facebook lawandmore.nl   instagram lawandmore.nl   linkedin lawandmore.nl   twitter lawandmore.nl

Afspraak

Law and More Logo

Category

Blog

Opzegging en opzegtermijnen
Blog

Opzegging en opzegtermijnen

Wilt u van een overeenkomst af? Dat kan niet altijd meteen. Natuurlijk is het van belang of er een schriftelijke overeenkomst is en of er afspraken zijn gemaakt over een opzegtermijn. Soms is er een wettelijk opzegtermijn van toepassing op de overeenkomst, terwijl u hier zelf geen concrete afspraken over hebt gemaakt. Om de duur van een opzegtermijn vast te stellen, is het belangrijk om te weten over wat voor een overeenkomst het gaat en of deze voor bepaalde of onbepaalde tijd is aangegaan. Ook is het belangrijk dat u een overeenkomst op de juiste manier opzegt. In deze blog zal eerst worden uitgelegd wat duurovereenkomsten inhouden. Vervolgens zal er ingegaan worden op het onderscheid tussen duurovereenkomsten voor bepaalde en onbepaalde tijd. Tot slot wordt er ingegaan op de manieren waarop een overeenkomst opgezegd kan worden.

Opzegging en opzegtermijnen

Duurovereenkomsten

Bij duurovereenkomsten verbinden partijen zich tot een voortdurende prestatie gedurende een langere periode. De prestaties keren dus telkens terug of zijn opeenvolgend. Voorbeelden van duurovereenkomsten zijn bijvoorbeeld huur- en arbeidsovereenkomsten. Het tegenovergestelde van duurovereenkomsten zijn overeenkomsten waarbij de partijen verplicht zijn tot een eenmalige prestatie, zoals bijvoorbeeld bij een koopovereenkomst.

Bepaalde tijd

Is een overeenkomst aangegaan voor een bepaalde tijd, dan is duidelijk afgesproken wanneer de overeenkomst van start gaat en wanneer deze eindigt. Het is dan meestal niet de bedoeling dat de overeenkomst tussentijds kan worden opgezegd. In beginsel is het dan niet mogelijk om de overeenkomst eenzijdig op te zeggen, tenzij hiervoor een mogelijkheid wordt geboden in de overeenkomst.

Wanneer er echter sprake is van onvoorziene omstandigheden kan de mogelijkheid tot opzegging toch ontstaan. Daarbij is het belangrijk dat er in de overeenkomst nog geen rekening is gehouden met deze omstandigheden. Verder moeten de onvoorziene omstandigheden zo ernstig van aard zijn dat van de wederpartij niet kan worden verwacht dat zij de overeenkomst in stand houdt. Onder deze omstandigheden kan een duurovereenkomst ook worden beëindigd door ontbinding door de rechter.

Onbepaalde tijd

Voor duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd geldt als uitgangspunt dat deze in beginsel altijd kunnen worden beëindigd door middel van opzegging.

In de jurisprudentie worden de volgende uitgangspunten bij de opzegging van duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd gehanteerd:

  • Als de wet en overeenkomst niet voorzien in een regeling van opzegging, dan geldt dat de duurovereenkomst voor onbepaalde tijd in beginsel opzegbaar is;
  • In sommige gevallen kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid echter meebrengen dat opzegging alleen mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat;
  • In sommige gevallen kunnen uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met een aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.

Bepaalde overeenkomsten, zoals arbeidsovereenkomsten en huurovereenkomsten kennen wettelijke opzegtermijnen. Onze website heeft hierover aparte publicaties.

Wanneer en hoe kunt u een overeenkomst opzeggen?

Of en hoe men een overeenkomst kan beëindigen hangt in eerste instantie af van de inhoud van de overeenkomst. Mogelijkheden van beëindiging worden veelal ook overeengekomen in algemene voorwaarden. Het is dus verstandig om eerst in deze documenten te kijken om te zien welke mogelijkheden er zijn om van een overeenkomst af te komen. Juridisch wordt er dan gesproken over opzegging. In zijn algemeenheid is opzegging niet in de wet geregeld. Het bestaan van de mogelijkheid tot opzegging alsmede de voorwaarden daarvan worden in de overeenkomst geregeld.

Opzeggen per brief of per e-mail?

Veel contracten bevatten de eis dat de overeenkomst alleen schriftelijk kan worden opgezegd. Voor sommige soorten contracten staat dit zelfs expliciet in de wet vermeld, bijvoorbeeld bij koop van onroerende zaken. Dergelijke contracten konden tot voor kort niet per e-mail worden opgezegd. De wet is echter op dit punt aangepast. Onder sommige omstandigheden wordt een e-mail gezien als een ‘geschrift’. Als het contract dus niet de eis stelt dat de overeenkomst per aangetekende brief moet worden opgezegd, maar enkel spreekt over een schriftelijke opzegging, is het versturen van een e-mail voldoende.

Aan het opzeggen per e-mail zit echter wel een nadeel. Voor het verzenden van e-mail geldt namelijk de zogenaamde ‘ontvangsttheorie’. Dit betekent dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring pas zijn werking heeft als de verklaring die persoon heeft bereikt. Verzending alleen is dus niet voldoende. Een verklaring die de geadresseerde niet heeft bereikt heeft geen werking. Wie een overeenkomst ontbindt via e-mail moet dus aantonen dat de e-mail de geadresseerde ook daadwerkelijk heeft bereikt. Dat is alleen mogelijk wanneer degene aan wie de e-mail is verzonden op de e-mail reageert, of wanneer er om een lees- of ontvangstbevestiging is verzocht.

Indien u een reeds gesloten overeenkomst wenst te ontbinden, is het verstandig om eerst in de algemene voorwaarden en in het contract te kijken wat er is bepaald over de opzegging. Dient de overeenkomst schriftelijk te worden opgezegd, dan kunt u dit het beste per aangetekende post doen. Kiest u toch voor opzegging per e-mail, zorg er dan voor dat u kunt bewijzen dat de geadresseerde de e-mail heeft ontvangen.

Wilt u een overeenkomst opzeggen? Of heeft u vragen met betrekking tot het opzeggen van overeenkomsten? Aarzel dan niet om contact op te nemen met de advocaten van Law & More. Wij zijn bereid om uw overeenkomsten te bekijken en u te voorzien van de juiste advies.

 

Internationale echtscheidingen
Blog

Internationale echtscheidingen

Vroeger was het gebruikelijk dat men met iemand met dezelfde nationaliteit of van dezelfde afkomst trouwde. Tegenwoordig komen huwelijken tussen personen met verschillende nationaliteiten steeds vaker voor. Helaas eindigt 40% van de huwelijken in Nederland in een echtscheiding. Hoe gaat dit in zijn werk als men in een ander land woont dan het land waarin zij de echtelijke verbintenis aan zijn gegaan?

Verzoek indienen binnen de EU

De verordening (EG) nr. 2201/2003 (of: Brussel II bis) is sinds 1 maart 2015 van toepassing op alle landen binnen de EU. Deze verordening regelt de bevoegdheid tot en erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en de ouderlijke verantwoordelijkheid. De EU-regeling geldt voor echtscheiding, de scheiding van tafel en bed en de nietigverklaring van het huwelijk. Binnen de EU kan een verzoek tot scheiding worden ingediend in het land waar de rechter bevoegd is. De rechter is bevoegd in het land:

  • Waar beide echtgenoten de gewone verblijfplaats hebben.
  • Waarvan beide echtgenoten onderdaan zijn.
  • Waar samen de echtscheiding wordt aangevraagd.
  • Waar de ene partner de scheiding aanvraagt en de ander de gewone verblijfplaats heeft.
  • Waar een partner al minstens 6 maanden de gewone verblijfplaats heeft en onderdaan is van het land. Als deze geen onderdaan is, kan het verzoekschrift worden ingediend als deze persoon al ten minste een jaar in het land woont.
  • Waar een van de partners als laatst een gewone verblijfplaats heeft gehad en waar een van de partners nog steeds verblijft.

Binnen de EU is de rechtbank die het eerst een verzoek tot echtscheiding ontvangt dat aan de voorwaarden voldoet, bevoegd om te beslissen over de scheiding. De rechtbank die de scheiding uitspreekt mag ook uitspraak doen over het ouderlijk gezag over kinderen die in het land van de rechtbank wonen. De EU-regels over scheiding gelden niet voor Denemarken, omdat de Brussel II bis verordening daar niet is aangenomen.

In Nederland

Als het echtpaar niet in Nederland woont, is het in principe alleen mogelijk om in Nederland te scheiden als de echtgenoten beide de Nederlandse nationaliteit bezitten. Is hier geen sprake van, dan kan de Nederlandse rechter zich onder bijzondere omstandigheden alsnog bevoegd verklaren, bijvoorbeeld wanneer het niet mogelijk is om in het buitenland te scheiden. Ook als het echtpaar in het buitenland is getrouwd kan het een echtscheiding aanvragen in Nederland. Een voorwaarde is dan wel dat het huwelijk ingeschreven is bij de burgerlijke stand van de woonplaats in Nederland. De gevolgen van de echtscheiding kunnen verschillend zijn in het buitenland. Een echtscheidingsvonnis uit een EU-land wordt automatisch door andere EU-landen erkend. Buiten de EU kan dit beduidend anders zijn.

Een echtscheiding kan in Nederland gevolgen hebben voor iemands verblijfsstatus. Als een partner een verblijfsvergunning heeft, omdat diegene bij zijn of haar partner in Nederland woonde, dan is het belangrijk dat diegene een nieuwe verblijfsvergunning onder andere voorwaarden aanvraagt. Gebeurt dit niet, dan kan de verblijfsvergunning worden ingetrokken.

Welk recht is van toepassing?

Het recht van het land waar het scheidingsverzoek ingediend wordt is niet per se op de scheiding van toepassing. Het kan zo zijn dat een rechter buitenlands recht moet toepassen. Dit gebeurt vaker in Nederland. Bij ieder onderdeel van de zaak moet beoordeeld worden of de rechter bevoegd is en welk recht er toegepast dient te worden. Het internationaal privaatrecht speelt hier een belangrijke rol bij. Dit recht is een overkoepelende term voor rechtsgebieden waar meerdere landen bij betrokken zijn. Op 1 januari 2012 is in Nederland Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek in werking getreden. Hierin zijn de regels van het internationaal privaatrecht opgenomen. De hoofdregel is dat de rechter in Nederland het Nederlands echtscheidingsrecht toepast, ongeacht de nationaliteit en verblijfplaats van de echtgenoten. Dit is anders wanneer het echtpaar de rechtskeuze heeft vast laten leggen. De echtgenoten kiezen dan zelf het recht dat op hun echtscheidingsprocedure van toepassing is. Dat kan voor het aangaan van het huwelijk, maar dit kan ook op een later moment. Dit kan ook wanneer u op het punt staat om te scheiden.

Verordening huwelijksvermogensstelsels

Op huwelijken gesloten op of na 29 januari 2019 is Verordening (EU) nr. 2016/1103 van toepassing. Deze verordening regelt het toepasselijk recht en de tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels. De regels die hierin vastgelegd staan bepalen welke rechters zich over het vermogen van de echtgenoten mogen uitlaten (bevoegdheid), welk recht van toepassing is (conflictenrecht) en of een beslissing van een rechtbank uit en ander land, door het andere moet worden erkend en uitgevoerd (erkenning en executie). In principe is nog steeds dezelfde rechter bevoegd die volgens de regels van de Brussel II bis verordening bevoegd is. Als er geen rechtskeuze is gemaakt, dan is het recht van de staat waar de echtgenoten hun eerste gemeenschappelijke verblijfplaats hebben van toepassing. Bij gebreke van een gemeenschappelijke verblijfplaats is het recht van de staat waarvan beide echtgenoten de nationaliteit bezitten van toepassing. Hebben de echtgenoten niet dezelfde nationaliteit, dan is het recht van de staat waarmee de echtgenoten de nauwste band hebben van toepassing.

De verordening geldt dus slechts voor het huwelijksvermogensrecht. De regels stellen vast of de Nederlandse wet en dus algehele gemeenschap van goederen of beperkte gemeenschap van goederen of een buitenlands systeem toegepast dient te worden. Dit kan veel gevolgen hebben voor uw vermogen. Het is dan ook verstandig om u juridisch te laten adviseren over bijvoorbeeld een rechtskeuze-overeenkomst.

Voor advies voorafgaand aan uw huwelijk of voor advies en bijstand bij een scheiding kunt u terecht bij de familierechtadvocaten van Law & More. Bij Law & More begrijpen wij dat de scheiding en de daaropvolgende gebeurtenissen ingrijpende gevolgen kunnen hebben op uw leven. Daarom hanteren wij een persoonlijke aanpak. Samen met u en eventueel uw ex-partner kunnen wij tijdens het gesprek aan de hand van de documentatie uw juridische situatie bepalen en proberen uw visie dan wel wensen vast te leggen. Daarnaast kunnen wij u bijstaan in een eventuele procedure. De scheidingsadvocaten van Law & More zijn deskundig op het gebied van personen- en familierecht en begeleiden u, eventueel samen met uw partner, graag door een scheidingsproces heen.

Ouderschapsplan bij een echtscheiding
Blog

Ouderschapsplan bij een echtscheiding

Wanneer u minderjarige kinderen heeft en u gaat scheiden dan moeten er afspraken worden gemaakt over de kinderen. De onderling gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd in een overeenkomst. Deze overeenkomst staat bekend als het ouderschapsplan. Het ouderschapsplan is een uitstekende basis om goed uit elkaar te gaan.

Is een ouderschapsplan verplicht?

In de wet staat dat een ouderschapsplan verplicht is voor getrouwde ouders die gaan scheiden. Er moet ook een ouderschapsplan worden gemaakt wanneer geregistreerde ouders hun geregistreerd partnerschap laten ontbinden. Van ouders die niet getrouwd of geregistreerd partners zijn, maar wel samen het gezag uitoefenen, wordt ook verwacht dat zij een ouderschapsplan maken.

Wat staat er in een ouderschapsplan?

De wet schrijft voor dat in het ouderschapsplan in ieder geval afspraken moeten staan over:

  • hoe u de kinderen heeft betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan;
  • hoe u de zorg en opvoeding verdeelt (zorgregeling) of de omgang met de kinderen regelt (omgangsregeling);
  • hoe en hoe vaak u elkaar informatie geeft over uw kind;
  • hoe u samen beslissingen neemt over belangrijke onderwerpen, bijvoorbeeld over de schoolkeuze;
  • de kosten van de verzorging en opvoeding (kinderalimentatie).

U kunt ervoor kiezen om ook andere afspraken op te nemen in het ouderschapsplan. Bijvoorbeeld wat u als ouders belangrijk vindt in de opvoeding, bepaalde regels (bedtijden, huiswerk) of opvattingen over straffen. Over het contact met de beide families kunt u ook iets opnemen in het ouderschapsplan. Dit kunt u dus vrijwillig opnemen in het ouderschapsplan.

Het opstellen van een ouderschapsplan

Het is natuurlijk fijn als u in onderling overleg met de andere ouder tot goede afspraken kunt komen. Mocht dit, om welke reden dan ook, niet mogelijk zijn, dan kunt u bij Law & More een mediator of scheidingsadvocaat inschakelen. Met behulp van de mediators van Law & More kunt u onder professionele en deskundige begeleiding overleggen over de inhoud van het ouderschapsplan. Indien mediation geen uitkomst biedt, staan onze gespecialiseerde familierechtadvocaten ook voor u klaar. Zo kunt u onderhandelen met de andere partner om goede afspraken te maken over de kinderen.

Wat gebeurt er met het ouderschapsplan?

De Rechtbank kan uw echtscheiding uitspreken of uw geregistreerd partnerschap ontbinden. De familierechtadvocaten van Law & More sturen het originele ouderschapsplan voor u naar de Rechtbank. De Rechtbank hecht het ouderschapsplan dan vast aan de scheidingsuitspraak. Het ouderschapsplan maakt hierdoor onderdeel uit van de beschikking van de rechter. Beide ouders zijn dan ook verplicht om zich te houden aan de afspraken in het ouderschapsplan.

Lukt het niet om een ouderschapsplan op te stellen?

Het komt regelmatig voor dat de ouders niet tot volledige overeenstemming komen over de inhoud van het ouderschapsplan. In dat geval kunnen zij ook niet voldoen aan de wettelijke scheidingsvereiste. Voor dergelijke gevallen bestaat er een uitzondering. Ouders die kunnen aantonen dat zij zich voldoende hebben ingespannen om wel tot overeenstemming te komen, maar dit niet is gelukt, kunnen dit in de stukken aan de rechtbank vermelden. De Rechtbank kan dan wel de scheiding uitspreken en zelf een beslissing nemen over de punten waarop de ouders het niet met elkaar eens zijn.

Wilt u scheiden en heeft u hulp nodig bij het opstellen van een ouderschapsplan? Dan bent u bij Law & More aan het juiste adres. De gespecialiseerde familierecht advocaten van Law & More kunnen u bijstaan en begeleiden bij uw scheiding en het opstellen van een ouderschapsplan.

Vechtscheidingen
Blog

Vechtscheidingen

Een echtscheiding is een vervelende gebeurtenis die veel emoties met zich meebrengt. In deze periode is het belangrijk dat een aantal zaken goed geregeld worden en daarom is het van belang om hierbij de juiste hulp in te schakelen.

Helaas komt het in de praktijk vaak voor dat het de toekomstige ex-partners niet lukt om samen tot afspraken te komen. Partijen kunnen soms zelfs lijnrecht tegenover elkaar staan over bepaalde onderwerpen. In dergelijke gevallen zal mediation geen uitkomst kunnen bieden. Indien partners al van tevoren weten dat ze er niet samen uit zullen komen, is het verstandig om direct een eigen scheidingsadvocaat in te schakelen. De juiste hulp en ondersteuning zal u veel tijd, geld en teleurstellingen schelen. Een eigen advocaat zal zich namelijk volledig inzetten voor uw belangen. Uw toekomstige ex-partner zal dan waarschijnlijk ook een eigen advocaat in de arm nemen. Vervolgens zullen de advocaten de onderhandelingen starten. Op deze manier proberen de advocaten het beste voor hun cliënten te bereiken. Tijdens de onderhandelingen tussen de advocaten zullen beide partners op zijn beurt iets moeten geven en nemen. Op deze manier worden de uiteenlopende standpunten in de meeste gevallen opgelost en vastgelegd in een echtscheidingsconvenant. Het komt echter ook wel eens voor dat de partners er nog steeds niet uitkomen, omdat ze niet bereid zijn om water bij de wijn te doen. In een dergelijk geval kan een vervelende vechtscheiding tussen partijen ontstaan.

Problemen bij een vechtscheiding

Een scheiding is nooit leuk, maar bij een vechtscheiding gaat het veel verder. Vaak wordt er bij een vechtscheiding over en weer met modder gegooid. Partijen proberen soms alles te doen om elkaar dwars te liggen. Daarbij is er vaak sprake van scheldpartijen en wederzijdse verwijten. Dit soort scheidingen kunnen vaak onnodig lang duren. Soms duurt een vechtscheiding zelfs jaren! Deze scheidingen brengen naast de emoties ook de nodige kosten met zich mee. Een vechtscheiding is voor partijen zowel fysiek als mentaal vermoeiend. Wanneer er ook kinderen in het spel zijn, wordt een vechtscheiding als nog vervelender ervaren. De kinderen zijn vaak de dupe van een vechtscheiding. Daarom is het belangrijk om er alles aan te doen om een vechtscheiding te voorkomen.

Vechtscheiding met kinderen

Bij veel vechtscheidingen worden de kinderen ingezet als een middel in de strijd tussen de ouders. Vaak wordt er zelfs gedreigd met het niet laten zien van de kinderen aan de andere ouder. Het is in het belang van de kinderen als beide ouders een vechtscheiding proberen te voorkomen. De kinderen kunnen door een vechtscheiding namelijk veel schade oplopen en komen soms zelfs in een loyaliteitsconflict terecht. Bij mama horen ze wat papa allemaal fout doet en papa vertelt juist weer het tegenovergestelde. Onderzoeken tonen aan dat kinderen van ouders die in een vechtscheiding zijn verwikkeld, meer problemen ervaren dan kinderen van gescheiden ouders. Er ontstaat een verhoogde kans op emotionele problemen en depressieve gevoelens. De prestaties op school kunnen verslechteren en het kind heeft later vaker problemen bij het aangaan van een relatie. Ook het netwerk van partijen zoals leraren, familieleden, vrienden en instanties, raakt vaak betrokken bij een vechtscheiding. Een vechtscheiding heeft dus psychisch veel effect op de kinderen. Zij staan namelijk tussen beide ouders in. De familierecht advocaten van Law & More adviseren u daarom om er alles aan te doen om een vechtscheiding te voorkomen. Wij begrijpen echter dat een vechtscheiding in sommige gevallen onvermijdelijk is. In die gevallen kunt u terecht bij de familierecht advocaten van Law & More.

Begeleiding bij een vechtscheiding

Bij een vechtscheiding is de juiste begeleiding erg belangrijk. Daarom is het advies dat u een goede advocaat in de arm neemt die uw belangen op de juiste manier kan behartigen. Daarbij is het van belang dat uw advocaat op zoek gaat naar een oplossing en er alles aan doet om de (v)echtscheiding zo snel mogelijk af te ronden, zodat u weer verder kunt met uw leven.

Bent u verwikkeld in een (v)echtscheiding? Aarzel dan niet om contact op te nemen met de familierechtadvocaten van Law & More. Wij staan voor u klaar om u te ondersteunen en te begeleiden in deze vervelende periode.

Wat is een strafblad?
Blog

Wat is een strafblad?

Heeft u de coronaregels overtreden en een boete gekregen? Dan liep u tot kort geleden de kans om daar een strafblad aan over te houden. De coronaboetes blijven bestaan, maar er volgt geen aantekening meer op het strafblad. Waarom zijn strafbladen de Tweede Kamer zo’n doorn in het oog geweest en hebben zij gekozen voor de afschaffing van deze maatregel?

Wat is een strafblad?

Actualiteiten

Wanneer u de wet overtreedt kunt u een strafblad krijgen. Een strafblad heet ook wel ‘uittreksel justitiële documentatie’. Het is een overzicht van de geregistreerde strafbare feiten in het Justitieel Documentatie Systeem. Het verschil tussen misdrijven en overtredingen is hier van belang. Als u een misdrijf heeft gepleegd staat dit altijd op uw strafblad. Bij een overtreding kan dit ook, maar hoeft dit niet altijd het geval te zijn. Overtredingen zijn lichte strafbare feiten. Overtredingen kunnen geregistreerd worden wanneer zij bestraft worden door een strafbeschikking van meer dan 100 euro, sepot of geldboete van meer dan 100 euro. Bij misdrijven gaat het om zwaardere strafbare feiten, zoals diefstal, moord en verkrachting. Coronaboetes zijn ook wel strafbeschikkingen die hoger zijn dan 100 euro. Tot voorheen werd er dus een aantekening gemaakt in de justitiële documentatie, wanneer men een coronaboete kreeg. In juli stond de teller van het aantal boetes op meer dan 15.000. Minister Grapperhaus van het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft hierop aangedrongen, nadat hij zelf een boete en dus ook een strafblad kreeg als gevolg van het niet naleven van de corona-regels op zijn eigen bruiloft.

Gevolgen

Strafbladen kunnen grote gevolgen hebben voor de overtreders. Wanneer u namelijk ergens gaat solliciteren wordt soms een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) aangevraagd. Dit is een verklaring waaruit blijkt dat uw gedrag geen bezwaar vorm voor het vervullen van een bepaalde taak of functie in de samenleving. Een strafblad kan betekenen dat u geen VOG krijgt. Sommige beroepen mag u helemaal niet meer uitoefenen, zoals advocaat, docent of deurwaarder. Soms kan een visum of verblijfsvergunning geweigerd worden. Ook kan een verzekeraar bij de aanvraag van een verzekering u vragen of u een strafblad heeft. Dan bent u verplicht om de waarheid te vertellen. Hierdoor krijgt u soms geen verzekering.

Toegang tot en opslag van strafrechtelijke gegevens

Weet u niet of u een strafblad heeft? U kunt inzage krijgen in uw strafblad door een brief of e-mail te sturen naar de Justitiële Informatiedienst (Justid). De Justid is onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Bent u het niet eens met wat er op uw strafblad staat, dan kunt u een wijziging aanvragen. Dit heet een correctieverzoek. Dit verzoek moet ingediend worden bij de Frontoffice van de Justid. Binnen vier weken ontvang u een schriftelijke beslissing op het verzoek. Voor de justitiële gegevens van de overtredingen die op het strafblad staat gelden bepaalde bewaartermijnen. De wet bepaalt hoelang deze informatie moet blijven bestaan. Voor overtredingen zijn deze termijnen korter dan voor misdrijven. Bij de strafbeschikking, bijvoorbeeld in het geval van de coronaboete, geldt dat de gegevens 5 jaar na het volledig betalen van het boetebedrag worden verwijderd.

Contacteer een advocaat

Omdat een strafblad zulke grote gevolgen heeft, is het verstandig om zo snel mogelijk contact op te nemen met een advocaat, wanneer u bijvoorbeeld een coronaboete heeft gekregen of een overtreding bent begaan. Er kan namelijk een bepaald termijn zijn waarbinnen er verzet in moet worden gesteld bij de officier van justitie. Soms lijkt het makkelijker om een boete gewoon te betalen of aan een taakstraf te voldoen, bijvoorbeeld bij een strafbeschikking. Toch is het beter om de situatie door een advocaat te laten beoordelen. Het openbaar ministerie kan namelijk ook fouten maken of onterecht schuld vaststellen. Daarnaast kan de officier van justitie of de rechter weleens soepeler oordelen, dan de ambtenaar die de boete heeft opgelegd of de overtreding heeft genoteerd. Een advocaat kan nagaan of de boete terecht is en kan u laten weten of het een goede beslissing is om in verzet te gaan. De advocaat kan dan het verzetschrift schrijven en bijstand verlenen bij de rechter, indien dit nodig is.

Heeft u nog vragen over het voorgaande onderwerp of wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Neem vrijblijvend contact op met de advocaten bij Law & More voor meer informatie. Ook wanneer u niet zeker weet of u een advocaat nodig heeft. Onze deskundige en gespecialiseerde advocaten op het gebied van strafrecht staan u graag bij.

Ontslag geven
Blog

Ontslag geven

Ontslag is een van de meest vergaande maatregelen in het arbeidsrecht dat ingrijpende consequenties voor de werknemer tot gevolg heeft. Daarom kunt u als werkgever, in tegenstelling tot de werknemer, niet zomaar overgaan tot ontslag. Bent u voornemens om uw werknemer te ontslaan? Dan dient u voor een geldig ontslag bepaalde voorwaarden in het oog te houden. Allereerst is belangrijk om te vast te stellen of de werknemer die u voornemens bent te ontslaan in een bijzondere situatie verkeert. Dergelijke werknemers genieten namelijk ontslagbescherming. Welke consequenties daaraan voor u als werkgever zijn verbonden, leest u op onze site: Ontslagadvocaat.site.

Ontslag geven

Ontslaggronden

Voorts dient u het ontslag van uw werknemer op een van de onderstaande gronden te baseren:

  • bedrijfseconomisch ontslag indien een of meer arbeidsplaatsen noodzakelijkerwijs zullen komen te vervallen;
  • langdurige arbeidsongeschiktheid indien uw werknemer twee jaar of meer onafgebroken ziek of arbeidsongeschikt is geweest;
  • disfunctioneren wanneer u gemotiveerd kan aantonen dat uw werknemer ongeschikt is voor het verrichten van zijn werkzaamheden;
  • verwijtbaar handelen of nalaten wanneer uw werknemer zich op het werk (ernstig) verwijtbaar gedraagt;
  • verstoorde arbeidsverhouding indien het herstel van de arbeidsrelatie niet meer mogelijk en ontslag daadwerkelijk onvermijdelijk is;
  • frequent ziekteverzuim indien uw werknemer regelmatig niet komt werken, ziek is of gebreken heeft, en dit onaanvaardbare gevolgen heeft voor uw bedrijfsvoering;
  • ontslag wegens een restgrond indien in de omstandigheden zodanig zijn, dat het niet redelijk is voor u als werkgever om het contract met uw werknemer te laten voortduren;
  • werkweigering wegens gewetensbezwaar wanneer u met uw werknemer om de tafel heeft gezeten en tot de conclusie bent gekomen dat de arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht en ook herplaatsing niet aan de orde is. 

Sinds 1 januari 2020 kent de wet een aanvullende grond voor ontslag, namelijk de cumulatiegrond. Dat wil zeggen dat u als werkgever ook kan overgaan tot ontslag wanneer omstandigheden uit meerdere ontslaggronden u daartoe voldoende aanleiding geven. Als werkgever dient u uw keuze voor ontslag echter niet alleen op een van de bovengenoemde wettelijke gronden te baseren, maar ook het bestaan daarvan te bewijzen en te onderbouwen. De keuze voor een bepaalde ontslaggrond brengt voorts een bepaalde ontslagprocedure met zich mee.

Ontslagprocedure

Kiest u voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen of wegens arbeidsongeschiktheid (langer dan 2 jaar)? In dat geval dient u als werkgever ontslagvergunning aan te vragen bij de UWV. Om in aanmerking te komen voor een dergelijke vergunning dient u de reden voor ontslag van uw werknemer goed te motiveren. Daarna krijgt uw werknemer een kans om zich daartegen te verweren. Vervolgens beslist de UWV of de werknemer al dan niet kan worden ontslagen. Wanneer UWV de toestemming voor ontslag verleent en uw werknemer is daar niet mee eens, dan kan uw werknemer een verzoekschrift indienen bij de kantonrechter. Wanneer deze oordeelt dat de werknemer in het gelijk staat, dan kan de kantonrechter besluiten om de arbeidsovereenkomst te herstellen of om uw werknemer een schadevergoeding toe te kennen.

Gaat u over tot ontslag wegens persoonlijke redenen? Dan dient de weg van de kantonrechter te worden gevolgd. Dit is geen gemakkelijke weg. Als werkgever dient u namelijk een uitgebreid dossier te hebben opgebouwd aan de hand waarvan kan worden aangetoond dat ontslag de enige optie is. Alleen dan zal de rechter u een goedkeuring voor het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met uw werknemer verlenen. Dient u een dergelijk ontbindingsverzoek in? Dan staat het uw werknemer vrij om zich daartegen te verweren en kenbaar te maken waarom hij het niet eens is met het ontslag of waarom uw werknemer vindt dat hij in aanmerking dient te komen voor ontslagvergoeding. Pas wanneer aan alle wettelijke eisen is voldaan, zal de kantonrechter overgaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Via het ontslag met wederzijds goedvinden kunt u echter zowel de gang naar de UWV als de procedure bij de kantonrechter omzeilen en zodoende kosten besparen. In dat geval dient u via de onderhandelingen tot goede afspraken met uw werknemer te komen. Wanneer u met uw werknemer duidelijke afspraken heeft gemaakt, worden de betreffende afspraken vervolgens vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Daarin kan bijvoorbeeld een regeling komen te staan over welke ontslagvergoeding uw werknemer ontvangt en of er een concurrentiebeding geldt. Het is belangrijk dat deze afspraken juridisch goed op papier worden vastgelegd. Daarom is het verstandig om de gemaakte afspraken door een deskundig advocaat te laten controleren. Overigens heeft uw werknemer 14 dagen na ondertekening de tijd om op de gemaakte afspraken terug te komen.

Aandachtspunten bij ontslag

Heeft u besloten om over te gaan tot ontslag van uw werknemer? Dan is het eveneens verstandig om ook aan de volgende punten aandacht te besteden:

Transitievergoeding. Deze vorm ziet op de minimale wettelijke en volgens een vaste formule te bepalen vergoeding dat u aan uw vaste of flexibele werknemer schuldig bent wanneer u overgaat tot ontslag. Met de invoering van de WAB vindt de opbouw van deze transitievergoeding vanaf de eerste werkdag van uw werknemer plaats en hebben ook de oproepkrachten dan wel werknemers in de proeftijd, recht op een transitievergoeding. Echter, daar staat tegenover dat de verhoogde opbouw van de transitievergoeding voor uw werknemers met een dienstverband langer dan tien jaar, komt te vervallen. Met andere woorden wordt het voor u als werkgever ‘goedkoper’ oftewel gemakkelijker om een werknemer met een lang dienstverband te ontslaan.

Billijke vergoeding. Naast de transitievergoeding kunt u als werknemer eveneens extra ontslagvergoeding verschuldigd zijn aan uw werknemer. Dat zal met name het geval zijn als er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan uw zijde. In het kader van dit handelen valt bijvoorbeeld het ontslaan van een werknemer zonder geldige ontslagreden, het bestaan van intimidatie of discriminatie. Hoewel de billijke vergoeding geen uitzondering betreft, gaat het enkel om bijzondere gevallen waarin de rechter deze billijke vergoeding aan de werknemer zal toekennen. Mocht de rechter de billijke vergoeding aan uw werknemer toekennen, dan zal hij aan de hand van de situatie ook de hoogte daarvan bepalen.

De eindafrekening. Bij het einde van zijn dienstverband heeft uw werknemer bovendien recht op de uitbetaling van de opgebouwde vakantiedagen. Hoe veel vakantiedagen uw werknemer toekomen, is afhankelijk van hetgeen in de arbeidsovereenkomst en eventueel de CAO is afgesproken. De wettelijke vakantiedagen waar uw werknemer in ieder geval recht op heeft, bedragen viermaal het aantal werkdagen per week. U hoeft de werknemer onder aan de streep alleen de opgebouwde, doch nog niet genoten vakantiedagen uit te betalen. Heeft uw werknemer eveneens recht op een dertiende maand of een bonus, dan zullen ook deze punten in de eindafrekening aan de orde moeten komen en door u worden uitbetaald.

Bent u een werkgever die voornemens is om over te gaan tot ontslag van uw werknemer? Neem dan contact op met Law & More. Bij Law & More begrijpen wij dat ontslagprocedures niet alleen complex zijn, maar ook voor u als werkgever ingrijpende consequenties kunnen hebben. Daarom hanteren wij een persoonlijke aanpak en kunnen wij samen u uw situatie en de mogelijkheden beoordelen. Aan de hand van deze analyse kunnen wij u adviseren met betrekking tot de juiste vervolgstappen. Verder voorzien wij u graag van advies en bijstand tijdens de ontslagprocedure. Heeft u vragen over onze diensten of over ontslag? Meer informatie over ontslag en onze diensten vindt u ook op onze site: Ontslagadvocaat.site.

Schadeclaim: wat moet u weten?
Blog

Schadeclaim: wat moet u weten?

In het Nederlandse schadevergoedingsrecht geldt het uitgangspunt: eenieder draagt zijn eigen schade. In sommige gevallen is simpelweg niemand aansprakelijk te stellen. Denk bijvoorbeeld aan schade als gevolg van hagelbuien. Is uw schade wel door iemand veroorzaakt? Dan komt het mogelijk tot vergoeding van de schade pas wanneer er een grondslag bestaat om diegene aansprakelijk te stellen. In het Nederlandse recht zijn tweetal grondslagen te onderscheiden: contractuele en wettelijke aansprakelijkheid.

Contractuele aansprakelijkheid

Gaan partijen een overeenkomst aan? Dan is het niet alleen de bedoeling, maar ook een verplichting dat de daarin gemaakte afspraken door beide partijen worden nagekomen. Wanneer een partij haar verplichtingen uit het contract niet nakomt, is er sprake van een tekortkoming. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarbij de leverancier de goederen niet, te laat dan wel in slechte staat levert.

Schadeclaim: wat moet u weten?

Echter, enkel tekortkoming geeft nog geen recht op schadevergoeding. Daartoe is voorts toerekenbaarheid vereist. Toerekenbaarheid is geregeld in artikel 6:75 BW. Daarin is bepaald dat een tekortkoming niet aan de wederpartij kan worden toegerekend indien het niet te wijten is aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling dan wel in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Zo ook in gevallen van overmacht.

Is er sprake van een tekortkoming en is deze ook toerekenbaar? Dan kan de schade als gevolg daarvan nog niet direct bij de wederpartij worden geclaimd. Doorgaans dient namelijk eerst nog een ingebrekestelling te worden gestuurd teneinde de wederpartij de gelegenheid te geven om zijn verplichtingen alsnog en binnen een redelijke termijn na te komen. Blijft de nakoming door de wederpartij nog steeds uit, dan is er sprake van verzuim en kan voorts schadevergoeding worden gevorderd.

Daarnaast is aansprakelijkheid van de wederpartij, gelet op het beginsel van contractsvrijheid, niet vanzelfsprekend. Immers, in Nederland hebben partijen namelijk grote contractsvrijheid. Dat wil zeggen dat het de contractspartijen eveneens vrijstaat om een bepaalde tekortkoming dan wel toerekenbaarheid uit te sluiten. Doorgaans gebeurt dit in de overeenkomst zelf of in de daarop van toepassing verklaarde algemene voorwaarden door middel van een exoneratiebeding. Een dergelijk beding moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen, alvorens een partij zich daarop ter afwering van aansprakelijkheid kan beroepen. Wanneer een dergelijk beding in de contractuele verhouding aanwezig is en aan de voorwaarden voldoet, geldt het uitgangspunt.

Wettelijke aansprakelijkheid

Een van de meest bekende en voorkomende vormen van wettelijke aansprakelijkheid is de onrechtmatige daad. Daarbij gaat het om een handelen of nalaten van iemand dat onrechtmatig schade bij een ander veroorzaakt. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat uw bezoek al dan niet per ongeluk uw kostbare vaas omstoot of uw dure fotocamera kapot laat vallen. In dat geval bepaalt artikel 6:162 BW dat de gedupeerde van een dergelijk handelen dan wel nalaten recht heeft op schadevergoeding indien aan bepaalde voorwaarde wordt voldaan.

Zo dient het gedraag oftewel de daad van een ander allereerst als onrechtmatig te kunnen worden bestempeld. Dat is het geval indien de daad een inbreuk op een bepaalde recht omvat of een doen of nalaten in strijd met wettelijke plicht of maatschappelijke betamelijkheid, oftewel de ongeschreven normen, betreft. Voorts dient de daad aan de ‘dader’ te worden toegerekend. Dit is mogelijk indien zij te wijten is aan zijn schuld of een oorzaak die krachtens de wet of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Opzet is in het kader van toerekenbaarheid niet vereist. Zeer lichte schuld kan al voldoende zijn.

Echter, toerekenbare overtreding van een norm leidt niet steeds tot aansprakelijkheid jegens eenieder die hierdoor schade lijdt. Aansprakelijkheid kan namelijk nog worden ingeperkt door de relativiteitsvereiste. Dit vereiste bepaalt dat geen verplichting tot schadevergoeding bestaat, wanneer de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade zoals de benadeelde die heeft geleden. Belangrijk is dus dat de ‘dader’ door schending van die norm onrechtmatig heeft gehandeld ‘jegens’ de benadeelde.

Soorten schade die voor vergoeding in aanmerking komen

Wanneer aan de vereisten van contractuele dan wel wettelijke aansprakelijkheid wordt voldaan, dan kan er schadevergoeding worden gevorderd. De schade dat in Nederland voor vergoeding in aanmerking komt, omvat vervolgens vermogensschade en ander nadeel. Waar vermogensschade overeenkomstig artikel 6:96 BW het geleden verlies of de gederfde winst betreft, gaat het bij ander nadeel volgens artikel 6:101 BW om immaterieel leed.  Vermogensschade komt in beginsel steeds en geheel voor vergoeding in aanmerking, ander nadeel slechts voor zover de wet dat met zoveel woorden bepaalt.

Volledige vergoeding van werkelijk geleden schade

Indien het tot schadevergoeding komt, geldt voorts het uitgangspunt van volledige vergoeding van de werkelijk geleden schade.

Dit uitgangspunt houdt in dat de benadeelde van een schadeveroorzakende gebeurtenis ook niet meer dan zijn volledige schade vergoed krijgt. Artikel 6:100 BW bepaalt namelijk dat indien eenzelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel heeft opgeleverd, dit voordeel, voor zover dit redelijk is, bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening moet worden gebracht. Een voordeel kan worden omschreven als een verbetering van de (vermogens)positie van de benadeelde als gevolg van de schadeveroorzakende gebeurtenis.

Bovendien zal de schade niet altijd volledig worden vergoed. Verwijtbaar gedrag van de benadeelde zelf of omstandigheden in de risicosfeer van de benadeelde spelen daarbij een belangrijke rol. De vraag die dan moet worden gesteld is het volgende: had de benadeelde, ten aanzien van intreden of omvang van de schade, anders moeten handelen dan dat hij gedaan heeft? In sommige gevallen kan de benadeelde namelijk gehouden zijn om de schade te beperken. Denk daarbij aan de situatie van aanwezig hebben van een brandblusser voordat de schadeveroorzakende gebeurtenis zoals brand, plaatsvond. Is er eigen schuld aan de zijde van de benadeelde aanwezig? Dan leidt de eigen schuld in beginsel tot vermindering van de schadevergoedingsplicht van de schadeveroorzaker en dient de schade tussen de schadeveroorzaker en de gedupeerde te worden verdeeld. Met andere woorden: een (groot) deel van de schade blijft voor eigen rekening van de benadeelde. Tenzij de benadeelde ervoor verzekerd is.

Verzekeren tegen schade

Gelet op het voorgaande kan het verstandig zijn om zich te verzekeren om te voorkomen dat u als benadeelde of als schadeveroorzaker uiteindelijk blijft zitten met de schade. Immers, schade en het claimen daarvan is een lastig leerstuk. Bovendien kunt u tegenwoordig bij verzekeringsmaatschappijen gemakkelijk diverse verzekeringen afsluiten zoals een aansprakelijkheidsverzekering, inboedel- of autoverzekering.

Heeft u te maken met schade en wilt u dat de verzekering uw schade vergoedt? Dan dient u de schade zelf, doorgaans binnen een maand, bij uw verzekeraar te melden. Het is aan te raden om daarvoor zo veel mogelijk bewijs te verzamelen. Welk bewijs u nodig heeft, hangt af van de soort schade en de afspraken die u met uw verzekeraar heeft gemaakt. Na uw melding zal de verzekeraar aangegeven of en welke schade wordt vergoed.

Let wel dat indien de schade door uw verzekering is vergoed, u deze schade niet meer van de schadeveroorzaker kunt eisen. Dit is anders wat betreft de schade die niet door uw verzekeraar wordt gedekt. En ook de premieverhoging als gevolg van het claimen van de schade bij uw verzekeraar komt voor vergoeding door de schadeveroorzaker in aanmerking.

Onze diensten

Bij Law & More begrijpen we dat iedere schade ingrijpende gevolgen voor u kan hebben. Heeft u te maken met schade en wilt u weten of dan wel hoe u deze schade het beste kunt verhalen? Heeft u te maken met een schadeclaim en wenst u juridische bijstand in de procedure? Bent u benieuwd naar wat we nog meer voor u kunnen betekenen? Neem dan contact op met Law & More. Onze advocaten zijn deskundig op het gebeid van schadeclaims en staan u graag bij door middel van een persoonlijke en doelgerichte aanpak en advies!

Voorwaarden in het kader van gezinshereniging
Blog

Voorwaarden in het kader van gezinshereniging

Wanneer een immigrant een verblijfsvergunning verkrijgt, krijgt deze ook het recht op gezinshereniging. Gezinshereniging houdt in dat de gezinsleden van de statushouder naar Nederland mogen komen. Artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens voorziet namelijk in het recht op eerbiediging van familie- en gezinsleven. Bij gezinshereniging gaat het vaak om de ouders, broers en zussen of kinderen van de immigrant. De statushouder en zijn of haar familie dienen wel aan een aantal voorwaarden te voldoen.

Voorwaarden in het kader van gezinshereniging

De referent

De statushouder wordt ook wel de referent genoemd in de procedure voor gezinshereniging. De referent dient de aanvraag voor gezinshereniging binnen drie maanden nadat hij of zij een verblijfsvergunning heeft verkregen op te sturen naar de IND. Het is daarbij belangrijk dat de gezinsleden al een gezin vormden, voordat de immigrant naar Nederland reisde. In het geval van een huwelijk of een partnerschap dient de immigrant aan te tonen dat de partnerschap duurzaam en exclusief is en dat deze reeds bestond voor de immigratie. De statushouder moet dus aantonen dat er voor zijn reis al sprake was van gezinsvorming. De belangrijkste bewijsmiddelen hiervoor zijn officiële documenten, zoals huwelijksaktes of geboorteaktes. Wanneer de statushouder geen toegang heeft tot deze documenten, kan soms een DNA-onderzoek worden aangevraagd om de familieband aan te tonen. Naast dat de familieband aantoonbaar moet zijn, is het belangrijk dat de referent voldoende geld heeft om het familielid te onderhouden. Dit betekent meestal dat de statushouder het wettelijk minimumloon of een percentage daarvan moet verdienen.

Extra voorwaarden

Er gelden extra voorwaarden voor specifieke gezinsleden. Familieleden tussen de 18 en 65 jaar moeten een basisexamen inburgering afleggen, voordat zij naar Nederland komen. Dit wordt ook wel de inburgeringseis genoemd. Verder geldt voor huwelijken die gesloten zijn voordat de statushouder naar Nederland kwam, dat beide partners de minimale leeftijd van 18 jaar bereikt moeten hebben. Voor huwelijken die later zijn gesloten of voor ongehuwde relaties is het een eis dat beide partners minstens 21 jaar oud moeten zijn.

Wilt de referent herenigen met zijn of haar kinderen dan is het volgende vereist. Kinderen moeten minderjarig zijn op het moment dat de aanvraag voor gezinshereniging ingediend wordt. Voor kinderen vanaf 18 tot 25 geldt dat ook zij in aanmerking kunnen komen voor gezinshereniging met hun ouder, indien het kind altijd feitelijk tot het gezin heeft behoord en het nog steeds tot het gezin van de ouders behoort.

MVV

Voordat de IND toestemming verleent om de familie naar Nederland te laten komen, moeten de familieleden zich melden bij de Nederlandse ambassade. Daar kunnen zij een MVV aanvragen. Een MVV staat voor ‘Machtiging tot Voorlopig Verblijf’. Bij het indienen van de aanvraag neemt de medewerker bij de ambassade de vingerafdrukken af van het familielid. Ook moet deze een pasfoto meenemen en een handtekening zetten. Dan wordt de aanvraag naar de IND doorgestuurd.

De kosten voor de reis naar de ambassade kunnen oplopen en ook kan deze reis in sommige landen erg gevaarlijk zijn. De referent kan daarom ook zelf de MVV aanvragen bij de IND voor zijn gezinslid. Dit wordt zelfs aangeraden door de IND. In dat geval is het van belang dat de referent een pasfoto meeneemt van het familielid en een door het familielid ondertekende antecedentenverklaring. Met een antecedentenverklaring verklaart het gezinslid dat hij of zij geen crimineel verleden heeft.

Beslissing IND

De IND gaat na of uw aanvraag compleet is. Dit is het geval, wanneer u de gegevens juist hebt ingevuld en alle benodigde documenten hebt toegevoegd. Indien de aanvraag niet compleet is, ontvangt u een brief om het verzuim te herstellen. In deze brief staan de aanwijzingen die aangeven hoe u de aanvraag wel compleet kunt maken en de datum waarop de aanvraag compleet moet zijn.

Wanneer de IND alle documenten ontvangt en de resultaten van eventuele onderzoeken binnen zijn, gaat zij controleren of u aan de voorwaarden voldoet. In alle gevallen wordt door de IND aan de hand van een individuele belangenafweging beoordeeld of er sprake is van een familie- of gezinsleven waarop artikel 8 EVRM van toepassing is. Vervolgens krijgt u een beslissing op uw aanvraag. Dit kan een negatieve beslissing zijn of een positieve beslissing. Bij een negatieve beslissing, wijst de IND de aanvraag af. Bent u het niet eens met de beslissing van de IND, dan kunt u bezwaar maken. Dit kan door een bezwaarschrift te sturen naar de IND, waarin u uitlegt waarom u het niet eens bent met de beslissing. Dit bezwaar dient u binnen 4 weken na de datum van de beslissing van de IND te maken.

Bij een positieve beslissing wordt de aanvraag tot gezinshereniging goedgekeurd. Het gezinslid mag naar Nederland komen. Deze kan de MVV ophalen bij de ambassade die op het aanmeldformulier vermeld staat. Dit moet gebeuren binnen 3 maanden na de positieve beslissing en er moet vaak een afspraak voor gemaakt worden. De medewerker van de ambassade plakt de MVV in het paspoort. De MVV is 90 dagen geldig. Het familielid moet dan binnen 90 dagen naar Nederland reizen en zich melden bij de opvanglocatie in Ter Apel.

Bent u een immigrant en heeft u hulp nodig bij of vragen over deze procedure? Onze advocaten staan u graag bij. Neem contact op met Law & More.

Verplichtingen van de werkgever en de werknemer volgens de Arbeidsomstandighedenwet
Blog

Verplichtingen van de werkgever en de werknemer volgens de Arbeidsomstandighedenwet

Wat voor werk u ook doet, in Nederland geldt het uitgangspunt dat eenieder veilig en gezond moet kunnen werken. De visie achter dit uitgangspunt is dat het werk niet mag leiden tot lichamelijke dan wel geestelijke ziekte en helemaal niet tot dood als gevolg. Dit uitgangspunt wordt in de praktijk gewaarborgd door de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Deze wet is daarom gericht op het bevorderen van goede arbeidsomstandigheden en het voorkomen van ziekte en arbeidsongeschiktheid van werknemers. Bent u een werkgever? Dan ligt de zorg voor een gezonde en veilige werkomgeving volgens de Arbowet in beginsel bij u. Binnen uw onderneming dient niet alleen voldoende kennis van gezond en veilig werken aanwezig te zijn, maar dienen ook de richtlijnen van de Arbowet te worden gevolgd om onnodig gevaar voor werknemers te voorkomen. Bent u een werknemer? In dat geval wordt in het kader van de gezonde en veilige werkomgeving ook het een en ander van u verwacht.

Verplichtingen van de werkgever en de werknemer volgens de Arbeidsomstandighedenwet

Verplichtingen werknemer

Volgens de Arbowet is de werkgever uiteindelijk samen met zijn werknemer verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden. Ook als werknemer dient u daarom bij te dragen aan het tot stand komen van een gezonde en veilige werkplek. Meer concreet bent u als werknemer, gelet op de Arbowet, verplicht:

  • de arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op een juiste wijze te gebruiken;
  • de beveiligingen op arbeidsmiddelen niet te veranderen en/of weg te halen;
  • de door de werkgever beschikbaar gestelde persoonlijke beschermings-/hulpmiddelen op een juiste manier te gebruiken en op de daarvoor bestemde plaats op te bergen;
  • mee te werken aan de georganiseerde voorlichting en instructie;
  • de werkgever in te lichten over de opgemerkte gevaren voor de veiligheid en gezondheid in het bedrijf;
  • de werkgever en andere deskundige personen (zoals preventiemedewerker) indien nodig bij te staan bij de uitvoering van hun verplichtingen.

Kortom dient u zich als werknemer verantwoord te gedragen. Dit doet u door op een veilige manier de arbeidsomstandigheden te benutten en op een veilige manier uw werkzaamheden te verrichten zodat u uzelf en anderen niet in gevaar brengt.

Verplichtingen werkgever

Om te kunnen voorzien in een gezonde en veilige werkomgeving dient u als werkgever een beleid te voeren dat gericht is op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden. De Arbowet geeft richting aan dit beleid en arbeidsomstandigheden die daaraan voldoen. Zo moet het arbobeleid in elk geval bestaan uit een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Daarin dient u als werkgever schriftelijk te vermelden welke risico’s het werk met zich meebrengt voor uw werknemers, hoe deze risico’s voor veiligheid en gezondheid binnen uw onderneming worden aangepakt en welke risico’s in de vorm van arbeidsongevallen zich al eerder hebben voorgedaan. Een preventiemedewerker helpt u bij het opstellen van risico-inventarisatie en -evaluatie en geeft advies over een goed arbobeleid. Iedere onderneming dient ten minste één dergelijke preventiemedewerker aan te wijzen. Dit mag niet iemand zijn van buiten de onderneming. Heeft u 25 of minder werknemers in dienst? Dan mag u zelf als preventiemedewerker optreden.

Een van de risico’s waar iedere onderneming die werknemers in dienst heeft mee te maken kan krijgen, is ziekteverzuim. Volgens de Arbowet dient u als werkgever daarom over een ziekteverzuimbeleid te beschikken. Hoe gaat u als werkgever binnen uw onderneming met ziekteverzuim om als deze zich voordoet? Het antwoord op deze vraag dient u op een duidelijke, adequate wijze vast te leggen. Echter, om de kans op de verwezenlijking van een dergelijk risico te verkleinen, is het raadzaam om een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) binnen uw onderneming te laten verrichten. Bij een dergelijk onderzoek inventariseert de bedrijfsarts of u gezondheidsproblemen ondervindt door het werk. Het deelnemen aan dergelijk onderzoek is voor uw werknemer niet verplicht, maar kan wel heel nuttig zijn en bijdragen aan een gezonde en vitale kring van werknemers.

Daarnaast, om andere onvoorziene risico’s te voorkomen, dient u een bedrijfshulpverlener (BHV) aan te stellen. Een bedrijfshulpverlener is opgeleid om in geval van nood de werknemers en klanten in veiligheid te brengen en zal daarom bijdragen aan de veiligheid van uw onderneming. Welke en hoeveel personen u als BHV’er aanwijst, kunt u zelf bepalen. Dit geldt ook voor de manier waarop bedrijfshulpverlening zal plaatsvinden. Daarbij dient u echter wel rekening te houden met de grootte van uw onderneming.

Toezicht en naleving

Ondanks de geldende wet- en regelgeving doen zich in Nederland nog jaarlijks arbeidsongevallen voor die eenvoudig door de werkgever dan wel werknemer hadden kunnen worden voorkomen. Enkel het bestaan van de Arbowet blijkt niet altijd voldoende te zijn om het uitgangspunt dat eenieder veilig en gezond moet kunnen werken, te waarborgen. Daarom controleert de Inspectie SZW of werkgevers, maar ook of werknemers zich aan de regels voor gezond, veilig en eerlijk werk houden. De Inspectie kan volgens de Arbowet een onderzoek instellen wanneer een ongeval zich heeft voorgedaan of wanneer een ondernemingsraad of vakbond daarom vraagt. Daarbij heeft de Inspectie vergaande bevoegdheden en is de medewerking aan dit onderzoek verplicht. Constateert de Inspectie een overtreding van de Arbowet, dan kan het stil leggen van het werk, een hoge boete of een misdrijf/economisch delict opleveren. Om dergelijke vergaande maatregelen te voorkomen, is het voor u als werkgever, maar ook als werknemer raadzaam om aan alle verplichtingen van de Arbowet te voldoen.

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Neem dan contact op met Law & More. Onze advocaten zijn deskundig op het gebied van arbeidsrecht en voorzien u graag van advies.

Het dwangakkoord: Instemmen of niet?
Blog

Het dwangakkoord: Instemmen of niet?

Een schuldenaar die zijn openstaande vorderingen niet meer kan betalen, heeft een aantal mogelijkheden. Hij kan zijn eigen faillissement aanvragen of verzoeken om toelating tot de wettelijke schuldsanering. Ook een schuldeiser kan het faillissement van zijn schuldenaar aanvragen. Voordat een schuldenaar tot de WSNP (Wet schuldsanering natuurlijke personen) kan worden toegelaten, zal hij een minnelijk traject moeten doorlopen. In dit traject wordt geprobeerd een minnelijke regeling te treffen met alle schuldeisers. Wanneer een of meer schuldeisers niet akkoord gaan, kan de schuldenaar aan de rechter vragen om de weigerende schuldeisers te dwingen alsnog in te stemmen met de regeling.

Het dwangakkoord: Instemmen of niet?

Dwangakkoord

Het dwangakkoord is geregeld in artikel 287a Faillissementswet (Fw). De schuldeiser moet het verzoek om een dwangakkoord tegelijkertijd met het verzoek om toelating tot de WSNP indienen bij de rechtbank. Vervolgens worden alle weigerende schuldeisers opgeroepen voor de zitting. U mag dan een schriftelijk verweerschrift indienen of u kunt uw verweer tijdens de zitting voeren. De rechter zal beoordelen of u redelijkerwijze tot de weigering van de minnelijke regeling heeft mogen komen. Daarbij wordt de onevenredigheid tussen het belang dat u heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van de schuldenaar of van de overige schuldeisers die door die weigering worden geschaad, in aanmerking genomen. Indien de rechter van oordeel is dat u in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, dan wordt het verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord toegewezen. U dient dan akkoord te gaan met de aangeboden regeling en zult dan genoegen moeten nemen met een gedeeltelijke afbetaling van de vordering. Daarnaast wordt u als weigerende schuldeiser in de kosten van het geding veroordeeld. Als het dwangakkoord niet opgelegd wordt, zal beoordeeld worden of uw schuldenaar tot de schuldsanering kan worden toegelaten, althans zolang de schuldenaar het verzoek handhaaft.

Moet u als schuldeiser akkoord gaan?

Het uitgangspunt is dat u recht heeft op volledige betaling van uw vordering. U hoeft in beginsel dan ook niet akkoord te gaan met een gedeeltelijke betaling of een (minnelijke) betalingsregeling.

De rechter zal bij de beoordeling van het verzoek met verschillende feiten en omstandigheden rekening houden. De rechter zal vaak toetsen aan de volgende aspecten:

  • is er sprake van een goed en betrouwbaar gedocumenteerd voorstel;
  • is het saneringsvoorstel getoetst door een onafhankelijke en deskundige partij (bijvoorbeeld door een gemeentelijke kredietbank);
  • is voldoende duidelijk gemaakt dat het aanbod het uiterste is waartoe de schuldenaar financieel in staat moet worden geacht;
  • biedt het alternatief van faillissement of schuldsanering enig uitzicht voor de schuldenaar;
  • biedt het alternatief van faillissement of schuldsanering enig uitzicht voor de schuldeiser: hoe groot is de kans dat de weigerende schuldeiser dan evenveel of meer zal ontvangen;
  • is aannemelijk dat gedwongen medewerking aan een schuldregeling voor de schuldeiser concurrentieverstorend werkt;
  • bestaat er precedentwerking voor vergelijkbare gevallen;
  • wat is de zwaarte van het financiële belang dat de schuldeiser heeft bij volledige nakoming;
  • hoe groot is het aandeel van de weigerende schuldeiser in de totale schuldenlast;
  • staat de weigerende schuldeiser alleen naast de overige met de schuldregeling instemmende schuldeisers;
  • is er eerder een minnelijke of een gedwongen schuldregeling geweest die niet naar behoren is nagekomen. [1]

Om te verduidelijken hoe de rechter een afweging maakt, wordt hier een voorbeeld gegeven. In de zaak, die speelde bij het Gerechtshof in Den Bosch [2], werd er geoordeeld dat het aanbod zoals dat door de schuldenaar in het kader van een minnelijke regeling aan haar schuldeisers was gedaan, niet kon worden beschouwd als het uiterste waartoe hij financieel redelijkerwijs in staat moest worden geacht. Daarbij was van belang dat de schuldenaar nog relatief jong was (25 jaar) en mede vanwege die leeftijd beschikte over een in beginsel grote potentiële verdiencapaciteit. Zij zou ook op korte termijn een werkstage vervullen. In die situatie lag het in de lijn der verwachting dat de schuldenaar een betaalde baan zou kunnen vinden. De reële arbeidsverwachtingen waren in de aangeboden regeling niet meegenomen. Daardoor kon tevens niet goed vastgesteld worden wat de weg van de wettelijke schuldsanering voor uitkomsten zou bieden. Verder betrof de schuld van de weigerende schuldeiser, DUO, een groot aandeel van de totale schuldenlast. Het gerechtshof was van oordeel dat DUO in redelijkheid mocht weigeren in te stemmen met de minnelijke regeling.

Dit voorbeeld is slechts ter illustratie. Er waren nog andere omstandigheden die meespeelden. Of een schuldeiser mag weigeren akkoord te gaan met de minnelijke regeling verschilt per zaak. Het is afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden. Wordt u geconfronteerd met een dwangakkoord? Neem dan contact op met een van de advocaten van Law & More. Zij kunnen voor u een verweerschrift opstellen en u bijstaan tijdens een zitting.

 

[1] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 9 juli 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2101.

[2] Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 12 april 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1583.

Conflict door tequila
Blog

Conflict door tequila

Een bekende rechtszaak van 2019 [1]: De Mexicaanse toezichthoudende overheidsorganisatie CRT (Consejo Regulador de Tequila) had een procedure gestart tegen Heineken die op haar Desperados flesjes vrij groot het woord Tequila vermeldde.

Desperados behoort tot de selecte groep van internationale merken van Heineken en is volgens de brouwer een “tequila flavoured beer”, dus een biertje met smaaktoevoeging van tequila. Desperados wordt niet in Mexico verkocht, maar wel in onder meer Nederland, Spanje, Duitsland, Frankrijk en Polen.

Volgens Heineken bevat hun smaakmaker de juiste tequila die ze afnemen bij Mexicaanse leveranciers, aangesloten bij CRT. Ook zorgen ze ervoor dat het product volledig voldoet aan alle regels en vereisten voor etikettering. CRT stelt echter dat Heineken wel degelijk de regels overtreedt die bedoeld zijn voor de bescherming van namen van lokale producten. Het Desperados- biertje met tequilasmaak van Heineken zou op deze manier de goede naam van tequila aantasten.

Conflict door tequila

Smaakversterkers

Volgens CRT-directeur Ramon Gonzalez claimt Heineken dat de smaaktoevoeging voor 75 procent uit tequila bestaat, maar uit onderzoek van CRT en een gezondheidscentrum in Madrid zou blijken dat Desperados geen tequila bevat. Het probleem lijkt te zitten bij de hoeveelheid smaakversterkers die aan het bier worden toegevoegd en het recept dat daarvoor wordt gebruikt.  CRT stelt in deze procedure onder meer dat het product Desperados niet voldoet aan de Mexicaanse regelgeving, wat wel vereist is voor alle producten waarin Tequila zit. Tequila is een beschermde geografische aanduiding, waardoor alleen Tequila die geproduceerd is bij daartoe gecertificeerde bedrijven in Mexico daadwerkelijk Tequila mag heten. Zo moeten bijvoorbeeld de agaves die worden gebruikt tijdens het distilleren uit een speciaal aangewezen gebied in Mexico komen. Ook moet 25 tot 51 procent van een mixdrankje tequila bevatten om de naam op het label te mogen hebben. CRT meent onder andere dat de consument wordt misleid omdat Heineken de indruk zou wekken dat er méér Tequila in het bier zou zitten dan er daadwerkelijk in zit.

Merkwaardig is het wel dat CRT zo lang gewacht heeft met actie ondernemen. Desperados is namelijk al sinds 1996 op de markt. Volgens Gonzalez kwam dit door de juridische kosten die hier mee gemoeid zouden zijn, aangezien het om een internationale zaak gaat.

Toetsing

De rechtbank heeft geoordeeld dat hoewel het woord “tequila” prominent op de voorkant van de verpakking en in reclame-uitingen van Desperados staat vermeld, de consument toch zal begrijpen dat Tequila uitsluitend als smaakmaker in Desperados is verwerkt en dat het percentage Tequila gering is. De claim dat er Tequila in het product zit, is volgens de rechtbank juist. De Tequila die is toegevoegd aan Desperados is overigens ook afkomstig van een door CRT goedgekeurde producent. Ook wordt de consument niet misleid, omdat op de achterzijde van het flesje op het etiket vermeldt staat dat het gaat om “bier gearomatiseerd met tequila”, aldus de rechtbank. Onduidelijk blijft overigens welk percentage Tequila er daadwerkelijk in Desperados verwerkt zit. Uit het vonnis van de rechtbank lijkt het er op dat CRT te weinig duidelijk heeft gemaakt dat Tequila in onvoldoende hoeveelheid wordt gebruikt om het drankje een essentieel kenmerk te verlenen. Dat is namelijk een doorslaggevende vraag om na te gaan of een vermelding is toegestaan of dat deze misleidend wordt geacht.

Conclusie

In het vonnis van 15 mei 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:3564, heeft de rechtbank Amsterdam geconcludeerd dat de vorderingen van CRT niet toewijsbaar waren op een van de door CRT gestelde grondslagen. De vorderingen werden afgewezen. Door deze uitkomst werd CRT als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Heineken. Ondanks dat Heineken deze zaak heeft gewonnen, is de etikettering op Desperado flesjes toch aangepast. Het dikgedrukte “Tequila” op de voorkant van het etiket is vervangen in “Gearomatiseerd met Tequila”.

Tot slot

Constateert u dat een ander uw merk gebruikt of heeft geregistreerd, dan dient u tijdig actie te ondernemen. De kans op succes neemt af naarmate u langer wacht met het nemen van maatregelen. Wilt u meer weten over dit onderwerp neem dan contact op met ons. Wij beschikken over de juiste advocaten die u kunnen adviseren en ondersteunen. U kunt hierbij denken aan bijstand bij merkinbreuk of bij het opstellen van een licentie-overeenkomst of overdrachtsakte.

[1] Rechtbank Amsterdam, 15 mei 2019

ECLI:NL:RBAMS:2019:3564

Alimentatie en de herberekening
Blog

Alimentatie en de herberekening

Een onderdeel van de scheiding vormt het maken van financiële afspraken. Een van de afspraken betreft doorgaans de partner- of kinderalimentatie: bijdrage aan de kosten van levensonderhoud voor het kind of ex-partner. Op het moment dat de ex-partners gezamenlijk of een van hen de echtscheiding aanvraagt, is een alimentatieberekening inclusief. In de wet zijn geen regels opgenomen over de berekening van de alimentatie. Daarom gelden de  zogenaamde ‘Trema-normen’ opgesteld door de rechters hiervoor als uitgangspunt. Aan de basis van deze berekening staan de behoefte en de draagkracht. De behoefte ziet op de welstand die de ex-partner en de kinderen vóór de scheiding gewend waren. Meestal is het na de scheiding voor de ex-partner niet mogelijk om in welstand op hetzelfde niveau te voorzien omdat de financiële ruimte oftewel de draagkracht daarvoor te beperkt is. De kinderalimentatie heeft doorgaans voorrang op de partneralimentatie. Als na het vaststellen daarvan nog enige draagkracht over is, dan kan deze worden gebruikt voor de eventuele partneralimentatie.

De partner- of kinderalimentatie wordt berekend aan de hand van de huidige situatie van de ex-partners. Echter, na de scheiding kan deze situatie en daarmee de draagkracht in de loop van de tijd veranderen. Daaraan kunnen diverse oorzaken ten grondslag liggen. In dit kader kunt u bijvoorbeeld denken aan trouwen met een nieuwe partner of een lager inkomen door ontslag. Daarnaast kan het zo zijn dat aanvankelijke alimentatie is vastgesteld op basis van verkeerde of onvolledige gegevens. In dat geval kan het nodig zijn om de alimentatie te laten herberekenen. Hoewel het vaak niet de bedoeling is, kan het herberekenen van iedere vorm van alimentatie oude problemen naar boven halen of voor nieuwe financiële problemen bij de ex-partner zorgen, zodat de spanningen tussen de ex-partners opnieuw kunnen oplopen. Daarom is het raadzaam om de gewijzigde situatie voor te leggen aan en de herberekening van de alimentatie te laten uitvoeren door een mediator. De mediators van Law & More helpen u daar graag bij. De mediators van Law & More begeleiden u bij overleg, garanderen juridische en emotionele ondersteuning, nemen de belangen van beide partijen mee in het overleg en leggen uw gezamenlijke afspraken vervolgens vast.Soms leidt mediation echter niet tot de gewenste oplossing tussen de ex-partners en daarmee nieuwe afspraken over de herberekening van de alimentatie. In dat geval ligt de stap naar de rechter voor de hand. Wilt u deze stap naar de rechter maken? Dan heeft u altijd een scheidingsadvocaat nodig. De advocaat kan dan de rechter verzoeken om de alimentatieplicht te veranderen. Uw ex-partner krijgt in dat geval zes weken de tijd om een verweerschrift of een tegenverzoek in te dienen. De rechter kan de alimentatie vervolgens wijzigen, dat wil zeggen verhogen, verlagen of op nihil stellen. Daartoe dient volgens de wet wel sprake te zijn van een ‘wijziging van omstandigheden’. Van dergelijke gewijzigde omstandigheden is bijvoorbeeld sprake in de volgende situaties:

  • ontslag of werkloosheid
  • verhuizing van de kinderen
  • nieuw of ander werk
  • hertrouwen, samenwonen of een geregistreerd partnerschap aangaan
  • verandering van de omgangsregeling

Omdat de wet het begrip ‘wijziging van omstandigheden’ niet precies definieert, kunnen ook andere omstandigheden dan hierboven genoemd daaronder vallen. Dit geldt echter niet voor de situaties waarbij u zelf kiest om minder te gaan werken of simpelweg een nieuwe partner krijgt, zonder dat u daarmee samenwoont, trouwt of een geregistreerd partnerschap aan gaat.

Vindt de rechter dat er geen sprake is van een wijziging van omstandigheden? Dan wordt uw verzoek niet toegekend. Is wijziging van omstandigheden wel aan de orde? Dan volgt er uiteraard een toewijzing van uw verzoek. Overigens wordt uw verzoek zondermeer en zonder aanpassingen toegewezen indien enige reactie aan de zijde uw ex-partner uitblijft. Meestal volgt de uitspraak tussen vier en zes weken na de zitting. In zijn beslissing zal de rechter ook aangeven vanaf welke dag een eventueel nieuw vastgesteld bedrag aan partner- of kinderalimentatie verschuldigd is. Bovendien kan de rechter daarbij bepalen dat de wijziging van de alimentatie zal plaatsvinden met terugwerkende kracht. Bent u het niet eens met de beslissing van de rechter? Dan kunt u binnen 3 maanden in hoger beroep.

Heeft u vragen over de alimentatie of wilt u de alimentatie laten herberekenen? Neem dan contact op met Law & More. Bij Law & More begrijpen wij dat de scheiding en de daaropvolgende gebeurtenissen ingrijpende gevolgen kunnen hebben op uw leven. Daarom hanteren wij een persoonlijke aanpak. Samen met u en eventueel uw ex-partner kunnen wij tijdens het gesprek aan de hand van de documentatie uw juridische situatie bepalen en proberen uw visie dan wel wensen met betrekking tot (de herberekening van) de alimentatie in kaart te brengen en vervolgens vast te leggen. Daarnaast kunnen wij u bijstaan in een eventuele alimentatieprocedure. De advocaten van Law & More zijn deskundig op het gebied van personen- en familierecht en begeleiden u, eventueel samen met uw partner, graag door dit proces heen.

Auteursrecht op foto’s
Blog

Auteursrecht op foto’s

Iedereen maakt dagelijks wel foto’s. Maar bijna niemand staat stil bij het feit dat op iedere gemaakte foto een intellectueel eigendomsrecht in de vorm van auteursrecht komt te rusten. Wat is een auteursrecht? En hoe zit het bijvoorbeeld met auteursrecht en social media? Immers, tegenwoordig is het aantal gemaakte foto’s dat vervolgens op Facebook, Instagram of Google verschijnt, groter dan ooit. Deze foto’s zijn dan online beschikbaar voor een groot publiek. Wie heeft dan nog het auteursrecht op de foto’s? En mag u wel foto’s op social media plaatsen als er ook andere mensen op uw foto’s staan? Deze vragen worden in de onderstaande blog beantwoord.

Auteursrecht op foto’s

Auteursrecht

De wet definieert het auteursrecht als volgend:

“Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.” [1]

Gelet op de wettelijke definitie van het auteursrecht heeft u, als maker van de foto, tweetal exclusieve rechten. Allereerst heeft u een exploitatierecht: recht om de foto openbaar te maken en te verveelvoudigen. Daarnaast heeft u een auteursrechtelijk persoonlijkheidsrecht: het recht zich te verzetten tegen openbaarmaking van de foto zonder vermelding van uw naam of andere aanduiding als maker en tegen iedere wijziging, aantasting of verminking van uw foto. Het auteursrecht, ook wel het copyright genoemd, komt vanaf het moment dat het werk gemaakt is, automatisch toe aan de maker. Maakt u een foto, dan verkrijgt u het auteursrecht van rechtswege. U hoeft dus nergens het auteursrecht te registreren of aan te vragen. Het auteursrecht is echter niet onbeperkt geldig en vervalt zeventig jaar na de dood van de maker.

Auteursrecht en social media

Omdat u als maker van de foto auteursrecht toekomt, kunt u besluiten om uw foto op social media te plaatsen en daarmee toegankelijk te maken voor een breed publiek. Dat gebeurt vaak ook. Uw auteursrechten worden door het plaatsen van de foto op Facebook of Instagram niet aangetast. Toch kunnen dergelijke platforms vaak uw foto’s vervolgens zonder toestemming of betaling gebruiken. Wordt uw auteursrecht dan geschonden? Niet altijd. Meestal geeft u de gebruiksrechten op de foto die u online plaatst, zelf via een licentie aan zo’n platform weg.

Als u een foto op een dergelijk platform uploadt, dan zijn vaak ‘gebruikersvoorwaarden’ van toepassing. De gebruikersvoorwaarden kunnen bepalingen bevatten dat op het moment dat u daarmee akkoord gaat, u toestemming geeft aan het platform om uw foto op een bepaalde manier, voor een bepaald doel en of in een bepaald gebied openbaar te maken en te verveelvoudigen. Gaat u akkoord met dergelijke voorwaarden, dan mag het platform uw foto onder de eigen naam online plaatsen en voor de marketing gebruiken. Echter, verwijdert u de foto of uw account waarop u de foto’s plaatst, dan wordt daarmee ook het recht van het platform om in de toekomst uw foto’s te gebruiken beëindigd. Dat geldt vaak niet voor de eventuele kopieën die eerder door het platform van uw foto’s zijn gemaakt en mag het platform deze kopieën onder omstandigheden blijven gebruiken.

Schending van uw auteursrechten is pas aan de orde als deze zonder uw toestemming als maker openbaar wordt gemaakt of verveelvoudigd. Daardoor kunt u, als bedrijf of als particulier, schade lijden. Als een ander uw foto bijvoorbeeld van Facebook- of Instagram-account haalt en deze vervolgens zonder toestemming of enige vermelding van de bron op eigen website/account gebruikt, dan kan uw auteursrecht geschonden zijn en kunt u als maker daartegen optreden. Heeft u in dit kader vragen over uw situatie, wilt u graag uw auteursrecht vastleggen of uw werk beschermen tegen personen die inbreuk maken op uw auteursrecht? Neem dan contact met de advocaten van Law & More.

Portretrecht

De maker van de foto heeft weliswaar het auteursrecht en daarmee een tweetal exclusieve rechten, maar deze rechten zijn onder omstandigheden niet absoluut. Staan er ook andere mensen op de foto?  Dan dient de maker van de foto rekening te houden met de rechten van de gefotografeerde personen. De personen op de foto hebben namelijk portretrecht dat betrekking heeft op de publicatie van het portret dat van hem/haar is gemaakt. Van portret is sprake als de persoon in de foto kan worden herkend, zelfs als het gelaat niet zichtbaar is. Een karakteristieke lichaamshouding of een omgeving kan al voldoende zijn.

Is de foto in opdracht van de gefotografeerde persoon gemaakt en wil de maker de foto publiceren? Dan heeft maker daarvoor toestemming nodig van de gefotografeerde persoon. Ontbreekt de toestemming, dan mag de foto niet openbaar worden gemaakt. Is er geen sprake van een opdracht? Dan kan de gefotografeerde op grond van zijn portretrecht de openbaarmaking van de foto tegengaan als hij daartoe redelijk belang kan aanvoeren. Vaak omvat redelijk belang privacy- of commerciële argumenten.

Wilt u graag meer informatie over het auteursrecht, portretrecht of onze diensten? Neem dan contact op met de advocaten van Law & More. Onze advocaten zijn deskundig op het gebied van het intellectueel eigendomsrecht en helpen u graag verder.

[1] Art. 1 Auteurswet

Waarde bepalen van het bedrijf: hoe doet u dat?
Blog

Waarde bepalen van het bedrijf: hoe doet u dat?

Wat is uw bedrijf waard? Als u een bedrijf wilt overnemen, verkopen, of simpelweg weten hoe uw bedrijf ervoor staat, is het handig om het antwoord op deze vraag te weten. Immers, hoewel de waarde van een bedrijf niet hetzelfde is als de uiteindelijke prijs die daadwerkelijk wordt betaald, vormt het wel het uitgangspunt bij de onderhandelingen over die prijs. Maar hoe komt u tot het antwoord op deze vraag? Daartoe bestaan een aantal verschillende methodes. De belangrijkste methodes worden hieronder besproken.

Waarde bepalen van het bedrijf: hoe doet u dat?

Bepaling van de intrinsieke waarde

De intrinsieke waarde is de waarde van het eigen vermogen van de onderneming en kan worden berekend door de waarde van alle activa, zoals gebouwen, machines, voorraden en liquide middelen te verminderd met alle passiva, oftewel de schulden. Aan de hand van deze berekening kan worden vastgesteld wat een bedrijf nu, op dit moment feitelijk waard is. Toch geeft deze wijze van waardebepaling niet altijd een compleet beeld. Immers, aan de basis van deze intrinsieke waardebepaling staat de altijd veranderlijke balans. Bovendien vermeldt de balans van de onderneming niet altijd alle activa, zoals kennis, contracten en kwaliteit van het personeel en omvat eveneens niet altijd alle financiële verplichtingen zoals huur- en leasecontracten. Het gaat bij deze methode dus om slechts een momentopname dat verder niets zegt over de voortgang in het verleden of het eventuele toekomstperspectief van de onderneming.

Bepaling van de rentabiliteitswaarde

De rentabiliteitswaarde vormt een andere wijze aan de hand waarvan de waarde van de onderneming kan worden bepaald. In tegenstelling tot de voorgaande methode houdt deze berekeningswijze wel rekening met (het winstniveau in) de toekomst. Teneinde de waarde van uw onderneming volgens deze methode te vast te stellen dient u eerst het winstniveau en daarna de rentabiliteitseis te bepalen. Het winstniveau bepaalt u aan de hand van het nettoresultaat van de onderneming, gelet op de winstontwikkeling in het verleden en de verwachtingen voor de toekomst. Daarna deelt u de winst door het vereiste rendement op het eigen vermogen. Deze rendementseis is vaak gebaseerd op de rente op een langlopende risicoloze belegging plus een opslag voor branche- en ondernemersrisico. In de praktijk wordt deze methode het meeste gehanteerd. Toch geldt ook voor deze methode dat daarbij onvoldoende rekening wordt gehouden met de financieringsstructuur van de onderneming en de aanwezigheid van de overige activa. Bovendien geldt bij deze methode dat het investeringsrisico niet van het financieringsrisico kan worden gescheiden.

Discounted cashflow-methode

Het beste beeld van de waarde van de onderneming ontstaat door berekening aan de hand van de volgende methode, ook wel de DFC-methode genoemd. Immers, de DFC-methode gaat uit van kasstromen en kijkt naar de ontwikkeling daarvan in de toekomst. De achterliggende gedachte daarbij is namelijk dat het bedrijf alleen in staat is aan zijn verplichtingen te voldoen als er voldoende middelen binnenkomen en dat de resultaten uit het verleden geen garantie vormen voor de toekomst. Daarom hechten ook de banken veel waarde aan de waardebepaling van een onderneming volgens deze DFC-methode. Echter, de waardebepaling volgens deze methode is complex. Om een goed beeld te vormen van de winst die u in de toekomst met de onderneming zou kunnen maken, is het van belang om alle toekomstige geldstromen in kaart te brengen. Vervolgens dienen de inkomende kasstromen met de uitgaande geldstromen te worden verrekend. Met behulp van Weight Average Cost of Capital (WACC) wordt de uitkomst tenslotte contant gemaakt en volgt daaruit de waarde van de onderneming.

Hierboven zijn drietal wijzen besproken teneinde de waarde van de onderneming te bepalen. Terugkomend op de inleidende vraag, is het antwoord daarop aldus niet eenduidig. Bovendien leidt iedere methode tot een ander eindresultaat. Waar de ene methode slechts ziet op een momentopname en vaststelt dat een bedrijf een miljoen waard is, kijkt de ander methode met name naar de toekomst en verwacht dat het dezelfde bedrijf voor een bedrag van anderhalf miljoen waarderen. Het lijkt logisch om voor de methode met de hoogste waardebepaling te kiezen. Toch is dit niet altijd de beste methode voor uw bedrijf en betreft de waardering in de meeste gevallen maatwerk. Daarom is het verstandig om een professional in te schakelen en u te laten adviseren over uw juridische positie alvorens u een koop- dan wel verkooptraject ingaat. De advocaten ondernemingsrecht van Law & More zijn deskundig op het gebied van het ondernemingsrecht en voorzien u niet alleen graag van advies maar ook van allerlei overige bijstand tijdens uw traject, zoals het opstellen en beoordelen van contracten, due diligence en het participeren in de onderhandelingen.

Scheiding en het ouderlijk gezag. Wat moet u weten?
Blog

Scheiding en het ouderlijk gezag. Wat moet u weten?

Bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap? Dan geldt in ons recht het uitgangspunt van verzorging en opvoeding van de kinderen door beide ouders, aldus artikel 1:247 BW. Per jaar worden ongeveer 60.000 kinderen geconfronteerd met een scheiden van hun ouders. Echter, ook na de scheiding hebben de kinderen recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders en blijven de ouders die gezamenlijk het gezag hebben, dit gezag volgens artikel 1:251 BW gezamenlijk uitoefenen. In tegenstelling tot vroeger blijven de ouders dus belast met het gezamenlijk ouderlijk gezag.

Gezag kan worden omschreven als het geheel van rechten en plichten die ouders hebben over de opvoeding en verzorging van hun minderjarige kinderen en ziet op de volgende aspecten: de persoon van de minderjarige, het bewind over diens vermogen en de vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen zowel in als buiten rechte. Meer specifiek gaat het om de verantwoordelijkheid van de ouders voor de ontwikkelingen van de persoonlijkheid, het geestelijke en lichamelijke welzijn en de veiligheid van het kind, hetgeen toepassing van enig geestelijk of lichamelijk geweld uitsluit. Daarnaast wordt sinds 2009 onder het gezag eveneens de verplichting van de ouder verstaan om de ontwikkeling van de banden tussen het kind en de andere ouder te bevorderen. De wetgever acht het immers in het belang van het kind dat het met beide ouders persoonlijk contact heeft.

Toch zijn er situaties denkbaar waarin de voortzetting van het ouderlijk gezag van en daarmee persoonlijk contact met één van de ouders na de scheiding niet mogelijk of wenselijk is. Daarom bevat artikel 1:251a BW bij wijze van uitzondering op het uitgangspunt de mogelijkheid om na echtscheiding de rechter te verzoeken het gezamenlijke gezag van het kind op te dragen aan één ouder. Omdat het om een uitzonderingssituatie gaat, zal de rechter het ouderlijk gezag slechts toekennen om tweetal redenen:

  1. indien er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen of
  2. indien wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.

Het eerste criterium is ontwikkeld in de rechtspraak en is de toetsing of aan dit criterium wordt voldaan, zeer casuïstisch. Zo brengt bijvoorbeeld het ontbreken van goede communicatie tussen de ouders en het simpelweg niet nakomen van de omgangsregeling niet zonder meer mee dat in het belang van het kind het ouderlijk gezag aan een van de ouders moet worden toegekend.[1] Terwijl verzoeken tot opheffing van het gezamenlijk gezag en toekenning van eenhoofdig gezag aan één van de ouders in de zaken waarin elke vorm van communicatie volledig ontbrak[2], aannemelijk was dat sprake was van ernstig huiselijk geweld, stalking, bedreiging[3] of waarin de verzorgende ouder stelselmatig het contact met de andere ouder frustreerde[4] wel werden toegewezen. Wat betreft het tweede criterium moet in de motivering met voldoende feiten worden onderbouwd dat eenhoofdig gezag in het belang van het kind noodzakelijk is. Een voorbeeld bij dit criterium vormt de situatie waarin er belangrijke beslissingen over het kind genomen moeten worden en de ouders niet binnen afzienbare tijd in staat zijn overleg daarover te voeren en besluitvorming adequaat en met voortvarendheid te laten plaatsvinden, hetgeen strijdig is met het belang van het kind.[5] In het algemeen is de rechter terughoudend met het omzetten van gezamenlijk gezag in eenhoofdig gezag, zeker in de eerste periode na de echtscheiding.

Wenst u na uw scheiding het ouderlijk gezag over uw kinderen alleen uit te oefenen? Dan dient u een procedure te starten door een verzoek voor het verkrijgen van ouderlijk gezag in te dienen bij de rechtbank. Het verzoekschrift dient een reden te bevatten waarom u alleen het gezag over het kind wilt uitoefenen. Voor deze procedure is een scheidingsadvocaat verplicht. Uw advocaat stelt namelijk het verzoek op, stelt vast welke aanvullende stukken hij moet meesturen en dient het verzoek in bij de rechtbank. Als een verzoek tot eenhoofdig gezag is ingediend, krijgt de andere ouder of andere belanghebbenden de mogelijkheid te reageren op dit verzoek. Eenmaal bij de rechtbank kan de procedure met betrekking tot de toekenning van het ouderlijk gezag lang duren: minimaal 3 maanden tot meer dan 1 jaar, afhankelijk van de complexiteit van de zaak.

In ernstige conflictgevallen zal de rechter veelal de Raad voor de Kinderbescherming vragen een onderzoek in te stellen en advies uit te brengen (art. 810 lid 1 Rv). Als de raad op verzoek van de rechter een onderzoek instelt, heeft dit per definitie vertraging in de procedure tot gevolg. Het doel van een dergelijk onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming is namelijk de ouders te ondersteunen bij het oplossen van hun conflict over het gezag in het belang van het kind. Pas als dit niet binnen 4 weken tot resultaat leidt gaat de raad over tot het verzamelen van de nodige informatie en het uitbrengen van een advies. Vervolgens kan de rechter het verzoek ouderlijk gezag toe- of afwijzen. Dee rechter wijst het verzoek doorgaans toe als hij oordeelt dat aan de voorwaarden voor het verzoek is voldaan, er geen bezwaar is tegen het verzoek om gezag en het gezag in het belang is van het kind. In de andere gevallen zal de rechter het verzoek afwijzen.

Bij Law & More begrijpen wij dat scheiding voor u een emotioneel zware tijd betekent. Tegelijkertijd is het verstandig om na te denken over het ouderlijk gezag over uw kinderen. Een goed inzicht in de situatie en de mogelijkheden is daarbij van belang. Law & More kan u helpen om uw juridische positie te bepalen en desgewenst de aanvraag voor het verkrijgen van eenhoofdig ouderlijk gezag voor u uit handen nemen. Herkent u zich in een van de eerder beschreven situaties, wilt u als enige ouder het gezag uitoefenen over uw kind of heeft u nog andere vragen? Neem dan contact op met de advocaten van Law & More.

 

[1] HR 10 september 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2963; HR 19 april 2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD9143.

[2] HR 30 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8782.

[3] Hof ’s-Hertogenbosch 1 maart 2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BP6694.

[4] HR 9 juli 2010 ECLI:NL:HR:2010:BM4301.

[5] Hof Amsterdam 8 augustus 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3228.

Schadestaatprocedure
Blog

Schadestaatprocedure

Regelmatig bevatten de vonnissen van de rechters een veroordeling van één van de partijen tot schadevergoeding op te maken bij staat. Daarmee staan de procespartijen aan de voet van een nieuwe procedure, namelijk de schadestaatprocedure. Toch zijn de procespartijen in dat geval niet terug bij af. De schadestaatprocedure kan namelijk worden gezien als voortzetting van het geding dat slechts ertoe strekt de schadeposten en de omvang van de te betalen schadevergoeding vast te stellen. In deze procedure kan het bijvoorbeeld gaan om de vraag of een bepaalde schadepost voor vergoeding in aanmerking komt of om de vraag in hoeverre de vergoedingsplicht wordt verminderd door omstandigheden aan de zijde van de benadeelde. Daarin verschilt de schadestaatprocedure van de bodemprocedure waar het met name gaat over het vaststellen van de grondslag van aansprakelijkheid en daarmee de toerekening van schadevergoeding.

Schadestaatprocedure

Staat de grondslag van aansprakelijkheid in de bodemprocedure vast, dan kan de rechter partijen naar de schadestaatprocedure verwijzen. Echter, een dergelijke verwijzing behoort niet altijd tot de mogelijkheden van de bodemrechter. Als uitgangspunt geldt namelijk dat de rechter de schade in beginsel zelf dient te begroten in het vonnis waarin tot schadevergoeding wordt veroordeeld. Enkel wanneer de schadebegroting in de hoofdprocedure niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat het om toekomstige schade gaat of omdat nader onderzoek nodig is, kan de bodemrechter van dit uitgangspunt afwijken en partijen naar de schadestaatprocedure verwijzen. Bovendien kan de schadestaatprocedure uitsluitend toepassing vinden bij wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding, zoals die uit wanprestatie of onrechtmatige daad en is de schadestaatprocedure niet aan de orde als het gaat om een verplichting tot schadevergoeding die voortvloeit uit een rechtshandeling, zoals een overeenkomst.

De mogelijkheid van weliswaar afzonderlijke, doch opvolgende schadestaatprocedure kent een aantal voordelen. De splitsing tussen de bodem- en de schadestaatprocedure maakt het namelijk mogelijk om eerst over het aansprakelijkheidsvraagstuk te discussiëren zonder de noodzaak om ook de omvang van de schade aan de orde te stellen en aanzienlijke kosten ter onderbouwing daarvan te maken. Immers, het is niet uit te sluiten dat de rechter de aansprakelijkheid van de wederpartij zal afwijzen. In dat geval zou de gevoerde discussie over de omvang van de schade en de daarvoor gemaakte kosten tevergeefs zijn geweest. Bovendien is het mogelijk dat de partijen vervolgens buiten rechte overeenstemming bereiken over de omvang van de schadevergoeding, mocht aansprakelijkheid wel door de bodemrechter zijn vastgesteld. In dat geval blijven de koste en moeite met betrekking tot de omvang gespaard. Een ander belangrijk voordeel voor de eisende partij schuilt in de hoogte van de proceskosten. Wanneer de eisende partij in de bodemprocedure enkel over de aansprakelijkheidskwestie procedeert, worden de proceskosten afgestemd op een vordering van onbepaalde waarde. Dit leidt tot lagere kosten dan wanneer in de bodemprocedure meteen een aanzienlijk bedrag aan schadevergoeding zou worden vorderen.
Hoewel de schadestaatprocedure kan worden gezien als voortzetting van de bodemprocedure, dient het als een zelfstandige procedure aanhangig te worden gemaakt. Dit gebeurt door middel van betekening van de schadestaat aan de wederpartij. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de wettelijke vereisten die ook aan een dagvaarding worden gesteld. Inhoudelijk omvat de schadestaat ‘het beloop van de schade waarvan de vereffening wordt gevorderd, gespecificeerd wordt opgegeven’ oftewel een overzicht van de gevorderde schadeposten. Daarin is in beginsel niet nodig om betaling van de schadevergoeding opnieuw te vorderen of exacte bedrag voor iedere schadepost te noemen. De rechter zal immers zelfstandig de schade moeten begroten op basis van de aangevoerde feiten. Wel dienen in de schadestaat de gronden van de eis nader te worden vermeld. De opgestelde schadestaat is beginsel niet bindend en is het mogelijk om ook na betekening van de schadestaat nieuwe posten aan te voeren.

Het verdere verloop van de schadestaatprocedure lijkt op de gewone dagvaardingsprocedure. Zo vindt er eveneens de gewone conclusiewisseling en een zitting bij de rechter plaats. Ook kunnen in deze procedure bewijsopdrachten worden gegeven of deskundigenberichten worden verzocht en zal opnieuw griffierecht in rekening worden gebracht. Voor de gedaagde is het in deze procedure nodig om opnieuw advocaat te stellen. Indien gedaagde niet verschijnt in de schadestaatprocedure, kan verstek worden verleend. Als het aankomt op de einduitspraak, gelden daarvoor eveneens de gebruikelijk regels waarin tot betaling van alle vormen van schadevergoeding kan worden veroordeeld. De uitspraak in de schadestaatprocedure levert voorts een executoriale titel op en heeft tot gevolg dat de schade is bepaald, oftewel vereffend.

Wanneer het aankomt op de schadestaatprocedure, is het raadzaam om een advocaat te raadplegen. In het geval van de gedaagde is dit zelfs noodzakelijk. Dit is niet vreemd. Immers, het leerstuk van schadebegroting is zeer omvangrijk en complex. Heeft u te maken met schadebegroting of wilt u meer informatie over de schadestaatprocedure? Neem dan contact op met de advocaten van Law & More. De advocaten van Law & More zijn deskundig op het gebied van procesrecht en schadebegroting en voorzien u graag van juridisch advies dan wel bijstand tijdens de schadestaatprocedure.

Pesten op het werk
Blog

Pesten op het werk

Pesten op het werk komt vaker voor dan gedacht. Of het nu gaat om negeren, scheldpartijen, buitensluiten of intimidatie, één op de tien mensen krijgt te maken met structureel pestgedrag van collega’s of leidinggevenden. Ook de gevolgen van pesten op het werk moeten niet worden onderschat. Pesten op de werkvloer kost namelijk niet alleen de werkgevers vier miljoen extra verzuimdagen per jaar en negenhonderd miljoen euro aan loondoorbetaling door verzuim, maar levert ook de werknemers fysieke en mentale klachten op. Pesten op het werk is dus een serieus probleem. Daarom is het, zowel voor de werknemers als de werkgevers, van belang om in een vroeg stadium actie te ondernemen. Wie welke actie kan dan wel moet ondernemen, hangt samen met het wettelijke kader waarin pesten op het werk moet worden bezien.

Pesten op het werk

Allereerst kan pesten op het werk worden gekwalificeerd als psychologische arbeidsbelasting in de zin van de Arbowet. Op grond van deze wet heeft de werkgever de plicht om een beleid te voeren die erop gericht is om zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden te creëren en deze vorm van arbeidsbelasting te voorkomen en te beperken. De wijze waarop dit door de werkgever dient te geschieden wordt nader uitgewerkt in artikel 2.15 van het Arbobesluit. Het gaat om de zogenaamde Risico- inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Daarin moeten niet alleen alle risico’s die zich in het bedrijf kunnen voordoen inzichtelijk worden gemaakt. Ook dient RI&E een plan van aanpak te bevatten waarin de maatregelen met betrekking tot de geconstateerde risico’s, zoals de psychologische arbeidsbelasting, zijn opgenomen. Kan de werknemer de RI&E niet inzien of ontbreekt simpelweg de RI&E en daarmee het beleid binnen het bedrijf? Dan overtreedt de werkgever de Arbowet. In dat geval kan de werknemer een melding doen bij de Inspectiedienst SZW, die de Arbowet handhaaft. Indien uit het onderzoek blijkt dat de werkgever niet aan zijn verplichtingen in het kader van de Arbowet heeft voldaan, kan de Inspectie SZW de werkgever een bestuurlijke boete opleggen of zelfs een proces-verbaal opmaken aan de hand waarvan een strafrechtelijk onderzoek mogelijk is.

Daarnaast is pesten op het werk ook in het meer algemene kader van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek aan de orde. Immers, dit artikel ziet eveneens op de zorgplicht van de werkgever voor een veilige werkomgeving en bepaalt dat de werkgever in dit kader maatregelen en aanwijzingen moet geven die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat zijn werknemer schade lijdt. Het is duidelijk dat pesten op het werk kan leiden tot fysieke of psychische schade. In die zin moet de werkgever dus ook voorkomen dat er op de werkvloer wordt gepest, erop letten dat de psychosociale arbeidsbelasting niet te hoog is en ervoor zorgen dat het pesten zo snel mogelijk stopt. Wanneer de werkgever daar niet in slaagt en de werknemer daardoor schade lijdt, handelt de werkgever in strijd met het goed werkgeverschap zoals bedoeld in artikel 7:658 BW. In dat geval kan de werknemer de werkgever aansprakelijk stellen. Indien de werkgever dan er niet in slaagt aan te tonen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen dan wel dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van de werknemer, is hij verantwoordelijk en dient hij de schade als gevolg van pesten op het werk aan de werknemer te vergoeden.

Hoewel het denkbaar is dat pesten op het werk in de praktijk niet volledig kan worden voorkomen, kan van de werkgever aldus worden verwacht dat hij redelijke maatregelen neemt teneinde het pesten zo veel mogelijk te voorkomen dan wel in een zo vroeg mogelijk stadium te bestrijden. In die zin is het voor de werkgever bijvoorbeeld verstandig om een vertrouwenspersoon aan te stellen, een klachtenprocedure in te richten en de werknemers actief over pesten en de maatregelen daartegen voor te lichten. De meest vergaande maatregel in deze kwestie, is ontslag. Deze maatregel kan niet alleen door de werkgever, maar ook door de werknemer worden ingezet. Toch is het nemen daarvan, zeker door de werknemer zelf, niet altijd verstandig. In dat geval riskeert de werknemer namelijk niet alleen zijn recht op ontslagvergoeding, maar ook het recht op de WW. Wordt deze stap door de werkgever gezet? Dan is de kans groot dat het ontslagbesluit door de werknemer wordt aangevochten.

Bij Law & More begrijpen wij dat pesten op de werkvloer zowel op de werkgever als de werknemer een grote impact kan hebben. Daarom hanteren wij een persoonlijke aanpak. Wilt u weten hoe u als werkgever pesten op de werkvloer precies moet voorkomen of beperken? Heeft u als werknemer te maken met pesten op het werk en wilt u weten wat u daaraan kunt doen? Of heeft u nog andere vragen op dit gebied? Neem dan contact op met Law & More. Samen met u bekijken we wat in uw geval de beste (vervolg)stappen zijn. Onze advocaten zijn deskundig op het gebied van arbeidsrecht en voorzien u graag van advies of bijstand, ook wanneer het aankomt op de gerechtelijke procedure.

Wijzigen van voornamen
Blog

Wijzigen van voornamen

In beginsel zijn de ouders vrij om één of meer voornamen voor hun kinderen te kiezen. Echter, het is mogelijk dat u niet tevreden bent met de gekozen voornaam. Wilt u uw voornaam of die van uw kind veranderen? Dan dient u een aantal belangrijke zaken in het oog te houden. Immers, een wijziging van de voornaam is niet ‘zomaar’ mogelijk.

Wijzigen van voornamen

Allereerst heeft u een geldige reden nodig om de voornaam te veranderen, zoals:

  • Adoptie of naturalisatie. Het is mogelijk dat u als gevolg daarvan toe bent aan een nieuwe start waarbij u door middel van een nieuwe voornaam afstand wil nemen van uw verleden of na een inburgeringstraject van uw vorige nationaliteit.
  • Geslachtswijziging. Deze reden spreekt in principe voor zich. Immers, het is goed denkbaar dat uw voornaam als gevolg daarvan niet meer past bij uw persoon of geslacht en eveneens toe is aan een wijziging.
  • Religie. Het kan ook zijn u afstand wil nemen van uw geloof en daarom uw typisch religieuze voornaam wil wijzigen. Andersom is het natuurlijk ook mogelijk dat u door een typisch religieuze voornaam te nemen de band met uw religie juist wil versterken.
  • Pesten of discriminatie. Tenslotte is het mogelijk dat uw voornaam of dat van uw kind vanwege zijn spellingswijze vervelende associaties oproept bij u zelf en bij anderen of zodanig ongebruikelijk is dat het leidt tot pesterijen.

In de genoemde gevallen biedt een andere voornaam uiteraard uitkomst. Daarnaast mag een voornaam niet ongepast zijn, dat wil zeggen scheldwoorden bevatten of hetzelfde zijn als een bestaande achternaam, behalve als dit ook een normale voornaam is.

Heeft u een geldige reden en wenst u uw voornaam of dat van uw kind te wijzigen? Dan heeft u vervolgens een advocaat nodig. De advocaat stuurt namens u een brief naar de rechtbank met uw vraag (verzoek) om een andere voornaam. Een dergelijke brief wordt ook wel een verzoekschrift genoemd. Daartoe dient u aan uw advocaat de nodige bescheiden, zoals kopie paspoort, authentiek afschrift geboorteakte en origineel uittreksel BRP, te verstrekken.

De procedure bij de rechtbank verloopt doorgaans schriftelijk en hoeft u niet voor de rechter te verschijnen. Echter, een mondelinge behandeling is mogelijk indien de rechter na het lezen van het verzoekschrift meer informatie nodig heeft om te beslissen, een belanghebbende, bijvoorbeeld een van beide ouders, het niet eens is met het verzoek of wanneer de rechtbank daartoe een andere reden ziet.

Ook de uitspraak doet de rechtbank meestal schriftelijk. De doorlooptijd tussen verzoekschrift en de uitspraak bedraagt in de praktijk ongeveer 1-2 maanden. Wijst de rechtbank uw verzoek toe, dan zal de rechtbank de nieuwe voornaam doorgeven aan de gemeente waar u of uw kind staat ingeschreven. Na een positieve beslissing van de rechtbank heeft de gemeente doorgaans 8 weken de tijd om de voornaam aan te passen in haar gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA), alvorens u een nieuw identiteitsbewijs of rijbewijs met de nieuwe naamsvermelding kan aanvragen.

De rechtbank kan ook tot een andere beslissing komen en uw verzoek afwijzen wanneer de rechtbank van mening is dat er onvoldoende redenen zijn om uw voornaam of dat van uw kind te wijzigen. In dat geval kunt u binnen drie maanden na de uitspraak in hoger beroep bij het gerechtshof. Bent u het vervolgens ook niet eens met de uitspraak van het gerechtshof, dan kunt u binnen 3 maanden de Hoge Raad in cassatie verzoeken om de uitspraak van een gerechtshof te vernietigen. Zowel in het hoger beroep als in cassatie moet u zich laten bijstaan door een advocaat.

Wenst u uw voornaam of dat van uw kind te wijzigen? Neem dan contact op met Law & More. Bij Law & More begrijpen wij dat een wijziging veel redenen kan hebben en de reden per persoon verschilt. Daarom hanteren wij een persoonlijke aanpak. Onze advocaten kunnen u niet alleen voorzien van advies, maar ook helpen met het indienen van het verzoekschrift tot wijziging van de voornaam of bijstaan tijdens de gerechtelijke procedure.

Publicatie en het portretrecht
Blog

Publicatie en het portretrecht

Eén van de meest besproken goals van het wereldkampioenschap voetbal in 2014. Robin van Persie die in de eerste wedstrijd in een zweefduik met een prachtige kopbal de stand gelijk maakt tegen Spanje. Zijn uitstekende prestatie levert hem ook een Calvé-reclame op in een vorm van een poster en een commercial. De commercial vertelt het verhaal van een 5-jarige Robin van Persie zien die zijn inschrijving bij Excelsior verdient met een dezelfde soort zweefduik. Robin zal ongetwijfeld goed zijn betaald voor de commercial. Zou dit auteursrecht ook zomaar gebruikt en aangepast mogen worden zonder de toestemming van Persie?

Definitie

Het portretrecht is onderdeel van het auteursrecht. De Auteurswet onderscheidt twee situaties voor het portretrecht, te weten een portret in opdracht gemaakt en een portret dat niet in opdracht is gemaakt. Tussen beide situaties zit een groot verschil in de gevolgen van openbaarmaking en de rechten daarbij van de betrokken partijen.

Publicatie en het portretrecht

Wanneer is er sprake van een portret? Voordat de vraag beantwoord kan worden wat portretrecht is en hoe ver dit recht reikt, dient stil gestaan te worden bij de vraag wat een portret is. De toelichtingen op de wetgeving geven geen volledig en duidelijk verhaal. Als omschrijving voor een portret wordt namelijk gegeven: ‘een afbeelding van het gelaat van een persoon, met of zonder die van verdere lichaamsdelen, op welke wijze zij ook is vervaardigd.
Als enkel naar deze toelichting wordt gekeken, zou gedacht kunnen worden dat een portret enkel het gezicht van een persoon omvat. Dit is echter niet het geval. Overigens wordt door de toevoeging: “op welke wijze zij ook is vervaardigd” bereikt dat het voor een portret niet uitmaakt of het nou gefotografeerd, geschilderd of op enige andere wijze is vormgegeven. Een televisie-uitzending of karikatuur kan dus ook al vallen onder een portret. Hieruit blijkt dus duidelijk dat de reikwijdte van het begrip “portret” groot is. Onder portret valt tevens ook een video, illustratie of grafische weergave. Er zijn diverse procedures gevoerd over dit begrip en de Hoge Raad heeft hieraan uiteindelijk een nadere uitwerking gegeven. Er is sprake van een portret wanneer een persoon herkenbaar wordt weergegeven. Die herkenning kan gevonden worden in de gelaatstrekken en het gezicht, maar het kan ook in iets anders zitten. Denk bijvoorbeeld aan een karakteristieke houding of haardracht. De omgeving kan ook meespelen. Een persoon die je ziet lopen voor het gebouw waar die persoon werkt, zal eerder herkend worden, dan wanneer die persoon geportretteerd werd op een locatie waar die persoon normaal nooit komt.

Rechten

Als de afgebeelde persoon herkenbaar op een foto staat en deze wordt gepubliceerd, dan kan sprake zijn van schending van het portretrecht. Hierbij moet worden vastgesteld of het portret in opdracht is gemaakt of niet en of privacy zwaarder weegt dan vrijheid van meningsuiting. Wanneer iemand een portret in opdracht van de betreffende persoon heeft gemaakt, dan mag het portret alleen dan openbaar worden gemaakt indien en voor zover de betreffende persoon toestemming heeft verleend. Weliswaar rust het auteursrecht van het werk wel op de maker van het portret, echter hij kan dit niet zonder meer openbaar maken. De keerzijde is overigens dat de geportretteerde ook niet alles mag met het portret. Uiteraard mag de geportretteerde het portret voor privédoeleinden gebruiken. Wanneer de geportretteerde het portret openbaar wil maken, dient hij toestemming van de maker te hebben. De maker heeft immers het auteursrecht.

Op grond van artikel 21 Auteurswet heeft de maker in beginsel het recht om het portret vrij te publiceren. Dit is echter geen absoluut recht. De afgebeelde persoon kan optreden tegen de publicatie, indien en voor zover hij hierbij een redelijk belang heeft. Als redelijk belang wordt veelal het recht op privacy aangehaald. Bekende personen als sporters en artiesten kunnen naast het redelijk belang ook nog commerciële belangen hebben om publicatie tegen te houden. Naast het commercieel belang kan de bekendheid echter ook een ander belang hebben. De kans is immers aanwezig dat hij/zij imagoschade oploopt door de publicatie. Doordat het begrip “redelijk belang” subjectief is en partijen het over het algemeen niet snel eens zijn over het belang, zie je dat veel procedures worden gevoerd over dit begrip. Het is dan aan de rechter om te bepalen of het belang van de geportretteerde prevaleert boven het belang van de maker en de publicatie.

Volgende gronden zijn bij het  portretrecht van belang:

  • redelijk belang
  • commercieel belang

Als we kijken naar het voorbeeld van Robin van Persie, is het bijna vanzelfsprekend dat hij zowel redelijk als commercieel belang zou kunnen hebben gezien zijn grote bekendheid. De rechtspraak heeft namelijk bepaald dat het commerciële en financiële belang van een topsporter gezien kan worden als een redelijk belang in de zin van artikel 21 van de Auteurswet. Op grond van dit artikel is het openbaren en verveelvoudigen van een portret niet toegestaan zonder toestemming van degene die op het portret afgebeeld staat, als het redelijk belang van diegene zich tegen de openbaarmaking verzet. De topsporter mag een vergoeding vragen voor de toestemming om zijn portret voor commerciële doeleinden te gebruiken. Op deze manier kan hij zelf ook zijn populariteit verzilveren. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een sponsorcontract. Maar hoe zit het dan met amateurvoetbal als je minder bekend bent? Het portretrecht geldt onder omstandigheden ook voor amateur-topsporters. In het arrest Vanderlyde/Uitgeverij Spaarnestad verzette een amateur-topsporter zich tegen de publicatie van zijn portret in een weekblad. Het portret was zonder zijn opdracht gemaakt en hij had voor de publicatie geen toestemming verleend of financiële vergoeding ontvangen. De rechtbank overwoog dat ook een amateur-topsporter recht heeft op verzilvering van zijn populariteit, als die populariteit marktwaarde blijkt te hebben.

Inbreuk

Als jouw belangen lijken te worden geschonden kun je een verbod op publicatie eisen, maar het kan ook voorkomen dat jouw afbeelding al gebruikt is. In dat geval kun je een vergoeding vorderen. Deze vergoeding is over het algemeen niet zo gek hoog, maar is afhankelijk van een aantal factoren. Eigenlijk zijn er vier opties om op te treden tegen een schending van portretrechten, te weten:

  • Sommatiebrief met onthoudingsverklaring
  • Dagvaarding met dagvaardingsprocedure in kort geding
  • Verbod op publicatie
  • Schadevergoeding

Sancties

Op het moment dat blijkt dat iemands portretrecht wordt geschonden, is het vaak zaak om zo spoedig mogelijk bij de rechter een verbod op verdere publicaties te krijgen. Afhankelijk van de situatie behoort het ook tot de mogelijkheden om de publicaties uit de handel te laten halen. Dit wordt een recall genoemd. Veelal gaat deze procedure ook gepaard met het vorderen van schadevergoeding. Immers, door in strijd met het portretrecht te handelen, kan de geportretteerde schade lijden. Hoe hoog de schadevergoeding zal zijn hangt af van de geleden schade, maar ook van het portret en de wijze waarop de geportretteerde op het portret staat. Daarnaast kent de Auteurswet in artikel 35 ook nog een sanctie. Als het portretrecht wordt geschonden, maakt degene die het portretrecht schendt zich schuldig aan een overtreding. Hierbij krijgt de overtreder een boete.

Bij inbreuk op jouw recht kun je ook een schadevergoeding eisen. Dit kun je doen als jouw afbeelding al gepubliceerd is en je van mening bent dat jouw belangen zijn geschonden.

De hoogte van de schadevergoeding zal vaak door de rechter worden vastgesteld. Twee bekende voorbeelden zijn de ‘Schipholterreurfoto’ waarbij op de foto de marechaussee een man met een ‘moslim-achtig’ uiterlijk eruit heeft eruit gepikt met tekst onder de foto ” is Schiphol nog veilig?” en de situatie van een man die over de Wallen liep toen hij op weg was naar de trein en vervolgens in de krant kwam te staan onder het kopje ‘Loeren naar de hoeren’.

In beide gevallen werd geoordeeld dat de privacy zwaarder woog dan de vrijheid van meningsuiting van de fotograaf. Je mag dus niet zomaar elke foto die je op straat maakt publiceren. De vergoedingen hierbij zijn met 1500 tot 2500 euro aan de lage kant.

Als er naast het redelijk belang ook een commercieel belang bij komt kijken kan het om veel hogere schadevergoedingen gaan. De vergoeding is dan afhankelijk van wat het in vergelijkbare opdrachten waard bleek en kan daardoor tienduizenden euro’s bedragen.

Contact

Gelet op de mogelijke sancties, is het verstandig bij publicaties van portretten zorgvuldig te handelen en zoveel mogelijk te proberen de toestemming al bij voorbaat in een overeenkomst op te nemen. Dit voorkomt immers veel discussie achteraf.

Wilt u meer weten over het onderwerp portretrecht of wilt u weten of u bepaalde portretten zonder toestemming kunt gebruiken of bent u van mening dat iemand uw portretrecht schendt, dan kunt u contact opnemen met de advocaten van Law & More.

Scheiden met kinderen
Blog

Scheiden met kinderen

Wanneer u gaat scheiden verandert er veel in uw gezin. Als u kinderen heeft zal de impact van een scheiding ook voor hun heel groot zijn. Vooral jongere kinderen kunnen er moeite mee hebben als hun ouders gaan scheiden. In alle gevallen is het belangrijk dat de stabiele thuisomgeving van de kinderen zo min mogelijk wordt geschaad. Het is belangrijk en zelfs wettelijk verplicht om samen met de kinderen afspraken te maken over het gezinsleven ná de scheiding. In welke mate dit samen met de kinderen kan gebeuren hangt uiteraard af van de leeftijd van de kinderen. Ook voor kinderen is scheiden namelijk een emotioneel proces. Kinderen zijn vaak loyaal naar beide ouders en zullen tijdens een scheiding vaak niet hun ware gevoel uiten. Ook zij verdienen daarom bijzondere aandacht.

Voor jonge kinderen zal het in eerste instantie niet meteen helemaal duidelijk zijn wat een scheiding voor hen zal betekenen. Het is wel belangrijk dat de kinderen weten waar ze aan toe zijn en dat ze hun mening kunnen geven over hun leefsituatie na de scheiding. Het zijn uiteraard de ouders die uiteindelijk een beslissing moeten nemen.

Ouderschapsplan

Ouders die gaan scheiden, zijn vaak wettelijk verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. Het opstellen is in ieder geval verplicht voor ouders die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben (met of zonder gezamenlijk gezag) en voor samenwonende ouders met gezamenlijk gezag. Een ouderschapsplan is een document waarin ouders afspraken over de uitoefening van hun ouderschap vastleggen.

In het ouderschapsplan moeten in ieder geval afspraken staan over:

  • hoe u de kinderen heeft betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan;
  • hoe u de zorg en opvoeding verdeelt (zorgregeling) of de omgang met de kinderen regelt (omgangsregeling);
  • hoe en hoe vaak u elkaar informatie geeft over uw kind;
  • hoe u samen beslissingen neemt over belangrijke onderwerpen, bijvoorbeeld over de schoolkeuze;
  • de kosten van de verzorging en opvoeding (kinderalimentatie).

Daarnaast kunnen ouders er ook voor kiezen om andere afspraken op te nemen in het ouderschapsplan. Bijvoorbeeld wat u als ouders belangrijk vindt in de opvoeding, bepaalde regels (bedtijden, huiswerk) of opvattingen over straffen. Over het contact met beide families kunnen ook afspraken opgenomen worden in het ouderschapsplan.

Zorgregeling of omgangsregeling

Een onderdeel van het ouderschapsplan is de zorgregeling of de omgangsregeling. Ouders die samen ouderlijk gezag hebben kunnen een zorgregeling afspreken. Deze regeling bevat afspraken over hoe ouders de zorgtaken en opvoedingstaken verdelen. Indien uitsluitend één ouder het ouderlijk gezag heeft dan wordt er gesproken van een omgangsregeling. Dit houdt in dat de ouder die geen gezag heeft het kind mag blijven zien, maar die ouder is niet verantwoordelijk voor de zorg en de opvoeding van het kind.

Opstellen ouderschapsplan

In de praktijk komt het regelmatig voor dat ouders niet in staat zijn om samen afspraken te maken over de kinderen en deze vervolgens vast te leggen in een ouderschapsplan. Indien het u niet lukt om samen met uw ex-partner afspraken te maken over het ouderschap na de scheiding, kunt u hulp van onze ervaren advocaten of mediators inschakelen. Wij helpen u graag bij het adviseren en opstellen van een ouderschapsplan.

Aanpassen ouderschapsplan

Het is gebruikelijk dat het ouderschapsplan na een aantal jaren aangepast dient te worden. Kinderen ontwikkelen zich namelijk voortdurend en de situaties met betrekking tot de kinderen kunnen veranderen. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat een van de ouders werkloos wordt, gaat verhuizen etc. Het kan daarom verstandig zijn om van te voren af te spreken dat het ouderschapsplan bijvoorbeeld ieder twee jaar wordt herzien en indien nodig aangepast.

Alimentatie

Heeft u kinderen samen met uw partner en gaat u uit elkaar? Dan blijft uw onderhoudsverplichting om voor uw kinderen te zorgen bestaan. Het maakt hierbij niet uit of u getrouwd was of uitsluitend samenwoonde met uw ex-partner. Ieder ouder heeft de verplichting om ook op financieel vlak voor zijn of haar kinderen te zorgen. Wanneer de kinderen meer bij uw ex-partner wonen, zult u mee moeten betalen aan het onderhoud van de kinderen. U heeft een onderhoudsplicht. De onderhoudsplicht voor kinderen heet kinderalimentatie. Kinderalimentatie loopt door tot de kinderen 21 jaar oud zijn.

Minimale hoogte kinderalimentatie

Het minimum aan kinderalimentatie is 25 euro per kind per maand. Dit bedrag kan alleen worden toegepast als de alimentatieplichtige een minimum inkomen heeft.

Maximale hoogte kinderalimentatie

Er is geen maximum gesteld aan de hoogte van de kinderalimentatie. Dit is afhankelijk van de inkomens van beide ouders en de behoefte van het kind. De alimentatie zal nooit hoger zijn dan deze behoefte.

Indexering kinderalimentatie

De hoogte van de kinderalimentatie stijgt elk jaar. De minister van Justitie bepaalt elk jaar met welk percentage de kinderalimentatie omhoog gaat. Dit wordt in de praktijk indexering van de alimentatie genoemd. De indexering is verplicht. Degene die alimentatie betaalt dient deze indexering ieder jaar in januari toe te passen. Wanneer dit niet wordt gedaan, kan de alimentatiegerechtigde ouder het verschil gaan vorderen. Bent u de alimentatie ontvangende ouder en weigert uw ex-partner om het alimentatie bedrag te indexeren? Neem dan contact op met onze ervaren familierecht advocaten. Zij kunnen u helpen om de achterstallige indexering te vorderen. Dit kan tot vijf jaar terug.

Zorgkorting

Wanneer u niet de verzorgende ouder bent, maar wel een omgangsregeling heeft waardoor de kinderen regelmatig bij u zijn, dan komt u in aanmerking voor de zorgkorting. Deze korting wordt in mindering gebracht op de te betalen kinderalimentatie. De hoogte van deze korting is afhankelijk van de omgangsregeling en ligt tussen de 15 procent en 35 procent. Hoe meer omgang u heeft met uw kind, hoe lager de te betalen alimentatie. Dit komt omdat u meer kosten heeft als de kinderen vaker bij u zijn.

Kinderen boven de 18

De onderhoudsplicht voor uw kinderen duurt totdat zij de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt. Vanaf 18 jaar is een kind jong meerderjarig. Vanaf dat moment heeft u voor wat betreft de kinderalimentatie eigenlijk niets meer te maken met uw ex-partner. Mocht uw kind echter 18 jaar zijn en gaat hij of zij stoppen met school, dan is dat een reden om de alimentatie stop te zetten. Als hij of zij namelijk niet naar school gaat kan hij of zij fulltime aan het werk gaan en in zijn of haar eigen onderhoud voorzien.

Wijzigen alimentatie

De gemaakte afspraken ten aanzien van de kinderalimentatie, blijven in principe gelden tot de kinderen 21 jaar oud zijn. Mocht er tussentijds iets veranderen dat effect heeft op uw draagkracht, dan kan de alimentatie daar ook op aangepast worden. Hierbij kunt u denken aan het verliezen van uw baan, meer gaan verdienen, een andere omgangsregeling of opnieuw gaan trouwen. Dit zijn allemaal redenen om de alimentatie te herzien. Onze ervaren advocaten kunnen in dergelijke situaties een onafhankelijke herberekening maken. Een andere oplossing is het inschakelen van een mediator om samen tot nieuwe afspraken te komen. Ook daarbij kunnen de ervaren mediators van ons kantoor u helpen.

Co-ouderschap

Kinderen gaan na een scheiding meestal bij één van de ouders wonen. Maar het kan ook anders. Als beide ouders kiezen voor co-ouderschap, wonen de kinderen om en om bij beide ouders. Er is sprake van co-ouderschap als ouders de zorg- en opvoedingstaken na de scheiding min of meer gelijk verdelen. De kinderen wonen dan als het ware zowel bij hun vader als bij hun moeder.

Goed overleg is van belang

Ouders die een co-ouderschapsregeling overwegen dienen daarbij rekening te houden dat ze regelmatig met elkaar dienen te communiceren. Daarom is het belangrijk dat zij ook na de scheiding in staat zijn tot goed overleg, zodat de communicatie probleemloos kan verlopen.

Kinderen brengen bij deze vorm van ouderschap ongeveer net zoveel tijd door bij de ene als bij de andere ouder. Dat is voor de kinderen meestal heel prettig. Beide ouders krijgen bij deze vorm van ouderschap veel mee van het dagelijks leven van het kind. Ook dat is een groot voordeel.

Voordat ouders kunnen starten met het co-ouderschap, moeten zij het eens worden over een aantal praktische en financiële zaken. Afspraken daarover kunnen opgenomen worden in het ouderschapsplan.

Verdeling zorg hoeft niet exact 50/50 te zijn

In de praktijk is co-ouderschap vaak een bijna gelijke verdeling van de zorg. Kinderen zijn bijvoorbeeld drie dagen bij de ene ouder en vier dagen bij de andere ouder. Het is dus niet vereist dat de verdeling van de zorg precies een 50/50-tijdverdeling inhoudt. Het is belangrijk dat ouders kijken wat reëel is. Dit betekent dat een 30/70-verdeling ook aangemerkt kan worden als een co-ouderschapsregeling.

Verdeling van kosten

De co-ouderschapsregeling is niet in de wet geregeld. Ouders maken in principe zelf afspraken over welke kosten zij verdelen en welke niet. Daarbij kan er onderscheid gemaakt worden tussen eigen kosten en te verdelen kosten. Onder eigen kosten worden de kosten verstaan die elk huishouden voor zich maakt. Daarbij kan gedacht worden aan huur, telefoon en boodschappen. Bij te verdelen kosten kan gedacht worden aan de kosten die één ouder doet ten behoeve van de kinderen. Denk bijvoorbeeld aan: verzekeringen, abonnementen, contributies of schoolkosten.

Co-ouderschap en alimentatie

Vaak wordt gedacht dat er bij een co-ouderschap geen alimentatie betaald hoeft te worden. Deze gedachte is onjuist. Bij co-ouderschap hebben beide ouders ongeveer evenveel kosten voor de kinderen. Wanneer één van de ouders een hoger inkomen heeft dan de ander, dan kan deze de kosten van de kinderen makkelijker dragen. Er wordt dan van degene met het hoogste inkomen verwacht dat hij/zij toch nog een stukje kinderalimentatie betaalt aan de andere ouder. Hiervoor kan er een alimentatieberekening gemaakt worden door een van onze ervaren familierechtadvocaten. De ouders kunnen hier ook samen afspraken over maken. Een andere mogelijkheid is het openen van een kinderrekening. Hierop kunnen de ouders naar rato een maandelijks bedrag storten en bijvoorbeeld ook de kinderbijslag. Vervolgens kunnen de uitgaven voor de kinderen van deze rekening worden gedaan.

Bent u van plan om te gaan scheiden en wilt u alles zo goed mogelijk regelen voor uw kinderen? Of heeft u na de echtscheiding nog problemen over de kinderalimentatie of co-ouderschap? Aarzel dan niet om contact op te nemen met de scheidingsadvocaten van Law & More. Wij adviseren en begeleiden u graag.

Echtscheiding door middel van mediation
Blog

Echtscheiding door middel van mediation

Een echtscheiding gaat vaak gepaard met onenigheid tussen partners. Wanneer u en uw partner uit elkaar gaan en het niet eens kunnen worden met elkaar, zullen er conflicten ontstaan die in sommige gevallen zelfs kunnen escaleren. Een echtscheiding kan vanwege de emoties soms het slechte in iemand naar boven halen. In zo’n geval kunt u een advocaat inschakelen om uw juridische gelijk te behalen. Deze zal namens u een gerechtelijke procedure kunnen starten. De kans is echter groot dat bijvoorbeeld uw kinderen hier veel nadeel van kunnen ondervinden. Om deze spanningen te voorkomen, kunt u ook kiezen voor een echtscheiding door middel van mediation. Dit wordt in de praktijk vaak ook wel echtscheidingsbemiddeling genoemd.

Wat is mediation?

Wie een geschil heeft, wil daar zo snel mogelijk vanaf. Vaak is een geschil al zo hoog opgelopen, dat beide partijen geen oplossing meer zien. Mediation kan dat veranderen. Mediation is het gezamenlijk oplossen van een geschil met behulp van een neutrale conflictbemiddelaar: de mediator. Meer informatie over mediation in het algemeen kunt u vinden op onze mediation pagina.

Wat zijn de voordelen van mediation bij een echtscheiding?

Een slecht geregelde echtscheiding kan nog jaren lang voor verdriet en frustratie zorgen. Mediation is een manier om in overleg tot een gezamenlijke oplossing te komen, bijvoorbeeld over de omgang met de kinderen, de verdeling van het geld, eventuele alimentatie en afspraken over het pensioen.
Wanneer partijen tot afspraken kunnen komen in een mediation traject, zullen wij dat opnemen in een vaststellingsovereenkomst. Vervolgens kunnen de gemaakte afspraken bekrachtigd worden door de rechtbank.

Bij een echtscheiding waarbij partijen tegenover elkaar in de rechtszaal staan, zal vaak één van de partijen zijn of haar zin krijgen en de andere partij is als het ware de verliezer. Bij mediation zijn er geen verliezers. Bij mediation wordt er geprobeerd om problemen samen op te lossen, zodat er voor beide partijen een win-winsituatie ontstaat. Dit is vooral belangrijk in het geval dat partijen na de scheiding nog veel met elkaar te maken zullen krijgen. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat er kinderen in het spel zijn. In dat geval is het belangrijk dat ex-partners ook na de echtscheiding nog samen door één deur kunnen. Een ander voordeel van mediation is dat het vaak goedkoper en minder belastend is dan langdurige juridische procedures.

Hoe gaat mediation in zijn werk?

Bij mediation praten partijen met elkaar onder begeleiding van een professionele mediator. De mediator is een onafhankelijk bemiddelaar die samen met de partijen op zoek gaat naar een oplossing die voor iedereen acceptabel is.  Er wordt niet alleen gekeken naar de juridische kant van de zaak, maar ook naar eventueel onderliggende problemen. De partijen komen vervolgens tot een gezamenlijke oplossing, die de mediator vastlegt in een vaststellingsovereenkomst. De mediator spreekt zelf geen oordeel uit. Mediation is dus gebaseerd op de wil om samen, in vertrouwen, tot afspraken te komen. Dit bemiddelingsproces verloopt soepeler dan een proces bij de rechter. Nu de afspraken samen worden gemaakt, is de kans ook groter dat partijen zich hieraan zullen houden.

De mediator zorgt ervoor dat beide partijen hun eigen verhaal kunnen doen en dat er naar elkaar wordt geluisterd. Tijdens de gesprekken met de mediator zal er voldoende aandacht zijn voor de emoties van partijen. De emoties dienen besproken te worden, voordat er goede afspraken gemaakt kunnen worden. Daarnaast zorgt een mediator ervoor dat de afspraken die partijen maken, juridisch ook kloppen.

De vier stappen bij mediation

  1. Het intakegesprek. De mediator legt in het eerste gesprek duidelijk uit wat mediation is. Daarna tekenen partijen een mediation-overeenkomst. Hierin spreken partijen af dat de gesprekken vertrouwelijk zijn, dat ze vrijwillig meedoen en dat ze actief mee zullen doen aan de gesprekken. Het staat partijen wel vrij om het mediation traject op ieder moment af te breken.
  2. De verkenningsfase. Onder leiding van de mediator wordt het conflict geanalyseerd, totdat alle standpunten en belangen duidelijk zijn.
  3. De onderhandelingsfase. Partijen komen allebei met mogelijke oplossingen. Hierbij houden zij in gedachte dat de oplossing voor beide partijen goed moet zijn. Op deze manier worden de nodige afspraken gemaakt.
  4. Afspraken vastleggen. De mediator zal uiteindelijk al deze afspraken goed op papier zetten in bijvoorbeeld een vaststellingsovereenkomst, ouderschapsplan of een echtscheidingsconvenant. Dit wordt vervolgens ingediend bij de rechter om het te laten bekrachtigen.

Wilt u uw echtscheiding ook regelen door middel van het maken van gezamenlijke afspraken? Of wilt u weten of mediation voor u een goede oplossing kan zijn? Neem dan gerust contact op met onze scheidingsadvocaten. Wij helpen u graag bij het maken van een keuze voor mediation.  

Belediging, smaad en laster
Blog

Belediging, smaad en laster

Je mening geven of kritiek uiten is in beginsel geen taboe. Dit heeft echter wel grenzen. Uitlatingen mogen niet onrechtmatig zijn. Of een uitlating onrechtmatig is, wordt beoordeeld per specifieke situatie. In dergelijke gevallen wordt er een belangenafweging gemaakt tussen het recht op uitingsvrijheid enerzijds en het recht op bescherming van de eer en goede naam anderzijds. Het beledigen van personen of ondernemers heeft altijd een negatieve lading. In sommige gevallen worden deze beledigingen als onrechtmatig beschouwd. In de praktijk wordt er vaak gesproken over twee vormen van beledigingen. Er kan sprake zijn van smaad en/of van laster. Bij zowel smaad als bij laster wordt het slachtoffer opzettelijk in een kwaad daglicht gezet. Wat smaad en laster precies inhouden, wordt in deze blog uitgelegd. Ook zal er stilgestaan worden bij de sancties die opgelegd kunnen worden jegens een persoon die zich schuldig heeft gemaakt aan smaad en/of laster.

Belediging, smaad en laster

Belediging

Elke opzettelijke belediging die niet onder smaad of smaadschrift valt” wordt gekwalificeerd als een eenvoudige belediging. Een kenmerk van belediging is dat het een klachtdelict betreft. Dit houdt in dat de verdachte pas strafrechtelijk vervolgd kan worden wanneer het slachtoffer hiertegen aangifte heeft gedaan. Belediging wordt meestal uitsluitend gezien als iets wat niet netjes is, maar als u goed op de hoogte bent van uw rechten, dan kunt u er in sommige gevallen voor zorgen dat degene die u heeft beledigd, mogelijk vervolgd wordt. Het komt echter regelmatig voor dat het slachtoffer geen aangifte doet van belediging, omdat hij of zij meer nadelen kan ondervinden in verband met de publiciteit van de zaak.

Smaad

Wanneer sprake is van het opzettelijk aanranden van iemands eer of goede naam, met het doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, dan maakt diegene zich schuldig aan smaad. De wetgever bedoelt hiermee dat u strafbaar bent als u opzettelijke slechte dingen zegt over een individu, een groep of een organisatie, met het doel om dit in de publiciteit te brengen. Smaad kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden. Wanneer het schriftelijk plaatsvindt, wordt dat gekwalificeerd als een smaadschrift. De motieven voor een smaadschrift zijn vaak wraak of frustratie. Een voordeel voor het slachtoffer is dat de gepleegde smaad eenvoudiger te bewijzen is als het op schrift staat.

Laster

Van laster wordt gesproken als iemand opzettelijk zwart wordt gemaakt door middel van het doen van openbare uitingen, waarvan diegene weet of had moeten weten dat de uitingen niet op waarheid berusten. Laster kan dus gezien worden als het beschuldigen van iemand door middel van leugens.

Beschuldiging moet gebaseerd zijn op feiten

Een belangrijke vraag waar in de praktijk naar wordt gekeken, is of en zo ja in welke de mate de beschuldigingen steun vonden in feiten die ten tijde van de uitlatingen beschikbaar waren. De rechter kijkt dus terug naar de situatie zoals die was op het moment dat de betreffende uitlatingen werden gedaan. Wanneer bepaalde uitlatingen de rechter onrechtmatig overkomen, zal hij oordelen dat de persoon die de uitlating heeft gedaan aansprakelijk is voor de schade die daarvan het gevolg is. Het slachtoffer heeft in de meeste gevallen recht op een schadevergoeding. Ook kan het slachtoffer in geval van een onrechtmatige uitlating met behulp van een advocaat rectificatie eisen. Rectificatie houdt in dat een onrechtmatige publicatie of uitlating wordt hersteld. In een rectificatie staat kort gezegd dat een eerder bericht onjuist of ongefundeerd was.

Civielrechtelijke en strafrechtelijke rechtsgang

Wanneer sprake is van belediging, smaad of laster heeft het slachtoffer de mogelijkheid om zowel de civiele als de strafrechtelijke rechtsgang te doorlopen. Via het civielrecht kan het slachtoffer schadevergoeding of rectificatie vorderen. Nu smaad en laster ook strafbare feiten zijn, kan het slachtoffer ook aangifte doen en eisen dat de dader strafrechtelijk wordt vervolgd.

Belediging, smaad en laster: wat zijn de sancties?

Eenvoudige belediging kan strafbaar zijn. Een voorwaarde hiervoor is wel dat er aangifte gedaan moet zijn door het slachtoffer en het Openbaar Ministerie moet hebben besloten de verdachte te vervolgen. De maximumstraf die de rechter kan opleggen is drie maanden hechtenis of een geldboete van de tweede categorie (€ 4.100,-). De hoogte van de boete of (gevangenis)straf hangt af van de ernst van de belediging. Zo worden bijvoorbeeld discriminerende beledigingen zwaarder gestraft.

Ook is smaad strafbaar. Hierbij geldt weer dat er aangifte gedaan moet zijn door het slachtoffer en het Openbaar Ministerie moet hebben besloten om de verdachte te vervolgen. Bij smaad kan de rechter een maximale hechtenis van zes maanden of een geldboete van de derde categorie (€ 8.200,-) opleggen. Net als bij belediging wordt ook hier gekeken naar de ernst van het delict. Zo wordt bijvoorbeeld smaad tegen een ambtenaar zwaarder gestraft.

Bij laster zijn de straffen die opgelegd kunnen worden aanzienlijk zwaarder. Bij laster kan de rechter een maximale hechtenis van twee jaar of een geldboete van de vierde categorie (€ 20.500,-) opleggen. Bij laster kan er sprake zijn van een lasterlijke aanklacht. Dit houdt in dat er een valse aangifte is gedaan. Dergelijke aanklachten komen voornamelijk voor in situaties waarin iemand stelt aangerand of mishandeld te zijn, terwijl dit niet het geval is.

Poging tot smaad en/of laster

Een poging tot smaad en/of laster is ook strafbaar. Met ‘poging tot’ wordt bedoeld dat er geprobeerd is om smaad of laster te plegen tegen een ander. Een vereiste hierbij is dat er sprake moet zijn van een begin van uitvoering van het misdrijf.

Heeft u te maken met belediging, smaad of laster? En wilt u meer informatie over uw rechten? Aarzel dan niet om contact op te nemen met Law & More advocaten. Ook indien u zelf wordt vervolgd door het Openbaar Ministerie kunnen wij u helpen. Onze deskundige en gespecialiseerde advocaten op het gebied van strafrecht voorzien u graag van advies en staan u graag bij in een gerechtelijke procedure.

Huur van bedrijfsruimte tijdens de coronacrisis
Blog

Huur van bedrijfsruimte tijdens de coronacrisis

De hele wereld wordt op dit moment getroffen door een crisis van een ongekende omvang. Dit maakt dat de overheden ook buitengewone maatregelen moeten nemen. De schade die deze situatie met zich mee brengt en nog zal brengen, kan enorm zijn. Feit is dat op dit moment niemand de omvang van de crisis goed kan inschatten en evenmin hoelang deze nog zal duren. Ongeacht de situatie lopen de huurovereenkomsten van bedrijfsruimtes nog gewoon door. Dat roept de nodige vragen op. In dit artikel willen wij enkele vragen beantwoorden die bij huurders of verhuurders van bedrijfsruimte kunnen spelen.

De betaling van de huur

Moet er nog huur worden betaald? De beantwoording van deze vraag hangt af van de omstandigheden van het geval. Er moeten in ieder geval twee situaties onderscheiden worden. Enerzijds de bedrijfsruimtes die niet meer voor de exploitatie mogen worden gebruikt, zoals restaurants en cafés. Anderzijds zijn er winkels die nog wel open mogen, maar die er zelf voor kiezen de deuren te sluiten.

Huur van bedrijfsruimte tijdens de coronacrisis

De huurder is op grond van de huurovereenkomst verplicht om huur te betalen. Als hij niet betaalt, is er sprake van wanprestatie. Nu rijst de vraag, kan er sprake zijn van overmacht? Misschien zijn er in de huurovereenkomst afspraken gemaakt over de omstandigheden waaronder sprake kan zijn van overmacht. Als dat niet zo is, geldt de wet. In de wet staat dat van overmacht sprake is als het niet nakomen van de verplichtingen niet aan de huurder kan worden toegerekend. Met andere woorden: als het niet de schuld is van de huurder dat hij de huur niet kan betalen. Het is onduidelijk of het niet na kunnen komen van de verplichtingen door het coronavirus overmacht oplevert. Gezien er nog geen precedent hierover aanwezig is, is het lastig te oordelen wat de verkeersopvattingen in dit geval zullen zijn. Wat wel een rol speelt, is het veel gehanteerde ROZ-contract (Raad voor Onroerende Zaken) in dit soort huurrelaties. Hierin is standaard een beroep op huurprijsvermindering uitgesloten. Hierbij kan weer de vraag gesteld worden of een verhuurder in redelijkheid dit standpunt kan innemen, gelet op de huidige situatie.

In het geval de huurder er zelf voor kiest de winkel te sluiten, is de situatie anders. Alhoewel er op dit moment immers nog geen verplichting bestaat om dit te doen, is de werkelijkheid dat er veel minder bezoekers zijn en er dus ook veel minder omzet gegenereerd wordt. Of deze omstandigheid naar verkeersopvattingen geheel voor rekening van huurder zou moeten komen, is de vraag. Omdat iedere situatie anders is, kan op die vraag geen eenduidig antwoord worden gegeven. Dit moet per geval bekeken en getoetst worden.

Onvoorziene omstandigheden

Zowel de huurder als de verhuurder kunnen een beroep doen op onvoorziene omstandigheden. Hoewel een economische crisis in de meeste gevallen voor rekening en risico van de ondernemer komt, kan dat vanwege de coronacrisis en de in verband daarmee getroffen overheidsmaatregelen anders zijn. Vooral ook omdat met een dergelijke crisis bij het sluiten van de huurovereenkomst geen rekening kon worden gehouden. Een beroep op onvoorziene omstandigheden geeft aan een partij de mogelijkheid de huurovereenkomst door de rechter te laten aanpassen of vernietigen in het geval er sprake is van omstandigheden die maken dat van een huurder in redelijkheid niet meer kan worden verlangd dat de huurovereenkomst ongewijzigd wordt voortgezet. Volgens de parlementaire geschiedenis dient een rechter zich hierbij echter terughoudend op te stellen. Bovendien zitten we nu in de situatie dat ook rechtbanken zijn gesloten: het zal dus niet eenvoudig zijn snel een vonnis te verkrijgen.

Gebrek in de gehuurde bedrijfsruimte

De huurder kan aanspraak maken op vermindering van de huurprijs of schadevergoeding als er sprake is van een gebrek. Een gebrek is een staat of eigenschap van de zaak, of een andere omstandigheid, waardoor de huurder niet het huurgenot heeft dat hij bij aanvang van de huurovereenkomst mocht verwachten. Bij een gebrek kan het bijvoorbeeld gaan om: constructiefouten, een lek dak, vocht- en schimmelvorming en het niet kunnen krijgen van een exploitatie-vergunning vanwege het ontbreken van een nooduitgang. Rechters oordelen in het algemeen niet snel dat er sprake is van een omstandigheid die voor rekening van de verhuurder moet komen. In ieder geval zijn tegenvallende omzetten in verband met het wegblijven van publiek geen omstandigheid die aan de verhuurder moet worden toegerekend. Dit behoort tot het ondernemersrisico. Wat verder meespeelt is, is dat het gehuurde in heel veel gevallen feitelijk nog wel gebruikt kan worden. We zien daarom nu ook dat bijvoorbeeld restaurants overgaan tot het bezorgen of laten afhalen van hun maaltijden.

De exploitatieplicht

In de meeste huurovereenkomsten van bedrijfsruimte is een exploitatieplicht van de huurder opgenomen. Dat betekent dat de huurder de gehuurde bedrijfsruimte moet gebruiken.

In bijzondere omstandigheden kan de exploitatieplicht uit de wet voortvloeien, maar dat is lang niet altijd het geval. Vrijwel alle verhuurders van bedrijfs- en kantoorruimte maken gebruik van de ROZ-modellen. In de bij die ROZ-modellen behorende algemene bepalingen staat dat de huurder het gehuurde “daadwerkelijk, geheel, behoorlijk en zelf’’ zal gebruiken. Er rust aldus een exploitatieverplichting op de huurder.

Tot op heden is er in Nederland nog geen sprake van een algemene maatregel uit overheidswege die opdraagt een winkelcentrum of kantoorruimte in zijn geheel te sluiten. Wel is door de overheid afgekondigd dat landelijk alle scholen, eet- en drinkgelegenheden, sport- en fitnessclubs, sauna’s, seksclubs en coffeeshops tot nader order gesloten dienen te blijven. Als een huurder op last van de overheid gehouden is het gehuurde te sluiten, zal huurder daarvoor in beginsel niet aansprakelijk zijn. Dit is een omstandigheid die naar geldende verkeersopvattingen waarschijnlijk niet voor rekening van de huurder dient te komen. Indien de verhuurder namelijk zelf niet over zou gaan tot deze maatregel is de huurder alsnog gehouden tot sluiting van de gehuurde ruimte. De huurder heeft namelijk ook op grond van de algemene bepalingen de verplichting instructies van overheidswege op te volgen en heeft daarnaast als werkgever de verplichting om te zorgen voor een veilige werkomgeving. Dit houdt in dat zij de werknemer niet mag blootstellen aan het risico op besmetting door het coronavirus. De verhuurder kan onder deze omstandigheden dus geen beroep doen op de exploitatieplicht.

Wegens een zorgplicht richting het personeel en/of de klanten, zien wij dat huurders er ook zelf voor kiezen het gehuurde vrijwillig te sluiten, ook als zij daartoe niet geïnstrueerd zijn van overheidswege. Onder de huidige omstandigheden menen wij dat verhuurders alsdan geen aanspraak kunnen maken op nakoming van de exploitatieplicht, betaling van boetes of een vergoeding van schade. Op grond van de redelijkheid en billijkheid, alsook de plicht om de schade aan de zijde van de huurder zo veel mogelijk te beperken, kunnen wij ons overigens ook moeilijk voorstellen dat een verhuurder bezwaar zal maken tegen een (tijdelijke) sluiting.

Anders gebruiken van het gehuurde

Horecagelegenheden zijn op dit moment gesloten. Wel is het nog toegestaan om eten af te halen. Vaak voorziet een huurovereenkomst echter in een stringente bestemmingsbepaling en afhalen is iets wezenlijk anders dan een restaurant. Hierdoor kan een huurder in strijd met de huurovereenkomst handelen en – mogelijk – boetes verbeuren.
In huidige situatie ligt bij iedereen de plicht om zijn schade zoveel mogelijk te beperken. Door over te schakelen op een afhaal/ bezorgfunctie doet een huurder dat. Onder deze omstandigheden kan in redelijkheid moeilijk het standpunt verdedigd worden dat dit in strijd is met de contractuele bestemming. Sterker nog: een verhuurder heeft eerder een aanspraak op huurder als deze niet alles doet wat in zijn macht ligt om zijn omzet nog een beetje op peil te houden en de huur te kunnen betalen.

Conclusie

Het komt erop neer dat eenieder gehouden is zijn schade zoveel mogelijk te beperken. De overheid heeft inmiddels vergaande maatregelen aangekondigd om ondernemers te helpen en de financiële druk die op hen komt te staan te verlichten. Aanbevelenswaardig is om hier, waar nodig, zo goed mogelijk gebruik van te maken. Doet een huurder dit niet, dan kan het bezwaarlijk worden geacht om de schade dan maar af te wentelen op de verhuurder. Omgekeerd geldt dit uiteraard ook. Inmiddels is er vanuit de politiek ook een oproep aan verhuurders gedaan om de huur over de komende tijd te matigen, zodat het risico wordt gedeeld.

Hoewel de huurder en verhuurder met elkaar een contractuele relatie hebben en normaal gesproken het beginsel ‘afspraak is afspraak’ geldt, raden wij aan om met elkaar in gesprek te gaan en te kijken naar de mogelijkheden. Wellicht dat de huurder en verhuurder elkaar in deze uitzonderlijke tijden tegemoet kunnen komen. Hoewel de huurder door de sluiting geen inkomen heeft, lopen de lasten van de verhuurder ook door. Iedereen heeft er belang bij dat zowel de onderneming van de huurder als die van de verhuurder deze crisis overleeft en te boven komt. Zo kunnen de huurder en de verhuurder afspreken dat de huur tijdelijk gedeeltelijk wordt voldaan en de achterstand weer wordt ingehaald als de bedrijfsruimte weer is geopend. We moeten elkaar waar mogelijk helpen en bovendien hebben verhuurders ook geen baat bij failliete huurders. Een nieuwe huurder is in deze tijden immers niet snel gevonden. Welke keuze u ook maakt, neem geen overhaaste beslissingen en laat u goed adviseren over de mogelijkheden.

Contact

Omdat huidige situatie zo onvoorspelbaar is, kunnen wij ons voorstellen dat dit voor u als (ver)huurder veel vragen op kan roepen. Wij houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en brengen u graag op de hoogte van de laatste stand van zaken. Heeft u vragen over dit artikel of mocht uw vraag in dit artikel niet beantwoord zijn, aarzel dan niet om contact op te nemen met de ondernemingsrecht advocaten van Law & More.

Scheiden en de situatie rondom het corona virus
Blog

Scheiden en de situatie rondom het corona virus

Het coronavirus heeft ingrijpende gevolgen voor ons allemaal. We moeten proberen om zoveel mogelijk thuis te blijven en dus ook vanuit huis te werken. Dit zorgt ervoor dat u iedere dag meer tijd doorbrengt met uw partner dan voorheen het geval was. De meeste mensen zijn het niet gewend om iedere dag zoveel tijd met elkaar door te brengen. In sommige huishoudens veroorzaakt deze situatie zelfs de nodige spanning. Zeker voor de partners die al voor de corona crisis te maken hadden met relatieproblemen kunnen de huidige omstandigheden voor een onhoudbare situatie zorgen. Sommige partners kunnen zelfs tot de conclusie komen dat het beter is om te gaan scheiden. Maar hoe zit dat nu tijdens de coronacrisis? Kunt u een echtscheiding aanvragen ondanks de maatregelen omtrent het coronavirus om zoveel mogelijk thuis te blijven?

Ondanks de aangescherpte maatregelen van de RIVM kunt u gewoon een echtscheidingsprocedure starten. De echtscheidingsadvocaten van Law & More kunnen u daarbij adviseren en bijstaan. Voor het verloop van de echtscheidingsprocedure kan er een onderscheid gemaakt worden tussen een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek en een eenzijdige echtscheiding. Bij een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek dienen u en uw (ex-)partner één verzoekschrift in. Verder bent u het over alle afspraken eens. Een eenzijdig verzoek tot echtscheiding is een verzoek van één van beide partners aan de rechtbank om het huwelijk te ontbinden. Bij een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek is een zitting doorgaans niet nodig. Bij een eenzijdige echtscheidingsverzoek is het gebruikelijk dat er na de schriftelijke ronde een mondelinge behandeling bij de rechtbank wordt ingepland. Meer informatie over de echtscheiding kunt u vinden op onze echtscheidingspagina.

Door de uitbraak van het coronavirus werken de rechtbanken, hoven en bijzondere colleges zoveel mogelijk op afstand en met digitale middelen. Voor familiezaken geldt in verband met het coronavirus een tijdelijke regeling op grond waarvan de rechtbanken in beginsel uitsluitend de daarin als zeer urgent aangemerkte zaken via een telefonische (beeld)verbinding mondeling behandelen. Een zaak wordt bijvoorbeeld als zeer urgent aangemerkt als de rechtbank van oordeel is dat de veiligheid van kinderen in het geding is. In minder urgente familiezaken beoordelen de rechtbanken of de aard van de zaken zich lenen om schriftelijk behandeld te worden. Indien dat het geval is, krijgen de partijen het verzoek om daarmee in te stemmen. Als partijen bezwaren hebben tegen een schriftelijke afdoening, kan de rechtbank alsnog een mondelinge behandeling via een telefonische (beeld)verbinding inplannen.

Wat betekent dit voor uw situatie?

Indien u goed met elkaar kunt overleggen over de echtscheidingsprocedure en het ook mogelijk is om samen afspraken te maken, raden wij het aan om de voorkeur te geven aan een gemeenschappelijke echtscheidingsverzoek. Nu hierbij over het algemeen geen zitting nodig is en de echtscheiding schriftelijk afgehandeld kan worden, is het de meest geschikte manier om tijdens de corona crisis te gaan scheiden. De rechtbanken streven ernaar de beslissingen op gemeenschappelijke verzoeken ook tijdens de coronacrisis binnen de wettelijk bepaalde termijnen te wijzen.

Mocht u geen overeenstemming kunnen bereiken met uw (ex-)partner, dan bent u genoodzaakt om een eenzijdige echtscheidingsprocedure te starten. Ook dit is mogelijk tijdens de corona crisis. De echtscheidingsprocedure op eenzijdig verzoek begint met indiening van het verzoekschrift waarin de echtscheiding en eventuele nevenvoorzieningen (alimentatie, boedelverdeling etc.) door de advocaat van een van de partners wordt gevraagd. Dit verzoekschrift wordt vervolgens door een deurwaarder aan de andere partner aangeboden. Deze kan vervolgens binnen 6 weken een schriftelijk verweerschrift indienen. Hierna wordt over het algemeen een mondelinge behandeling gepland en in principe volgt daarna de uitspraak. Door de corona maatregelen zou het bij een eenzijdig verzoek tot echtscheiding dus langer kunnen duren voordat er een mondelinge behandeling kan plaatsvinden, indien de zaak niet met een schriftelijke behandeling afgedaan kan worden.

Gelet op het voorgaande is het dus mogelijk om ook tijdens de corona crisis een echtscheidingsprocedure starten. Dit kan zowel een gemeenschappelijk verzoek als een eenzijdig verzoek tot echtscheiding zijn.

Online echtscheiding tijdens de coronacrisis bij Law & More

Ook in deze bijzondere tijden staan de scheidingsadvocaten van Law & More voor u klaar. Wij kunnen u adviseren en begeleiden door middel van een telefoongesprek, video call of e-mail. Mocht u vragen hebben over uw echtscheiding, aarzel dan niet om contact op te nemen met ons kantoor. Wij helpen u graag!

De verzet procedure
Blog

De verzet procedure

Wanneer u wordt gedagvaard, heeft u de mogelijkheid om verweer te voeren tegen de vorderingen in de dagvaarding. Dagvaarden betekent dat u officieel wordt opgeroepen om voor een gerecht te verschijnen. Indien u hier geen gehoor aan geeft en op de genoemde datum niet verschijnt voor het gerecht, dan zal de rechter verstek tegen u verlenen. Ook indien u het griffierecht, de bijdrage in de kosten van rechtspraak, niet (op tijd) voldoet kan de rechter een verstekvonnis uitspreken. Met de term verstek wordt de situatie bedoeld dat een rechtszaak wordt behandeld buiten uw aanwezigheid. Als u als gedaagde geldig bent opgeroepen, maar niet verschijnt, zal de vordering van de tegenpartij hoogstwaarschijnlijk bij verstek worden toegewezen.

De verzet procedure

Wanneer u nadat u bent gedagvaard niet bent verschenen voor het gerecht, betekent dit niet dat u geen kans meer heeft om verweer te voeren. Er bestaan twee mogelijkheden om u alsnog te verweren tegen de vorderingen van de tegenpartij:

  • Verstek zuiveren: indien u als gedaagde niet in het geding verschijnt, zal er verstek tegen u worden verleend door de rechter. Tussen het niet verschijnen en het verstekvonnis, zit echter enige tijd. In die tussentijd, kunt u het verstek zuiveren. Het zuiveren van het verstek houdt in dat u alsnog in het geding verschijnt of het griffierecht alsnog voldoet.
  • Verzet: wanneer er een verstekvonnis is gewezen, is het zuiveren van het verstek niet meer mogelijk. In dat geval is verzet de enige manier om u te verweren tegen de vorderingen van de tegenpartij in het vonnis.

Hoe stelt u verzet in?

Verzet wordt ingesteld door het laten betekenen van een verzet dagvaarding. Daarmee wordt de procedure heropend. Deze dagvaarding moet de verweren tegen de vordering bevatten. In de verzet dagvaarding beargumenteert u als gedaagde partij dus waarom u van mening bent dat de rechter ten onrechte de vordering van de eiser heeft toegewezen. De verzet dagvaarding moet aan een aantal wettelijke vereisten voldoen. Dit zijn onder meer dezelfde vereisten als bij een reguliere dagvaarding. Het is daarom verstandig om een advocaat van Law & More te benaderen voor het opstellen van een verzet dagvaarding.

Binnen welke termijn dient u verzet in te stellen?

De termijn voor het uitbrengen van een verzet dagvaarding is vier weken. Voor gedaagden die in het buitenland woonachtig zijn, is de termijn om in verzet te gaan acht weken.

De termijn van vier, dan wel acht, weken kan op drie momenten aanvangen:

  • De termijn kan aanvangen nadat de deurwaarder het verstekvonnis aan de gedaagde heeft overhandigd;
  • De termijn kan gaan lopen als u als gedaagde een daad verricht waaruit voortvloeit dat u bekend bent met het vonnis of de betekening daarvan. Dit wordt in de praktijk ook wel een daad van bekendheid genoemd;
  • De termijn kan ook beginnen op de dag van de tenuitvoerlegging van het vonnis.

Tussen deze verschillende termijnen bestaat geen rangorde. Er wordt gekeken naar de termijn die het eerst aanvangt.

Wat zijn de gevolgen van verzet?

Als u in verzet gaat, dan wordt de zaak als het ware heropend en kunt u alsnog uw verweren aanvoeren. Het verzet wordt ingesteld bij dezelfde gerechtelijke instantie die het vonnis heeft gewezen. Op grond van de wet schorst het verzet de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis, tenzij het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De meeste verstekuitspraken worden door de rechter uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hiermee wordt bedoeld dat de uitspraak afgedwongen kan worden, ook als er verzet wordt ingesteld. Het vonnis wordt dus niet geschorst als de rechter het vonnis uitvoerbaar bij voorraad heeft verklaard. De eisende partij kan het vonnis dan direct ten uitvoerleggen.

Wanneer u niet binnen de gestelde termijn in verzet gaat, gaat het verstekvonnis in kracht van gewijsde. Dit betekent dat er dan geen ander rechtsmiddel meer open staat voor u en dat het verstekvonnis definitief en onherroepelijk wordt. In dat geval bent u dus gebonden aan het vonnis. Daarom is het erg belangrijk om op tijd in verzet te gaan.

Kunt u ook in verzet gaan in een verzoekschriftprocedure?

In het voorgaande is het rechtsmiddel verzet in een dagvaardingsprocedure behandeld. Een verzoekschrift procedure verschilt van een dagvaardingsprocedure. In plaats van aan de tegenpartij, richt een verzoekschrift zich tot de rechter. Vervolgens doet de rechter aan eventuele belanghebbenden kopieën toekomen en stelt hij hen in de gelegenheid om te reageren op het verzoekschrift. In tegenstelling tot de dagvaardingsprocedure wordt bij een verzoekschriftprocedure geen verstek verleend als u niet verschijnt. Dit betekent dus dat het rechtsmiddel van verzet niet openstaat voor u. Weliswaar bepaalt de wet niet dat de rechtbank in een verzoekschriftprocedure het verzoek zal toewijzen tenzij het verzoek onrechtmatig of ongegrond voorkomt, maar in de praktijk gebeurt dat vaak wel. Daarom is het belangrijk om een rechtsmiddel in te stellen als u het niet eens bent met de beslissing van de rechter. Bij verzoekschriftprocedures staat alleen het rechtsmiddel van hoger beroep en daarna eventueel cassatie open.

Bent u bij verstek veroordeeld? En wilt u uw verstek zuiveren of in verzet gaan door middel van een verzet dagvaarding? Of wilt u hoger beroep instellen of in cassatie gaan in een verzoekschriftprocedure? De strafrechtadvocaten van Law & More staan u graag bij in een gerechtelijke procedure en denken graag met u mee.

Biometrische gegevens
Blog

Toestemming als uitzondering…

Toestemming als uitzondering voor verwerking van biometrische gegevens

Recentelijk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een hoge boete, namelijk 725.000, – euro opgelegd aan bedrijf dat vingerafdrukken van werknemers scande voor aanwezigheids- en tijdsregistratie.[1] Biometrische gegevens, zoals een vingerafdruk, zijn namelijk bijzondere persoonsgegevens in de zin van artikel 9 AVG. Dit zijn unieke kenmerken die te herleiden zijn naar één specifiek persoon. Echter, deze gegevens bevatten vaak meer informatie dan noodzakelijk is voor bijvoorbeeld identificatie. Verwerking daarvan vormt derhalve grote risico’s op het gebied van grondrechten en fundamentele vrijheden van mensen. Komen deze gegevens in verkeerde handen, dan kan dit mogelijk leiden tot onherstelbare schade. Biometrische gegevens worden daarom goed beschermd en is verwerking daarvan op grond van artikel 9 AVG verboden, tenzij daarvoor een wettelijke uitzondering bestaat. In deze zaak kwam de AP tot conclusie dat het betreffende bedrijf geen beroep toekwam op een uitzonderingsgrond voor het verwerken van bijzondere persoonsgegevens.

Over de vingerafdruk in het kader van de AVG en een van de uitzonderingsgronden, namelijk noodzakelijkheid, hebben wij eerder in een van onze blogs geschreven: ‘Vingerafdruk in strijd met AVG’. In deze blog staat de andere alternatieve uitzonderingsgrond centraal: toestemming. Wanneer een werkgever in zijn bedrijf gebruik maakt van biometrische gegevens zoals vingerafdrukken, kan hij dan in het kader van privacy volstaan met een toestemming van zijn werknemer?

Toestemming als uitzondering voor verwerking van biometrische gegevens

Onder toestemming wordt verstaan een specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige wilsuiting waarmee iemand met een verklaring of een ondubbelzinnige actieve handeling een verwerking van zijn persoonsgegevens aanvaard, aldus artikel 4 onderdeel 11 AVG. De werkgever dient in het kader van deze uitzondering derhalve niet alleen aan te tonen dat zijn werknemers de toestemming hebben verleend, maar ook dat dit ondubbelzinnig, specifiek en geïnformeerd is geschied. Ondertekening van de arbeidsovereenkomst of ontvangst van het personeelshandboek waarin de werkgever slechts de intentie heeft vastgelegd om, zoals ook in de betreffende zaak het geval was, volledig met de vingerafdruk te gaan inklokken, is in dit kader onvoldoende, zo oordeelde de AP. Als bewijs dient de werkgever bijvoorbeeld beleid, procedures of andere documentatie te overleggen, waaruit blijkt dat zijn werknemers voldoende geïnformeerd zijn over de verwerking van de biometrische gegevens en zij ook (uitdrukkelijke) toestemming hebben gegeven voor verwerking daarvan.

Wordt de toestemming door de werknemer gegeven, dan dient deze voorts niet alleen ‘uitdrukkelijk’ maar ook ‘vrijelijk gegeven’ te zijn, aldus de AP. ‘Uitdrukkelijk’ is bijvoorbeeld schriftelijke toestemming, ondertekening, het versturen van een e-mail om toestemming te geven of toestemming met tweetrapsverificatie. ‘Vrijelijk gegeven’ betekent dat er geen dwang dan achter mag zitten (zoals in de betreffende zaak aan de orde was: bij weigering om de vingerafdruk te laten inscannen volgde een gesprek met de directeur/bestuur) of dat toestemming een voorwaarde mag zijn voor iets anders. Aan de voorwaarde ‘vrijelijk gegeven’ wordt door de werkgever in ieder geval niet voldaan wanneer werknemers verplicht zijn of het, zoals ook in de betreffende zaak, als een verplichting ervaren om hun vingerafdruk te laten vastleggen. In het algemeen oordeelde de AP in het kader van dit vereiste dat gezien de afhankelijkheid die het gevolg is van de relatie tussen de werkgever en werknemer, het onwaarschijnlijk is dat de werknemer zijn of haar toestemming vrijelijk kan verlenen. Het tegendeel zal door de werkgever moeten worden bewezen.

Vraagt een werkgever om toestemming aan zijn medewerkers om hun vingerafdruk te verwerken? Dan leert de AP in het kader van deze zaak dat dit in principe niet mag. Immers, medewerkers zijn afhankelijk van hun werkgever en dus vaak niet in een positie om te kunnen weigeren. Dat wil niet zeggen dat de werkgever zich nooit met succes op de toestemming-grond kan beroepen. Echter, de werkgever moet echt van goeden huize en met voldoende bewijs komen om zijn beroep op de toestemming-grond te laten slagen, teneinde biometrische gegevens van zijn werknemers, zoals vingerafdrukken, te kunnen verwerken. Bent u voornemens om binnen uw bedrijf gebruik te maken van biometrische gegevens of vraagt uw werkgever u om toestemming om bijvoorbeeld uw vingerafdruk te gebruiken? Dan is het van belang om niet direct te handelen en de toestemming te verlenen, maar u eerst goed te laten informeren. De advocaten van Law & More zijn deskundig op het gebied van privacy en kunnen u voorzien van informatie. Heeft u nog andere vragen aan de hand van deze blog? Neem dan contact op met Law & More.

__________________________

[1] https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl/nieuws/boete-voor-bedrijf-voor-verwerken-vingerafdrukken-werknemers#subtopic-1880

Cybercrime: phishing en ransomware
Blog

Cybercrime: phishing en ransomware

Niet alleen individuele burgers, maar ook (grote) organisaties en bedrijven worden steeds vaker door internetfraude getroffen. Recent was de Universiteit van Maastricht het slachtoffer van een cyberaanval waarbij de cybercriminelen de universitaire computersystemen kort voor Kerstmis uitschakelden. De cyberaanval gebeurde met ransomware nadat de medewerkers van de Universiteit van Maastricht op hun laptop een link hadden aangeklikt van een phishingmail en hun wachtwoord en gebruikersnaam hadden prijsgegeven. Zo konden de cybercriminelen vervolgens de systemen van de universiteit binnen dringen en uiteindelijk de servers van de universiteit versleutelen, waardoor de universiteit niet meer bij zijn eigen informatie kon.  Omdat het doorgaans weken duurt om alle gehackte systemen weer up-and-running te krijgen met alle gevolgen van dien, geven de cybercriminelen de getroffen bestanden slechts tegen betaling van forse bedragen weer vrij.

Phishing

Phishing is een vorm van internetoplichting die door cybercriminelen vaak wordt gebruikt. Vaak gebeurt dit in de vorm van een e-mail, waarmee bedrijven en organisaties worden benaderd. De e-mail wordt zodanig authentiek opgezet en doorgaans met officiële logo’s aangekleed, dat het afkomstig lijkt te zijn van een officiële instantie, organisatie of een ander bedrijf. In dit soort e-mails wordt u of de medewerkers van uw bedrijf doorgaans gevraagd om op een bepaalde link te klikken of een bijlage te openen om een zogenaamde achterstallige rekening te betalen. Gebeurt dat niet of niet binnen een bepaalde tijd, dan staat u of uw bedrijf een hoge boete te wachten, aldus de e-mail. Als een dergelijke e-mail van uw bank afkomstig lijkt, kan het voelen alsof er maar één oplossing is, namelijk doen wat het bericht vraagt.

Cybercrime: phishing en ransomware

Wanneer u de link dan wel de bijlage heeft aangeklikt, komt u uit op een pagina die verdacht veel weg heeft van de officiële website en wordt u gevraagd om aldaar in te loggen. Op deze wijze vissen de cybercriminelen naar informatie. Logt u in? Dan hebben ook de cybercriminelen toegang tot uw (bedrijfs-) gegevens en kunnen ze zo gemakkelijk uw geld of persoonsgegevens buit maken. Besluit u om toch niet in te loggen, dan is het mogelijk dat u of uw bedrijf toch slachtoffer bent geworden van de cybercriminelen. Immers, enkel het openen van de link dan wel bijlage vermeld in de phishingmail is vaak al voldoende. De cybercriminelen kunnen dan ongemerkt een malware op uw computer installeren die vervolgens uw belangrijke persoonlijke informatie onderscheppen dan wel gijzelen.

Ransomware

In het laatste geval heeft u te maken met een ransomware. Dit is een ander woord voor gijzelsoftware. Daarmee blokkeren of versleutelen de cybercriminelen de bestanden op uw computersystemen. U kunt dan niet meer bij uw (bedrijfs-) gegevens. Voorts ontvangt u een bericht dat u pas weer toegang krijgt op het moment dat u een bedrag aan ‘losgeld’ hebt betaald.

De ransomware wordt door cybercriminelen doorgaans geïnstalleerd als een link dan wel bijlage in een phishingmail wordt geopend. Echter, de bedrijven worden niet altijd per e-mail benaderd. Soms verstoppen de cybercriminelen de ransomware ook in advertenties op internet of wordt uw bedrijf telefonisch benaderd met het verzoek om naar bepaalde internetpagina te gaan. Het openen van een bepaalde pagina is dan soms al voldoende.

Wordt uw bedrijf slachtoffer van een ransomware, dan zijn de gevolgen vaak niet gering. Niet alleen omdat uw bedrijf dagen of zelfs weken stil komt te liggen, maar ook omdat bedragen die de cybercriminelen aan losgeld eisen vaak te hoog zijn. Bovendien dient uw bedrijf daarna investeren in onderzoek, opschoning, herstel en verbetering van uw systemen. Immers, ook al heeft u losgeld betaald om van ransomware af te komen, heeft u daarmee nog geen garantie dat de cybercriminelen geen toegang meer hebben tot uw systeem.

Voorkomen is beter dan genezen

Zowel phishing als ransomware zijn de veelvoorkomende vormen van cybercrime. Daarachter zitten vaak meerdere (internationale) criminele organisaties. En net als de ontwikkeling van het internet, staan ook deze organisaties niet stil. Nieuwe vormen van cybercrime dan wel combinatie van diverse vormen liggen op de loer en is de digitale veiligheid helaas niet te garanderen. Wel zijn er een aantal maatregelen die u kunt nemen om de kans dat u slachtoffer wordt van dergelijke cybercriminelen te minimaliseren. Ontvang u een e-mail of ander bericht van op het eerste gezicht een officiële instantie, organisatie of een ander bedrijf? Dan is het belangrijk om niet direct te handelen door op een link dan wel bijlage te klikken, in te loggen of te betalen. Het is verstandig om eerst een stap terug te doen en uzelf de vraag te stellen: is de e-mail wel wat het lijkt?

Daarbij kunt u allereerst letten op de aanhef, het taalgebruik en de spelfouten. Immers, wanneer er een internationale criminele organisatie achter deze e-mails schuilgaat, is zij de Nederlandse taal niet machtig en is de kans groot dat er gebruik van vertaalmachines wordt gemaakt. Maar ook de Nederlandse cybercriminelen hebben soms moeite om goedlopende zinnen in zakelijke taal te formuleren. Daarnaast worden in de phishingmails vaak de woorden dringend, urgent, belangrijk, of laatste herinnering gebruikt om urgentie te creëren en de druk op de lezer op te voeren. Signaleert u naast de spelfouten deze woorden in uw e-mail, dan is de kans groot dat u te maken heeft met phishing.

Voorts is het belangrijk om de afzender van het bericht te controleren. Het is in dit kader verstandig om de e-mailadres van de afzender te vergelijken met een adres dat eventueel ook staat genoemd op de officiële website van de instantie dan wel organisatie. Lijkt de e-mailadres weliswaar betrouwbaar, maar zit het u toch niet helemaal lekker? Neem dan voor de zekerheid contact op met de afzender via de contactinformatie op hun officiële website. Het is altijd verstandig om te dubbelchecken. Immers, voorkomen is beter dan genezen. Tenslotte is het verstandig om over een antivirusprogramma op uw computer te beschikken en regelmatig backups van de (waardevolle) gegevens en bestanden op uw computer te maken en op een andere locatie te bewaren. Zorg dat uw computer goed beveiligd is.

Mocht u onverhoopt of ondanks alle maatregelen toch getroffen worden door een aanval van de cybercriminelen? Of heeft u nog andere vragen over (deze vormen van) cybercrime? Neem dan contact op met de strafrechtadvocaten van Law & More. Bij Law & More begrijpen wij dat cybercrime grote impact kan hebben op u of uw bedrijf. Daarom hanteren wij bij Law & More een persoonlijke aanpak en staat wij u snel en waar nodig bij.

Omgang met uw kind tijdens de Corona crisis
Blog

Omgang met uw kind tijdens de Corona crisis

Nu het coronavirus ook in Nederland is uitgebroken nemen de zorgen bij veel gescheiden ouders toe. Ook ouders die momenteel in een echtscheiding liggen, kunnen problemen ervaren bij het uitvoering geven aan de afgesproken omgangsregeling. Als gescheiden ouder kunt u nu tegen een aantal vragen aanlopen. Mag uw kind nog naar uw ex-partner? Mag u uw kind thuis houden ook al zou hij of zij komend weekend bij mama of papa moeten zijn? Kunt u eisen dat u uw kinderen mag zien als uw ex-partner ze nu vanwege de corona-crisis thuis wil houden? Dit is natuurlijk voor iedereen een hele bijzondere situatie die we nog niet eerder hebben meegemaakt, zodat dit voor ons allemaal vragen oproept waarvan de antwoorden niet duidelijk zijn.

Het uitgangspunt van onze wet is dat een kind en een ouder recht hebben op omgang met elkaar. Ouders die gescheiden zijn of momenteel in een echtscheiding liggen, zijn daarom vaak gehouden aan een afgesproken omgangsregeling. We leven nu echter in uitzonderlijke tijden. We hebben zo iets niet eerder meegemaakt, waardoor er geen eenduidige antwoorden bestaan op bovenstaande vragen. In de huidige omstandigheden is het voor gescheiden ouders, maar ook voor ouders die in een echtscheiding liggen, belangrijk om aan de hand van de redelijkheid en billijkheid per specifieke situatie te beoordelen wat het best is voor de kinderen.

Omgang met uw kind tijdens de Corona crisis

Wat gebeurt er als er een complete lockdown wordt aangekondigd in Nederland? Geldt de afgesproken omgangsregeling dan ook nog steeds?
Op dit moment is het antwoord op deze vraag nog niet duidelijk. Wanneer we Spanje als voorbeeld nemen, zien we dat daar (ondanks de lockdown) het voor de ouders wel toegestaan is om uitvoering te blijven geven aan de omgangsregeling. Het is de ouders in Spanje dus uitdrukkelijk toegestaan om bijvoorbeeld de kinderen op te halen of te brengen naar de andere ouder. In Nederland gelden er op dit moment nog geen specifieke regels met betrekking tot de omgangsregelingen tijdens het coronavirus.

Is het coronavirus een geldige reden om je kind niet naar de andere ouder te laten gaan?
Volgens de richtlijnen van het RIVM, is het de bedoeling dat iedereen zoveel mogelijk thuis blijft, sociale contacten vermijdt en anderhalve meter afstand houdt van anderen. Het is denkbaar dat u uw kind niet naar de andere ouder wilt laten gaan, omdat hij of zij bijvoorbeeld in een risicogebied is geweest of een beroep in de zorgsector heeft waardoor hij of zij een groter kans heeft op een besmetting met corona.

Het is echter niet toegestaan om het coronavirus te gebruiken als een ‘smoes’ om het contact tussen uw kinderen en de andere ouder te belemmeren. Ook in deze uitzonderlijke situatie bent u namelijk verplicht om de omgang tussen uw kinderen en de andere ouder zoveel mogelijk te bevorderen. Wel is het belangrijk dat u elkaar op de hoogte blijft houden als uw kinderen bijvoorbeeld ziekteverschijnselen vertonen. Wanneer het ophalen en brengen van de kinderen in deze bijzondere periode voor u niet mogelijk is, kunt u tijdelijk alternatieve manieren afspreken om de omgang zoveel mogelijk plaats te laten vinden. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan uitgebreid contact via Skype of Facetime.

Wat kunt u doen als de andere ouder omgang met uw kind weigert?
Het is in deze uitzonderlijke periode lastig om de omgangsregeling af te dwingen, zolang de maatregelen van het RIVM gelden. Daarom is het verstandig om goed overleg te plegen met de andere ouder en samen te bepalen wat het best is voor de gezondheid van uw kinderen, maar ook voor uw eigen gezondheid. Indien u er met onderling overleg niet uit komt, kunt u ook hulp inschakelen van een advocaat. Normaal gesproken zou in een dergelijk geval een kortgeding procedure gestart kunnen worden om de omgang via een advocaat af te dwingen. Het is echter de vraag of u onder de huidige omstandigheden hiervoor een procedure kunt starten. In deze uitzonderlijke periode zijn de rechtbanken gesloten en worden uitsluitend urgente zaken behandeld. Zodra de maatregelen omtrent het coronavirus zijn opgeheven en de andere ouder de omgang blijft frustreren, kunt u een advocaat inschakelen om de omgang alsnog af te dwingen. De advocaten van Law & More kunnen u hierbij van dienst zijn! Gedurende de coronamaatregelen kunt u de advocaten van Law & More ook benaderen voor een gesprek samen met uw ex-partner. Onze advocaten kunnen ervoor zorgen dat u samen met uw ex-partner tot een minnelijke oplossing kunt komen.

Heeft u een vraag over de omgangsregeling met uw kind of wilt u samen met uw ex-partner een gesprek voeren onder begeleiding van een advocaat om zo tot een minnelijke oplossing te komen? Neem dan gerust contact op met Law & More.

1 2 3 4 5
Privacy Settings
We use cookies to enhance your experience while using our website. If you are using our Services via a browser you can restrict, block or remove cookies through your web browser settings. We also use content and scripts from third parties that may use tracking technologies. You can selectively provide your consent below to allow such third party embeds. For complete information about the cookies we use, data we collect and how we process them, please check our Privacy Policy
Youtube
Consent to display content from - Youtube
Vimeo
Consent to display content from - Vimeo
Google Maps
Consent to display content from - Google
Spotify
Consent to display content from - Spotify
Sound Cloud
Consent to display content from - Sound
Law & More

facebook lawandmore.nl   instagram lawandmore.nl   linkedin lawandmore.nl   twitter lawandmore.nl