind. Daartoe dienen de ouders samen een verzoek tot gezamenlijk gezag in te dienen bij de rechtbank.
Wat houdt het ouderlijk gezag in?
Het ouderlijk gezag houdt in dat de ouders over belangrijke beslissingen in het leven van hun minderjarige kind beslissingsbevoegdheid hebben. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan medische beslissingen, schoolkeuze of de beslissing waar een kind zijn/haar hoofdverblijfplaats zal hebben. We kennen in Nederland het eenhoofdig gezag en het gezamenlijk gezag. Eenhoofdig gezag houdt in dat het gezag bij één ouder ligt en het gezamenlijk gezag houdt in dat het gezag door beide ouders uitgeoefend wordt.
Kan het gezamenlijk gezag worden gewijzigd naar eenhoofdig gezag?
Het uitgangspunt is dat het gezamenlijk gezag, dat ten tijde van het huwelijk bestond, na een echtscheiding wordt voortgezet. Dit is vaak in het belang van het kind. In een echtscheidingsprocedure of in een procedure na de echtscheiding kan een van de ouders echter wel aan de rechter vragen om met het eenhoofdig gezag belast te worden. Dit verzoek wordt alleen toegewezen in de volgende gevallen:
- als er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zal komen, of;
- wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
In de praktijk is gebleken dat verzoeken om eenhoofdig gezag alleen in uitzonderlijke gevallen worden toegewezen. Er moet daarbij worden voldaan aan één van de hiervoor genoemde criteria. Wanneer het verzoek om eenhoofdig gezag wordt toegewezen, hoeft de ouder met eenhoofdig gezag niet meer te overleggen met de andere ouder als het om belangrijke beslissingen in het leven van het kind gaat. De ouder van wie het gezag wordt ontnomen heeft op deze manier dus geen inspraak meer op het leven van het kind.
Het belang van het kind
‘Het belang van het kind’ heeft geen concrete definitie. Dit is een vaag begrip dat ingevuld dient te worden door de omstandigheden per gezinssituatie. De rechter zal daarom bij een dergelijk verzoek moeten kijken naar alle omstandigheden. Daarbij worden in de praktijk wel een aantal vaste uitgangspunten en maatstaven gehanteerd. Een belangrijke uitgangspunt is dat het gezamenlijk gezag behouden dient te worden na een echtscheiding. Ouders moeten samen belangrijke beslissingen over het kind kunnen nemen. Dit betekent dus ook dat de ouders goed met elkaar moeten kunnen communiceren. Echter, slechte communicatie of bijna geen communicatie is niet voldoende om eenhoofdig gezag te verkrijgen. Alleen wanneer door de slechte communicatie tussen ouders er een gevaar bestaat dat de kinderen klem komen te zitten tussen hun ouders én als niet te verwachten valt dat daar binnen korte termijn verbetering in komt, zal de rechter een einde maken aan het gezamenlijk gezag.
Tijdens een procedure kan de rechter soms ook advies vragen van een deskundigen, om vast te kunnen stellen wat in het belang van het kind is. Hij kan dan bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming verzoeken een onderzoek in te stellen en een rapport uit te brengen over de vraag of eenhoofdig of gezamenlijk gezag in het belang van het kind is.
Kan het gezag van eenhoofdig naar gezamenlijk worden gewijzigd?
Wanneer er sprake is van eenhoofdig gezag en beide ouders willen dit wijzigen naar gezamenlijk gezag, dan kan dit worden geregeld via de rechtbank. Dit kan zowel schriftelijk als digitaal via een formulier worden aangevraagd. Er wordt in dat geval in het gezagsregister een aantekening gemaakt dat er ten aanzien van het betreffende kind sprake is van gezamenlijk gezag.
Indien de ouders het niet eens zijn over de wijziging van het eenhoofdig gezag naar gezamenlijk gezag, kan de ouder die op dat moment niet het gezag heeft zich tot de rechter wenden en verzoeken om mede met het gezag belast te worden. Dit wordt alleen afgewezen als er sprake is van het hiervoor genoemde klem- en verloren criterium of wanneer afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is. In de praktijk wordt een verzoek om het eenhoofdig gezag te wijzigen naar gezamenlijk gezag vaak toegewezen. Dit komt doordat we in Nederland het beginsel van gelijkwaardig ouderschap kennen. Dit beginsel houdt in dat vaders en moeders een gelijkwaardige rol dienen te hebben bij de verzorging en opvoeding van hun kind.
Einde ouderlijk gezag
Het ouderlijk gezag eindigt van rechtswege zodra het kind de 18-jarige leeftijd bereikt. Vanaf dat moment is een kind meerderjarig en heeft hij of zij zelf de beslissingsbevoegdheid over zijn of haar eigen leven.
Heeft u vragen over het ouderlijk gezag of wenst u bijgestaan te worden in een procedure om eenhoofdig gezag dan wel het gezamenlijk gezag aan te vragen? Neem dan direct contact op met een van onze ervaren familierecht advocaten. De advocaten van Law & More adviseren en begeleiden u graag in een dergelijke procedure in het belang van uw kind.