Samenvatting
Voorlopig getuigenverhoor
Volgens de Nederlandse wet kan de rechtbank zowel voorafgaand aan een procedure als tijdens een aanhangige procedure een voorlopig getuigenverhoor gelasten op verzoek van een belanghebbende (bijvoorbeeld een der partijen). Tijdens een voorlopig getuigenverhoor is men verplicht te getuigen en bovendien de waarheid te spreken. Op meineed staat niet voor niets een gevangenisstraf van zes jaar. Op de plicht te getuigen bestaan evenwel een aantal uitzonderingen. De Nederlandse wet kent bijvoorbeeld het professionele en familiale verschoningsrecht. Een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor mag daarnaast worden afgewezen als het verzoek gepaard gaat met een gebrek aan belang, wanneer er sprake is van misbruik van recht, in geval van strijdigheid met de goede procesorde of in geval van een ander zwaarwichtig belang. Een verzoek kan bijvoorbeeld worden afgewezen wanneer men op deze manier achter bedrijfsgeheimen van de concurrent tracht te komen of wanneer men een fishing expedition tracht te initiëren. Ondanks deze regels kunnen zich schrijnende situaties voordoen, bijvoorbeeld in de trustsector.
Trustsector
In de trustsector is een aanzienlijk deel van de in omloop zijnde informatie doorgaans vertrouwelijk; niet in de laatste plaats informatie van de cliënten van het trustkantoor. Een trustkantoor krijgt bovendien vaak toegang tot bankrekeningen, hetgeen vanzelfsprekend een grote mate van vertrouwelijkheid vereist. In een belangrijke uitspraak is bepaald dat het trustkantoor zelf geen (afgeleid) verschoningsrecht toekomt. Gevolg hiervan is dat het “trustgeheim” kan worden omzeild door het verzoeken van een voorlopig getuigenverhoor. De reden dat de rechter de trustsector en haar werknemers geen afgeleid verschoningsrecht heeft willen toekennen is uiteraard dat het belang van de waarheidsvinding in dit geval het zwaarst weegt, maar ergens wringt dit wel. Zo kan een wederpartij, bijvoorbeeld de Belastingdienst, terwijl zij over onvoldoende bewijs beschikt om een procedure te starten middels het instellen van een voorlopig getuigenverhoor onder een scala aan medewerkers van het trustkantoor zoveel (notabene geclassificeerde) informatie verzamelen dat een procedure kansrijk(er) wordt. Overigens kan een belastingplichtige zelf wel weigeren inzage in zijn gegevens als bedoeld in art. 47 AWR te geven op grond van de vertrouwelijkheid van zijn contact met de door hem benaderde geheimhouder. Het administratiekantoor kan dan een beroep doen op dit weigeringsrecht van de belastingplichtige, maar dan moet het administratiekantoor wel bekendmaken om welke belastingplichtige het gaat. Deze manier van omzeiling van het trustgeheim wordt vaak gezien als een groot probleem en op dit moment zijn er slechts beperkte mogelijkheden voor werknemers van een trustkantoor om te weigeren vertrouwelijke informatie prijs te geven tijdens een voorlopig getuigenverhoor.
Oplossingen
Zoals reeds besproken, bestaat één van deze mogelijkheden uit het stellen dat de wederpartij een fishing expedition tracht te initiëren, dat de wederpartij achter bedrijfsgeheimen probeert te komen of dat de wederpartij onvoldoende belang heeft bij het voorlopig getuigenverhoor. Bovendien hoeft men onder bepaalde omstandigheden niet tegen zichzelf te getuigen. Vaak zullen deze gronden in het specifieke geval echter niet relevant zijn. In één van haar rapporten uit 2008 heeft de “Adviescommissie van het Burgerlijk Procesrecht” een aanvullende grond voorgesteld: proportionaliteit. Volgens de Adviescommissie zou het mogelijk moeten zijn om een verzoek tot medewerking te weigeren wanneer dit kennelijk disproportioneel uitpakt. Dit is een redelijk criterium. Het blijft evenwel nog steeds de vraag of dit criterium effectief zou zijn. Echter, zolang de rechter dit spoor überhaupt niet oppikt, zal het strenge regime van de wet en de rechtspraak gehanteerd blijven worden. Streng maar rechtvaardig? Dat blijft de vraag.
Contact
Mocht u na het lezen van dit artikel nog vragen of opmerkingen hebben, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via ruby.van.kersbergen@lawandmore.nl of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via tom.meevis@lawandmore.nl of bel ons op +31 (0)40-3690680.