facebook lawandmore.nl   instagram lawandmore.nl   linkedin lawandmore.nl   twitter lawandmore.nl

Afspraak

Law & More Logo

Aandeelhoudersrechten En Rechter Verplicht | Law & More
Blog, Ondernemingsrecht

Rechter verplicht B.V. om een kopie van de jaarrekeningen te verstrekken aan minderheidsaandeelhouder

Wat betekent ‘rechter verplicht’?

Dit is een samenvatting van de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 18 december 2017.

In deze zaak vordert Intermodal Container Services B.V. (hierna: ICS), minderheidsaandeelhouder van Curacaosche Haven Maatschappij B.V. (hierna: CHC), dat CHC haar jaarrekeningen over de jaren 2012 tot en met 2016 met de bijbehorende management letters van de controlerende accountant overlegt. Uit de statutaire bepalingen van CHC volgt dat ICS recht heeft op toezending van deze stukken. CHC heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarbij zij zich op het belang van vertrouwelijkheid beroept. Het Gerecht verwerpt dit verweer.

Samenvatting van de feiten

ICS is minderheidsaandeelhouder van CHC. Zij wenst in deze hoedanigheid te beschikken over de jaarrekeningen van CHC over de jaren 2012 tot en met 2015 en over de ter goedkeuring aan de algemene vergadering van aandeelhouders voor te leggen jaarrekening over 2016. ICS heeft belang bij deze stukken voor het laten opstellen, controleren en goedkeuren van haar eigen jaarstukken en met het oog op de voorgenomen verkoop van haar aandelen in CHC.

Volgens de statuten van CHC hebben aandeelhouders voorafgaand aan de algemene vergadering van aandeelhouders recht op toezending van de ter vergadering te behandelen jaarrekeningen met accountantsverklaring. De gang van zaken op de algemene vergadering van aandeelhouders van CHC is gedurende een periode van jaren echter geweest dat de jaarrekening pas op de vergadering ter bestudering en goedkeuring aan de aandeelhouders werd voorgelegd.

Met betrekking tot de jaarrekening over 2016 heeft CHC de jaarstukken ten kantore ter inzage gelegd; aandeelhouders kunnen een afspraak maken voor inzage. ICS vordert dat CHC de jaarrekeningen over de jaren 2012 tot en met 2016 met de bijbehorende management letters overlegt. CHC is het hier niet mee eens en voert gemotiveerd verweer.

Samenvatting van de rechtsoverwegingen

Uit de statuten van CHC volgt dat aandeelhouders van CHC voorafgaand aan de vergadering recht hebben op toezending van de ter vergadering te behandelen jaarrekening met accountantsverklaring. Jaarrekeningen hebben in het bijzonder ten doel de aandeelhouders te informeren en aandeelhouders hebben bovendien een belang om de jaarstukken te kunnen bestuderen en controleren. Dit, in combinatie met de statutaire bepalingen van CHC, maakt ICS gerechtigd tot afgifte.

Van zwaarwegende redenen op grond waarvan afgifte van de jaarrekeningen niet van CHC kan worden gevergd, is niet gebleken. CHC heeft benadrukt dat zij er belang bij heeft dat de jaarrekeningen vertrouwelijk blijven. ICS heeft dit belang onderschreven en heeft gesteld dat zij CHC een concept voor een non disclosure agreement heeft aangeboden. Partijen zijn het alleen niet eens geworden over de hieraan verbonden boete. Concrete aanwijzingen waaruit blijkt dat ICS niet vertrouwelijk met de stukken zal omgaan zijn echter gesteld noch gebleken.

In de door CHC gewenste vertrouwelijkheid kan volgens het Gerecht dus geen grond gevonden worden om ICS haar statutaire recht op toezending en aanbieding van de jaarrekeningen te ontzeggen. ICS hoeft ook geen genoegen te nemen met de geboden mogelijkheid om de jaarrekening 2016 in te komen zien. De omstandigheid dat ICS zich een aantal jaren heeft beperkt tot het inzien en aftekenen van de jaarrekeningen op de algemene vergadering van aandeelhouders, brengt niet met zich mee dat zij daar in het vervolg aan gehouden is.

ICS heeft ook geen afstand gedaan van haar aanspraak op afschriften van de stukken. Bovendien gaat het Gerecht niet uit van het bestaan van een afspraak tussen ICS en CHC waarin ICS afstand doet van haar recht op afschriften van de jaarrekeningen. Tot slot stelt het Gerecht op grond van art.

2:7 BW, op basis waarvan partijen zich jegens elkaar moeten gedragen naar hetgeen door de redelijk en billijkheid wordt gevorderd, dat het niet mogelijk is om ICS zonder zwaarwegende redenen voorafgaand aan de jaarvergadering geen afschrift van de te behandelen jaarrekening te sturen of haar afschriften van jaarrekeningen over eerdere jaren te onthouden. Het Gerecht gebiedt CHC de jaarrekeningen aan ICS af te geven.

Deze samenvatting is gemaakt in het kader van auteurswerk voor Kluwer Smartnewz.

Contact

Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze samenvatting, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via [email protected] of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via [email protected], of bel ons op +31 (0)40-3690680.

Heeft u tijdelijk een jurist nodig? Bekijk dan de mogelijkheden voor een interim jurist.

Privacygevoelige Communicatie Sterker Beschermd | L & M
Actualiteiten, Nieuws

Privacygevoelige telecommunicatie in de toekomst beter grondwettelijk beschermd

Privacygevoelige Communicatie : Uw Rechten

Op 12 juli 2017 heeft de Eerste Kamer unaniem ingestemd met het wetsvoorstel van Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Plasterk, dat ziet op een betere grondwettelijke bescherming van e-mail en andere vormen van privacygevoelige telecommunicatie.

Volgens lid 2 van artikel 13 van de Grondwet is het telefoon- en telegraafgeheim onschendbaar. Gezien de huidige ontwikkelingen in de telecommunicatie verdient het artikel aanpassing. Het voorstel voor de nieuwe tekst luidt: “ieder heeft recht op eerbiediging van zijn brief- en telecommunicatiegeheimen”.

De procedure om artikel 13 van de Grondwet aan te passen is in gang gezet.

Hackers : Hoe Petya IT-systemen Platlegde | Law & More
Nieuws, Strafrecht

De Rotterdamse haven en TNT hebben last van een wereldwijde hacker aanval

De impact van hackers op bedrijven

Op 27 juni 2017 zijn wereldwijd bedrijven getroffen door een IT-storing door een aanval met ransomware.

In Nederland meldden APM (het grootste Rotterdamse containeroverslagbedrijf), TNT en medicijnfabrikant MSD het uitvallen van hun IT-systeem door het virus genaamd “Petya”. Het computervirus begon in Oekraïne, waar banken, overheidsbedrijven en het elektriciteitsnet van Oekraïne getroffen werden en verspreidde zich daarna over de wereld.

Volgens directeur Dave Maasland van het cybersecuritybedrijf ESET, is de gebruikte ransomware vergelijkbaar met het WannaCry-virus. In tegenstelling tot zijn voorganger versleutelt het de gegevens niet, maar vernietigt deze onmiddellijk.

Het incident bevestigt eens te meer de noodzaak tot publiek-private samenwerking op het gebied van cyber security.

2017-06-27

Europese Commissie: Google’s Antitrustschendingen | L & M
Actualiteiten, Nieuws

Europese Commissie: Google’s antitrustschendingen

De Europese Commissie heeft beschikt dat Google een boete van 2,42 miljard EUR moet betalen wegens schending van de EU-antitrustregels.

Het agentschap van de EU geeft aan dat Google haar eigen Google Shopping producten bevoordeelt ten nadele van andere productaanbieders. Bij aanklikken verschijnen de producten van Google Shopping aan de top van de pagina met zoekresultaten, terwijl de zoekalgoritmen van Google ervoor zorgen dat aanbod van concurrerende diensten doelbewust lager in de resultaten verschijnt. Binnen 90 dagen moet Google zijn zoekalgoritmen veranderen. Gebeurt dit niet, dan krijgt Google een straf opgelegd tot 5% van de gemiddelde dagelijkse mondiale omzet van Alphabet. Alphabet is de moedermaatschappij van Google.

De EU commissaris voor mededingingsbeleid Margrethe Vestager zegt dat wat Google deed en doet illegaal is. Deze beslissing vormt een precedent voor toekomstige onderzoeken op dit gebied.

De Europese Commissie onderzoekt nog twee zaken waar Google volgens de Europese Commissie haar machtspositie heeft misbruikt: het Android-besturingssysteem en AdSense.

2017-06-27

Europese Commissie : Rapportageverplichtingen | Law & More
Nieuws, Ondernemingsrecht

Europese Commissie eist inzage in door intermediairs voor hun cliënten…

Europese Commissie eist inzage in door intermediairs voor hun cliënten ontworpen constructies voor belastingontwijking.

Landen lopen jaarlijks belastinginkomsten mis door veelal grensoverschrijdende belastingconstructies die belastingadviseurs, accountants, banken en advocaten (intermediairs) ontwerpen voor hun cliënten. Om transparantie te bevorderen en deze belastingen te kunnen innen stelt de Europese Commissie voor deze intermediairs vanaf 1 januari 2019 te verplichten hun constructies aan de belastingdiensten bekend te maken voordat deze door hun cliënten worden geïmplementeerd.

De aangeleverde documenten zullen voor de belastingdiensten toegankelijk worden gemaakt via een centrale databank. De regels zijn alomvattend: zij gelden voor alle intermediairs, alle constructies en alle landen. Aan intermediairs die de gegevens niet aanleveren zullen sancties worden opgelegd. Het voorstel zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad.

2017-06-22

Innovatieleider Nederland: Ontdek De Succesfactoren | L&M
Actualiteiten, Nieuws

Nederland is een innovatieleider in Europa

Nederland is een innovatieleider

Volgens de European Innovation Scoreboard van de Europese Commissie, krijgt Nederland  27 indicatoren voor innovatiekracht. Nederland staat nu op de vierde plek (2016 – vijfde plek), en is samen met Denemarken, Finland en het Verenigd Koninkrijk in 2017 als innovatieleider aangeduid.

Volgens de Nederlandse Minister van Economische Zaken zijn we tot dit resultaat gekomen omdat staat, universiteiten en bedrijven in Nederland nauw samen werken. Eén van de criteria van Het European Innovation Scoreboard voor de beoordeling van de staten was dan ook ‘publiek-private samenwerking’. Vermeldenswaardig is bovendien dat de investeringen voor innovaties in Nederland het hoogst van Europa zijn.

Bent u geïnteresseerd in  Het European Innovation Scoreboard 2017? U kunt alles nalezen op de website van de Europese Commissie.

2017-06-20

Geschiedenis Van Belasting In Nederland | Law & More
Nieuws, Ondernemingsrecht

Belasting: vroeger en nu

Ontdek de oorsprong van belasting

Belasting : vroeger en nu. De geschiedenis van belasting begint in de Romeinse tijd. Volk dat woonde op grondgebied van het Romeinse Rijk moest belasting betalen. De eerste belastingregels in Nederland verschijnen in 1805. Het basisprincipe van belasting was geboren: het inkomen. De inkomstenbelasting werd in 1904 geformaliseerd.

BTW, inkomstenbelasting, loonbelasting, vennootschapsbelasting, milieubelasting – het zijn allemaal belastingen die we in deze moderne tijd betalen. We betalen belasting aan de rijksoverheid en aan gemeenten. Met de inkomsten kan het Ministerie van Infrastructuur onder meer zorgen voor de dijken; of provincies voor het openbaar vervoer.

Economen discussiëren nog steeds over vragen als: wie moeten belasting betalen? Wat is de grens? Waar moeten de inkomsten aan besteed worden? Een staat zonder belastingen kan niet zorgen voor haar burgers.

 
Voor Menig Nederlander Zal Het Een Droom Zijn | Law And More
Nieuws, Personen- en Familierecht

Bent u Nederlander en wilt u trouwen in het buitenland?

Trouwen in het buitenland als Nederlander

Voor menig Nederlander zal het een droom zijn: trouwen op een mooie locatie in het buitenland, misschien wel op je geliefde vaste vakantiebestemming in Griekenland of Spanje. Als je als Nederlander wil gaan trouwen in het buitenland, moet je echter vaak aan een groot aantal formaliteiten voldoen en aan een groot aantal vragen denken. Mag je als niet-inwoner bijvoorbeeld wel in dat land trouwen? En welke documenten heb je allemaal nodig om te kunnen trouwen? En vergeet de legalisatie en de vertaalslag niet. Zo moet je  bijvoorbeeld zorgen voor een beëdigde vertaling als je akte niet in het Engels, Frans of Duits is.

Wilt u meer weten over het immigratierecht? Neem contact op met onze immigratie advocaten.

Het Minimumloon Verandert Per 1 Juli 2017 In Nederland
Arbeidsrecht, Nieuws

Het minimumloon verandert

Wie krijgt het wettelijk minimumloon?

Het minimumloon in Nederland hangt af van de leeftijd van een werknemer. De regels omtrent het minimumloon kunnen jaarlijks verschillen. Zo is de leeftijd voor het wettelijk volwassenminimumloon per 1 juli 2017 22.

Het wettelijk minimumloon bedraagt per 1 juli 2017 € 1.565,40 per maand (voor werknemers van 22 jaar en ouder).

2017-05-30

Juridische Procedures Zijn Bedoeld Om Een Oplossing | L & M
Nieuws, Procesrecht

Juridische procedures zijn bedoeld om een oplossing voor een probleem te vinden

Werken juridische procedures echt?

Juridische procedures zijn bedoeld om een oplossing voor een probleem te vinden, maar bereiken doorgaans het tegenovergesteld; zo blijkt uit een onderzoek van Nederlands onderzoeksinstituut HiiL. Problemen worden steeds minder vaak opgelost, nu het traditionele procesmodel (het zogenaamde tournooimodel) partijen juist uit elkaar drijft. Als gevolg hiervan pleit de Nederlandse Raad voor de Rechtspraak voor het invoeren van experimenteerbepalingen, waarmee rechter procedures op andere manieren kunnen voeren.

22-05-2017

#Getthanked: Kracht Van Hashtags In Branding | Law & More
Actualiteiten, Nieuws

Niet alleen op Twitter en Instagram is de hashtag populair

Hashtag als handelsmerk : hoe werkt dat?

Niet alleen op Twitter en Instagram is de hashtag populair. Steeds vaker gebruikt men ook in een handelsmerk een hashtag. In 2016 is het aantal handelsmerken met een hashtag ervoor wereldwijd zelfs gestegen met 64%. Een goed voorbeeld hiervan is de handelsnaam ‘#getthanked’ van T-Mobile. Het claimen van een hashtag als handelsmerk is overigens niet altijd even makkelijk. Zo moet een hashtag bijvoorbeeld direct linken naar het product of de dienst van de aanvrager.

Wilt u meer weten over het intellectueel eigendomsrecht? Neem contact op met onze advocaten.

19-05-2017

Wat Is Een Betalingsbelofte In Juridische Context? | L &M
Blog, Civiel Recht

Verjaring vordering wordt gestuit door betalingsbelofte schuldenaar in de vorm van schulderkenning

Stuiting verjaring door betalingsbelofte.

Dit is een samenvatting van de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 16 mei 2017.

Geïntimeerde vordert terugbetaling van een lening, te vermeerderen met contractuele rente en kosten. In het bestreden eindvonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat de verjaring van de vordering naar het recht van Massachusetts is gestuit, tegen welke toegewezen vordering appellant nu in hoger beroep gaat.

Samenvatting van de feiten

Op 22 juni 2001 heeft appellant met geïntimeerde een overeenkomst van geldlening gesloten. Appellant ontvangt daarbij een bedrag van $ 60.050.00 van geïntimeerde. In de overeenkomst staat dat appellant de schuld op 31 december 2001 terug moet hebben betaald aan geïntimeerde, hetgeen echter niet is gebeurd. Gedurende een aantal jaar, hebben appellant en geïntimeerde regelmatig over en weer e-mailcontact gehad.

In een e-mail van 29 maart 2005 verzoekt geïntimeerde om verlaging van de verschuldigde rente. Geïntimeerde wil hier echter niet in mee gaan en antwoordt dat hij volledige betaling verlangt. Inmiddels is het geduld van geïntimeerde opgeraakt en in een e-mail van 16 augustus 2006 geeft hij nadrukkelijk aan dat het geld onmiddellijk betaald dient te worden.

In de periode van september 2006 tot en met januari 2007 doet appellant, nog steeds niet conform afspraak, de volgende betalingen: $ 3.735 (1 september 2006), $ 3.705 (25 september 2006), $ 3.648,80 (23 oktober 2006), $ 3.826,50 (27 oktober 2006) en $ 3.751 (5 januari 2007). Een aantal maanden later, in de periode september tot en met december 2007 betaalt appellant de volgende bedragen: $ 5.000 (11 september 2007), $ 4.000 (2 oktober 2007), $ 5.000 (18 oktober 2007), $ 5.000 (26 december 2007). Op 1 mei 2013 is de maat vol voor geïntimeerde en stelt zijn advocaat appellant in gebreke.

Samenvatting van de rechtsoverwegingen

Hof: appellant keert zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de verjaring van de vordering naar het recht van Massachusetts is gestuit doordat hij een betalingsbelofte heeft gedaan. Verjaring wordt gestuit door de belofte van de schuldenaar om de schuld te betalen. Van een dergelijke betalingsbelofte is onder meer sprake in geval van erkenning van de schuld. 

Volgens de rechtbank blijkt erkenning van de vordering uit betalingen en e-mails uit 2005 en 2006. Het hof deelt daarbij de mening van de rechtbank. Erkenning kan worden afgeleid uit verschillende e-mails waarin appellant zich met stellige bewoordingen heeft voorgenomen de lening af te lossen en uit de verschillende deelbetalingen van de schuld. Weliswaar hield appellant telkens een slag om de arm met de vraag wanneer hij de lening zou aflossen en drong hij aan op verlaging van de rente, maar over de erkenning van de schuld en zijn belofte dat de lening zou worden afgelost heeft hij tot en met 2005 geen misverstand laten bestaan.

Partijen zijn overeengekomen dat de hoofdsom, vermeerderd met 16% zou worden terugbetaald op 31 december 2001. Volgens appellant is de rechtbank er ten onrechte van uitgegaan dat partijen zijn overeengekomen dat ook na de vervaldatum van 31 december 2001 nog 16% rente verschuldigd zou zijn. Deze onduidelijkheid in de overeenkomst dient derhalve voor rekening te komen van geïntimeerde als opsteller van de overeenkomst. Het hof oordeelt echter dat tussen partijen geen onduidelijkheid heeft bestaan omtrent de hoogte van de rente. Uit de e-mailcorrespondentie valt af te leiden dat ook appellant ervan uitgegaan is dat dit percentage ongewijzigd zou blijven in het geval hij de lening niet op die datum zou terugbetalen.

Uiterst subsidiair voert appellant aan dat beide partijen in juni 2011 zijn overeengekomen dat er een bedrag van $ 65.000 betaalt zou moeten worden, maar ook deze grief slaagt niet. Appellant heeft de betaling van dit bedrag inderdaad als slotbetaling geopperd, echter valt nergens uit af te leiden dat geïntimeerde met de betaling van dit bedrag heeft ingestemd en aldus afstand heeft gedaan van het meerdere dat nog was verschuldigd.

Deze samenvatting is gemaakt in het kader van auteurswerk voor Kluwer Smartnewz.

Contact

Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze samenvatting, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via [email protected] of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via [email protected], of bel ons op +31 (0)40-3690680.

Heeft u achterstallige betalingen openstaan? Schakel dan een incasso advocaat in

Nederlandse Douane Sancties : Feiten En Oplossingen | L & M
Blog, Immigratierecht

De Nederlandse douane: de risico’s en de gevolgen van het meenemen van verboden goederen 

Regels voor verboden goederen bij de Nederlandse douane

Het is een feit van algemene bekendheid dat men op het vliegveld langs de douane moet wanneer men per vliegtuig een ander land bezoekt. Wanneer men een bezoek brengt aan Nederland moet men langs de douane op bijvoorbeeld Schiphol Airport of Eindhoven Airport. Het gebeurt dan vaak dat de tassen van passagiers verboden goederen bevatten die opzettelijk Nederland binnenkomen, of die mee worden genomen als gevolg van onwetendheid of onoplettendheid. Ongeacht de reden, kunnen de gevolgen van deze daden ernstig zijn.

In Nederland heeft de regering de douane speciale bevoegdheden gegeven om zelfstandig strafrechtelijke en bestuursrechtelijke sancties op te leggen. Deze bevoegdheden zijn neergelegd in de Algemene Douanewet. Welke sancties kunnen er precies worden opgelegd en hoe zwaar kunnen deze sancties worden? Lees het hier!

De Algemene Douanewet

In het algemeen kent het Nederlandse strafrecht het principe van territorialiteit. Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht bevat een bepaling die stelt dat de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt. Dit betekent dat nationaliteit of het land van herkomst van de persoon die een strafbaar feit begaat niet doorslaggevend is. De Algemene Douanewet is gebaseerd op hetzelfde principe en is van toepassing op specifieke douanesituaties die voorkomen op Nederlands grondgebied.

Bij situaties waarin de Algemene Douanewet niet in een specifieke bepaling voorziet, kan men terugvallen op de algemene bepalingen van onder andere het Wetboek van Strafrecht en de Algemene Wet Bestuursrecht. In de Algemene Douanewet wordt de nadruk gelegd op strafrechtelijke sancties. Bovendien zijn op verschillende situaties verschillende sancties van toepassing.

Bestuurlijke sanctie

Een bestuurlijke sanctie kan worden opgelegd: wanneer goederen niet bij de douane worden aangebracht, wanneer niet aan vergunningsvoorwaarden wordt voldaan, wanneer goederen ontbreken in een opslaglocatie, wanneer er niet aan de formaliteiten wordt voldaan om douaneregelingen te beëindigen voor goederen die de EU inkomen en wanneer goederen niet tijdig een douanestemming hebben gekregen. De bestuurlijke boete kan een hoogte bereiken van +- EUR 300,-, of in andere gevallen ten hoogste 100% van het verschuldigde bedrag aan rechten.

Strafrechtelijke sanctie

Het ligt meer voor de hand dat er een strafrechtelijke sanctie wordt opgelegd in het geval verboden goederen Nederland binnenkomen door aankomst op een vliegveld. Een strafrechtelijke sanctie kan bijvoorbeeld worden opgelegd wanneer goederen Nederland inkomen die volgens de wet niet mogen worden geïmporteerd of die onjuist zijn aangegeven. Naast deze voorbeelden van strafbare handelingen, beschrijft de Algemene Douanewet een serie aan andere strafbare feiten.

De strafrechtelijke boete kan een hoogte bereiken van EUR 8.200 of de hoogte van het verschuldigde bedrag aan rechten dat is ontdoken, wanneer dit bedrag hoger is. In geval van opzettelijk handelen, kan de maximale boete oplopen tot EUR 82.000 of de hoogte van het verschuldigde bedrag aan rechten dat is ontdoken, wanneer dit bedrag hoger is.

In sommige gevallen voorziet de Algemene Douanewet ook in gevangenisstraffen. In dat geval, kan het handelen of nalaten worden gezien als een misdrijf. Wanneer de Algemene Douanewet niet voorziet in een gevangenisstraf maar slechts een boete, kan het handelen of nalaten worden gezien als een overtreding. De maximale gevangenisstraf opgenomen in de Algemene Douanewet is zes jaar. Wanneer verboden goederen worden geïmporteerd in Nederland, kan men bestraft worden met een gevangenisstraf van vier jaar. De boete kan in dat geval oplopen tot EUR 20.500.

Procedures

  • Bestuurlijke procedure: de bestuurlijke procedure verschilt van de strafrechtelijke procedure. Afhankelijk van de ernst van de handeling, kan de bestuurlijke procedure eenvoudiger of ingewikkelder zijn. In het geval van handelingen waarvoor een boete van minder dan EUR 340,- kan worden opgelegd, zal de procedure doorgaans eenvoudig zijn. Wanneer er een strafbare handeling wordt geconstateerd waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, zal dit worden gecommuniceerd aan de betrokken persoon.

    De mededeling bevat dan de geconstateerde feiten. Wanneer er een strafbare handeling wordt geconstateerd waarvoor een boete van meer dan EUR 340,- kan worden opgelegd, moet een meer gedetailleerde procedure gevolgd worden. Eerst moet de betrokken persoon een schriftelijke kennisgeving van het voornemen een bestuurlijke boete op te leggen ontvangen. Dit geeft hem de mogelijkheid op te komen tegen de boete. Daarna zal binnen 13 weken worden besloten of de boete wel of niet wordt opgelegd. Men kan bezwaar aantekenen tegen een besluit van een bestuursorgaan (de inspecteur) binnen zes weken na het besluit. Binnen zes weken zal het besluit worden heroverwogen. Daarna is het ook mogelijk het besluit aan de rechter voor te leggen.
  • Strafrechtelijke procedure: wanneer een strafbare handeling wordt geconstateerd, zal een proces-verbaal worden opgesteld op basis waarvan de strafbeschikking kan worden uitgevaardigd. Wanneer een strafbeschikking wordt uitgevaardigd met een bedrag hoger dan EUR 2.000, moet de verdachte eerst worden gehoord. Een kopie van de strafbeschikking wordt aan de verdachte verstrekt. Een inspecteur of een aangewezen functionaris zal bepalen binnen welke termijn de boete dient te worden betaald. Na veertien dagen na ontvangst van de kopie van de strafbeschikking door de verdachte, is de boete opeisbaar.

    Wanneer de verdachte het niet eens is met de strafbeschikking, kan hij hier bij het Nederlandse Openbaar Ministerie tegen in verzet komen binnen twee weken. Dit resulteert in een herbeoordeling van de zaak, waarna de strafbeschikking kan worden ingetrokken, aangepast of de zaak komt voor de rechter. De rechter beslist dan wat er gebeurt. In ernstigere zaken, moet het proces verbaal eerst naar de officier van justitie worden gestuurd, die de zaak dan oppakt. De officier van justitie kan de zaak ter afdoening ook weer terugverwijzen naar de inspecteur. Wanneer de strafbeschikking niet wordt betaald, kan een gevangenisstaf volgen.

Hoogte van de sancties

De Algemene Douanewet bevat sanctierichtlijnen. De specifieke hoogte van de sancties wordt bepaald door de inspecteur, de aangewezen functionaris of de officier van justitie (deze laatste alleen in het geval van een strafrechtelijke sanctie) en wordt neergelegd in een strafbeschikking of een bestuurlijke beschikking.  Zoals eerder beschreven kan men in Nederland bezwaar maken tegen de bestuurlijke beslissing bij het bestuursorgaan of men kan verzet aantekenen tegen de strafbeschikking bij de officier van justitie, waarna de rechtbank zich over de zaak uit zal spreken.

Hoe worden deze sancties opgelegd?

De strafbeschikking of bestuurlijke beschikking zal normaal gesproken enige tijd na het incident volgen, nu het enig procedureel en administratief werk vergt om alle relevante informatie op schrift te stellen. Desondanks is het in Nederland (vooral in het Nederlandse strafrecht) een bekend fenomeen dat het onder omstandigheden mogelijk is om strafbeschikkingen direct te voldoen. Een goed voorbeeld hiervan is de directe voldoening van de strafbeschikking in geval van drugsbezit op festivals.

Directe betaling wordt echter sterk afgeraden, nu directe betaling in feite een schuldbekentenis inhoudt, met een hoop mogelijke gevolgen zoals een strafblad. Het is echter wel aan te raden de boete te betalen of tegen de boete in verzet te gaan binnen de gegeven tijd. Wanneer de boete na enkele aanmaningen nog steeds niet is betaald, zal men hoogstwaarschijnlijk de hulp van een deurwaarder inroepen om het bedrag te innen. Wanneer dit niet effectief blijkt, kan een gevangenisstraf volgen.

Contact

Mocht u na het lezen van dit artikel nog vragen of opmerkingen hebben, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via [email protected] of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via [email protected] of bel ons op +31 (0)40-3690680.

Telefoongebruik Zonder Roamingkosten: Wat Betekent Dit?
Actualiteiten, Nieuws

Telefoongebruik in het buitenland

EU maakt telefoongebruik betaalbaar: Roamingkosten verdwijnen

Het is tegenwoordig al een stuk minder gebruikelijk dat men met een (onbedoeld) hoge telefoonrekening van enkele honderden euro’s thuiskomt van die welverdiende vakantie binnen Europa. De kosten van het gebruik van de mobiele telefoon in het buitenland zijn met meer dan 90% gedaald ten opzichte van de afgelopen 5 tot 10 jaar. Door de inspanningen van de Europese Commissie, worden de roamingkosten (kosten die kortgezegd worden gemaakt zodat jouw provider het netwerk van een buitenlandse provider mag gebruiken) binnen de EU op 15 juni 2017 zelfs helemaal afgeschaft. Vanaf die datum wordt het buitenlandse verbruik binnen Europa net als de gebruikelijke kosten tegen normaal tarief afgetrokken van je bundel.

24-04-2017

Nederlandse Minister Wil Vast Uurloon Voor Iedereen | L & M
Arbeidsrecht, Nieuws

Als het aan de Nederlandse minister…

Nederlandse minister past minimumloonregels aan.

Als het aan de Nederlandse minister Asscher ligt, krijgt iedereen die het wettelijk minimumloon verdient straks hetzelfde vaste bedrag per uur. Momenteel kan het minimum uurloon in Nederland namelijk nog afhankelijk zijn van het aantal uren dat gewerkt wordt en de sector waarin men werkt. Het wetsvoorstel is vanaf vandaag beschikbaar voor internetconsultatie, wat betekent dat iedere geïnteresseerde (individuen, bedrijven en instellingen) zijn of haar reactie op het wetsvoorstel kan geven.

Boekt U Uw Vakanties Weleens Online? Dan Is De Kans Groot
Civiel Recht, Nieuws

Boekt u uw vakanties weleens online?

Boekt u vakanties weleens online? Ontdek hoe u onbetrouwbare websites herkent en verrassingen voorkomt.

aanbiedingen tegenkomt die veel mooier ogen dan ze uiteindelijk blijken te zijn, met de nodige frustratie als gevolg. Twee derde van de boekingswebsites voor vakanties blijkt namelijk onbetrouwbaar te zijn, zo volgt uit een screening van de Europese Commissie en de EU-instanties voor consumentenbescherming. Zo is de getoonde prijs vaak niet gelijk aan de definitieve prijs, zijn promotieaanbiedingen soms in werkelijkheid niet beschikbaar, is het totaalbedrag onduidelijk of wordt onduidelijk omgesprongen met het werkelijke kameraanbod. De betrokken websites zijn daarom door de EU-instanties verzocht om in overeenstemming met de geldende regels te handelen.

20-04-2017

Veiligheid En Justitie: Aandeelhouders Geïdentificeerd | L&M
Nieuws, Strafrecht

Nederlandse minister Blok (Veiligheid en Justitie) heeft in een nieuw wetsvoorstel

Veiligheid en Justitie bestrijdt witwassen

Nederlandse minister Blok (Veiligheid en Justitie) heeft in een nieuw wetsvoorstel, dat vandaag voor consultatie op internet is geplaats, de wens opgenomen de houders van aandelen aan toonder niet langer anoniem te laten zijn. Zij zijn straks te identificeren via hun effectenrekening. De aandelen kunnen dan alleen nog worden verhandeld via een effectenrekening die wordt aangehouden bij een tussenpersoon. Op deze wijze wordt het opsporen van personen die betrokken zijn bij bijvoorbeeld witwassen of de financiering van terrorisme vergemakkelijkt. Hiermee volgt het Nederlandse kabinet de aanbevelingen van het FATF.

14-04-2017

Regels Voor Drones In Nederland | Law And More
Actualiteiten, Nieuws

Drones zijn tegenwoordig al bijna niet meer weg te denken

Drones kopen? Ken de regels!

Drones zijn tegenwoordig al bijna niet meer weg te denken. Zo kon Nederland al genieten van indrukwekkende dronebeelden van het vervallen zwembad Tropicana en werden er zelfs al verkiezingen voor het mooiste drone-filmpje gehouden. Omdat drones echter niet alleen maar leuk zijn, maar ook serieuze overlast kunnen veroorzaken, is het voor elke Nederlandse drone-eigenaar belangrijk op de hoogte te zijn van de geldende regels. Een greep uit het assortiment van regels: een drone mag niet hoger dan 120 meter vliegen en ook mag niet in de nabijheid van een vliegveld of ’s-nachts worden gevlogen. Ook zijn er regels voor bedrijfsmatig gebruikers.

13-04-2017

Overlast Eindhoven Airport? Lees Meer | Law And More
Actualiteiten, Nieuws

Eindhoven staat onder meer bekend om haar luchthaven ‘Eindhoven Airport’…

Eindhoven Airport: Feiten en rechten

Eindhoven staat onder meer bekend om haar luchthaven ‘Eindhoven Airport’. Wie ervoor kiest om in de nabijheid van Eindhoven Airport te gaan wonen, zal dan ook rekening dienen te houden met de mogelijke overlast van overvliegende vliegtuigen. Eén van de omwonenden van de luchthaven vond de overlast echter te ernstig geworden en eiste nadeelcompensatie. De rechtbank Oost-Brabant was het hier echter niet mee eens: voor nadeelcompensatie is pas ruimte als de schade niet voorzienbaar was op het moment dat de omwonende zijn twee huizen kocht (1993 en 2009). En dit was het wel: al sinds 1979 was de geluidsnorm bekend. Ondanks een toename van vliegbewegingen van 18.000 tot 30.000 bewegingen was de geluidsnorm namelijk niet overschreden.

12-04-2017

het voorlopig getuigenverhoor 840px
Blog, Procesrecht

Het voorlopig getuigenverhoor

Samenvatting

Voorlopig getuigenverhoor

Volgens de Nederlandse wet kan de rechtbank zowel voorafgaand aan een procedure als tijdens een aanhangige procedure een voorlopig getuigenverhoor gelasten op verzoek van een belanghebbende (bijvoorbeeld een der partijen). Tijdens een voorlopig getuigenverhoor is men verplicht te getuigen en bovendien de waarheid te spreken. Op meineed staat niet voor niets een gevangenisstraf van zes jaar. Op de plicht te getuigen bestaan evenwel een aantal uitzonderingen.

De Nederlandse wet kent bijvoorbeeld het professionele en familiale verschoningsrecht. Een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor mag daarnaast worden afgewezen als het verzoek gepaard gaat met een gebrek aan belang, wanneer er sprake is van misbruik van recht, in geval van strijdigheid met de  goede procesorde of in geval van een ander zwaarwichtig belang. Een verzoek kan bijvoorbeeld worden afgewezen wanneer men op deze manier achter bedrijfsgeheimen van de concurrent tracht te komen of wanneer men een fishing expedition tracht te initiëren. Ondanks deze regels kunnen zich schrijnende situaties voordoen, bijvoorbeeld in de trustsector.

Trustsector

In de trustsector is een aanzienlijk deel van de in omloop zijnde informatie doorgaans vertrouwelijk; niet in de laatste plaats informatie van de cliënten van het trustkantoor. Een trustkantoor krijgt  bovendien vaak toegang tot bankrekeningen, hetgeen vanzelfsprekend een grote mate van vertrouwelijkheid vereist. In een belangrijke uitspraak is bepaald dat het trustkantoor zelf geen (afgeleid) verschoningsrecht toekomt. Gevolg hiervan is dat het “trustgeheim” kan worden omzeild door het verzoeken van een voorlopig getuigenverhoor. De reden dat de rechter de trustsector en haar werknemers geen afgeleid verschoningsrecht heeft willen toekennen is uiteraard dat het belang van de waarheidsvinding in dit geval het zwaarst weegt, maar ergens wringt dit wel.

Zo kan een wederpartij, bijvoorbeeld de Belastingdienst, terwijl zij over onvoldoende bewijs beschikt om een procedure te starten middels het instellen van een voorlopig getuigenverhoor onder een scala aan medewerkers van het trustkantoor zoveel (notabene geclassificeerde) informatie verzamelen dat een procedure kansrijk(er) wordt. Overigens kan een belastingplichtige zelf wel weigeren inzage in zijn gegevens als bedoeld in art. 47 AWR te geven op grond van de vertrouwelijkheid van zijn contact met de door hem benaderde geheimhouder.

Het administratiekantoor kan dan een beroep doen op dit weigeringsrecht van de belastingplichtige, maar dan moet het administratiekantoor wel bekendmaken om welke belastingplichtige het gaat. Deze manier van omzeiling van het trustgeheim wordt vaak gezien als een groot probleem en op dit moment zijn er slechts beperkte mogelijkheden voor werknemers van een trustkantoor om te weigeren vertrouwelijke informatie prijs te geven tijdens een voorlopig getuigenverhoor.

Oplossingen

Zoals reeds besproken, bestaat één van deze mogelijkheden uit het stellen dat de wederpartij een fishing expedition tracht te initiëren, dat de wederpartij achter bedrijfsgeheimen probeert te komen of dat de wederpartij onvoldoende belang heeft bij het voorlopig getuigenverhoor. Bovendien hoeft men onder bepaalde omstandigheden niet tegen zichzelf te getuigen.

Vaak zullen deze gronden in het specifieke geval echter niet relevant zijn. In één van haar rapporten uit 2008 heeft de “Adviescommissie van het Burgerlijk Procesrecht” een aanvullende grond voorgesteld: proportionaliteit. Volgens de Adviescommissie zou het mogelijk moeten zijn om een verzoek tot medewerking te weigeren wanneer dit kennelijk disproportioneel uitpakt. Dit is een redelijk criterium. Het blijft evenwel nog steeds de vraag of dit criterium effectief zou zijn. Echter, zolang de rechter dit spoor überhaupt niet oppikt, zal het strenge regime van de wet en de rechtspraak gehanteerd blijven worden. Streng maar rechtvaardig? Dat blijft de vraag.

Contact

Mocht u na het lezen van dit artikel nog vragen of opmerkingen hebben, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via [email protected] of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via [email protected] of bel ons op +31 (0)40-3690680.

Werknemersrechten Bij Stakingen In Nederland | Law & More
Arbeidsrecht, Nieuws

In Nederland wordt veel waarde gehecht aan het stakingsrecht van werknemers…

Werknemers bescherming tijdens stakingen

In Nederland wordt veel waarde gehecht aan het stakingsrecht van werknemers. Nederlandse werkgevers moeten stakingen, inclusief de negatieve gevolgen die dit voor hen kan hebben, dan ook dulden zolang aan de “spelregels” wordt voldaan. Om te zorgen dat werknemers niet worden weerhouden van de gebruikmaking van dit recht, heeft de Nederlandse Centrale Raad van Beroep bepaald dat een staking geen gevolgen mag hebben voor de hoogte van de WW-uitkering. Dit betekent dat het dagloon van een werknemer, op basis waarvan de WW-uitkering wordt berekend, niet meer negatief beïnvloed mag worden door een staking.

voorlopige zekerheid in geval van een niet betalende wederpartij 840
Blog, Civiel Recht

Conservatoir beslag : voorlopige zekerheid in geval van een niet betalende wederpartij

Conservatoir beslag kan worden gezien als een bewarend, tijdelijk beslag. Conservatoir beslag wordt ingezet om ervoor te zorgen dat de schuldenaar zijn bezittingen niet kwijt maakt vóór het moment dat via executoriaal beslag, waarvoor via de rechter een executoriale titel moet worden verkregen, eventueel daadwerkelijk verhaal kan worden gezocht op de bezittingen van de schuldenaar. Conservatoir beslag leidt namelijk niet direct tot voldoening van de vordering.

Conservatoir beslag is een veelgebruikt middel, dat bovendien als pressiemiddel kan worden ingezet om ervoor te zorgen dat de schuldenaar toch ‘om’ gaat en betaalt. In vergelijking met beslaglegging in andere landen, is het leggen van beslag in Nederland relatief simpel. Hoe kan conservatoir beslag worden gelegd en wat zijn hiervan de implicaties?

Conservatoir beslag

Wil men conservatoir beslag leggen, dan zal men met behulp van een advocaat een daarop ziend verzoekschrift in moeten dienen bij de voorzieningenrechter. Dit verzoekschrift zal moeten voldoen aan een aantal vereisten. Zo moet in het verzoekschrift worden vastgelegd wat de aard is van het te leggen beslag, welk recht wordt ingeroepen (bijvoorbeeld het eigendomsrecht of het recht op vergoeding van schade) en het bedrag waarvoor men beslag wil laten leggen.

Wanneer de rechter beslist op het verzoekschrift, doet hij geen uitgebreid onderzoek. Het onderzoek is summier. Wel wordt een verzoek om conservatoir beslag te leggen in principe pas toegewezen op het moment dat er aangetoond kan worden dat er een gegronde vrees bestaat dat de schuldenaar, of een derde partij waaraan de goederen toebehoren, de goederen verduistert. Mede om deze reden wordt de schuldenaar niet op de hoogte gesteld van het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag; het beslag komt als een verrassing.

Op het moment dat het conservatoir beslag wordt toegewezen, moet binnen een door de rechter gestelde termijn van ten minste 8 dagen een gerechtelijke procedure (de hoofdprocedure) worden gestart met betrekking tot de vordering. Doorgaans bedraagt die termijn 14 dagen. Het beslag wordt aan de schuldenaar bekend gemaakt door middel van een beslagexploit dat door de deurwaarder aan hem wordt betekend.

Normaal gesproken zal het conservatoir beslag in stand blijven tot een executoriale titel wordt verkregen. Wanneer deze executoriale titel is verkregen, wordt het conservatoir beslag omgezet in executoriaal beslag en kan de schuldeiser zich verhalen op de goederen waarop het beslag rust. Op het moment dat er geen executoriale titel wordt verkregen, zal het conservatoir beslag vervallen. Overigens is het niet zo dat de schuldenaar de goederen tijdens conservatoir beslag niet kan verkopen. In dat geval blijft het beslag wel op de goederen rusten.

Waarop kan beslag worden gelegd?

Het gehele vermogen van de schuldenaar komt voor beslag in aanmerking. Zo kan er beslag worden gelegd op inventaris, loon, een bankrekening, huizen, auto’s etc. Loonbeslag is een vorm van conservatoir derdenbeslag. Het loon bevindt zich immers onder een derde: de werkgever.

Opheffing van het beslag

Een gelegd beslag kan ook weer worden opgeheven. Dit kan ten eerste gebeuren als de rechter in de hoofdzaak beslist dat het beslag dient te worden opgeheven. Ook kan een belanghebbende (vaak de schuldenaar) vragen om opheffing. Redenen hiervoor kunnen zijn dat de schuldenaar vervangende zekerheid biedt, dat uit summier onderzoek blijkt dat het beslag onnodig is of dat er sprake is van een bepaalde procedurele vormfout.

Nadelen conservatoir beslag

Ondanks het feit dat conservatoir beslag een mooie optie lijkt, zal men ook rekening moeten houden met het feit dat er gevolgen verbonden kunnen zijn aan het te lichtvaardig laten leggen van conservatoir beslag. Op het moment dat de vordering waar het beslag op ziet wordt afgewezen, is de beslaglegger aansprakelijk voor de door de schuldenaar geleden schade. Bovendien kost het leggen van conservatoir beslag geld (denk aan deurwaarderskosten, griffierecht en advocaatkosten), hetgeen niet allemaal zal worden vergoed door de schuldenaar.

Daarnaast bestaat er voor de schuldeiser altijd het risico dat er niets is om zich uiteindelijk op te verhalen, bijvoorbeeld omdat er een hypotheek op het goed rust die de waarde van het goed overstijgt en die bij executie van het goed voorrang krijgt  of – in geval van bankbeslag – omdat er geen geld op de bankrekening van de schuldenaar staat.

Contact

Mocht u na het lezen van dit artikel nog vragen of opmerkingen hebben, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via [email protected] of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via [email protected] of bel ons op +31 (0)40-3690680.

Hoe Beïnvloedt Regelgeving Nederlandse Radiozenders? | L & M
Actualiteiten, Nieuws

Nederland kent een hoop radiozenders, die er bijna allemaal om bekend staan dat…

Nederland : Regels voor radiozenders en promoties

Nederland kent een hoop radiozenders, die er bijna allemaal om bekend staan dat zij ter promotie geregeld concerttickets weggeven. Toch mogen niet alle radiozenders dit zomaar doen. Het Commissariaat voor de Media heeft daarom onlangs NPO Radio 2 en 3FM op de vingers getikt. De reden hiervoor? Een publieke omroep wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid. De programma’s van een publieke omroep mogen niet gekleurd worden door commerciële belangen en men mag niet dienstbaar zijn aan het maken van meer dan normale winst door derden. Publieke omroepen mogen daarom alleen concerttickets weggeven wanneer de zenders zelf voor de tickets hebben betaald.

07-04-2017

transportbedrijf beginnen 840px
Blog, Ondernemingsrecht

Transportbedrijf beginnen?

Transportbedrijf nodig? Snelle en veilige oplossingen

Introductie

Iedereen die een transportbedrijf wil beginnen, zal zich bewust moeten zijn van het feit dat dit niet zomaar kan. Voordat men een transportbedrijf kan starten, zal namelijk eerst het nodige papierwerk in orde gemaakt moeten worden. Zo heeft elk bedrijf dat actief is in het beroepsgoederenvervoer over de weg, dat wil zeggen elk bedrijf dat tegen betaling goederen (over de weg) vervoert in opdracht van derden, een Eurovergunning nodig op het moment dat dit vervoer plaatsvindt met voertuigen met een laadvermogen van meer dan 500 kg. Om deze Eurovergunning te krijgen, moet er flink wat werk verzet worden. Wat er moet gebeuren? Dat lees je hier.

Vergunning

Om een Eurovergunning te verkrijgen, zal deze aangevraagd moeten worden bij de NIWO (Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie). Zoals in de inleiding aangegeven geldt de vergunningsplicht voor nationaal en internationaal transport met voertuigen met een laadvermogen van meer dan 500 kg. Een transportbedrijf met een vergunning moet ten minste één voertuig hebben, waarvoor ook een vergunningsbewijs moet worden afgegeven.

Met een vergunningsbewijs aan boord mag het voertuig (met een enkele uitzondering) goederen vervoeren binnen de grenzen van de EU. Buiten de EU gelden andere vergunningen (bijvoorbeeld een CEMT-vergunning of aanvullende ritmachtigingen). De Eurovergunning is geldig voor een periode van 5 jaar. Na deze periode kan de vergunning worden verlengd. Afhankelijk van het type transport (bijvoorbeeld transport van gevaarlijke stoffen), is het mogelijk dat er ook nog andere vergunningen nodig zijn.

Voorwaarden

Er zijn vier hoofdvoorwaarden waaraan moet worden voldaan wil men een vergunning kunnen krijgen:

  • Het bedrijf moet in Nederland een reële vestiging hebben, betekenend een werkelijke en duurzame vestiging. Bovendien moet er zoals gezegd sprake zijn van minimaal één voertuig.

 

  • Het bedrijf moet kredietwaardig zijn, inhoudend dat het bedrijf een toereikende hoeveelheid financiële middelen ter beschikking moet hebben om haar opstart en continuïteit te waarborgen. Concreet houdt dit in dat het bedrijfskapitaal (in de vorm van risicodragend vermogen) minimaal 9.000 euro moet omvatten in geval gewerkt wordt met één voertuig. Hier komt een aanvullende 5.000 euro bij per extra voertuig. Als bewijs voor kredietwaardigheid moet er een (openings)balans worden overlegd, eventueel met vermogensopstelling, evenals een verklaring van een accountant (AA of RA), een lid van NOAB of een lid van het Register Belastingadviseurs. Voor deze verklaring gelden enkele specifieke vereisten.

 

  • Bovendien moet degene die de vervoerswerkzaamheden aanstuurt (de vervoersmanager) zijn vakbekwaamheid aantonen door het overleggen van een erkend vakdiploma ‘Ondernemer beroepsgoederenvervoer over de weg’. Voor dit diploma zal men de handen uit de mouwen moeten steken, nu dit diploma pas wordt verkregen door het afleggen en halen van zes examens, georganiseerd door een specifieke tak van het CBR. Niet elke leidinggevende hoeft dit diploma echter te behalen; er geldt een ondergrens van minimaal één leidinggevende. Er gelden bovendien een aantal aanvullende eisen. Zo moet de vervoersmanager woonachtig zijn in de EU. De transportmanager kan de directeur of eigenaar van het bedrijf zijn, maar de functie kan ook worden vervuld door een ‘extern’ persoon (bijvoorbeeld een procuratiehouder of bedrijfsleider), zolang de NIWO maar kan vaststellen dat de vervoersmanager permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoerswerkzaamheden en dat er bovendien een reële band kan worden aangenomen met de onderneming. In geval van een ‘extern’ persoon is er een ‘verklaring inbreng vakbekwaamheid’ nodig.

 

  • De vierde voorwaarde is dat het bedrijf betrouwbaar dient te zijn. Dit kan worden aangetoond met een ‘Verklaring omtrent gedrag (VOG) voor NP en/of RP’. De VOG RP is nodig in het geval de onderneming is gegoten in de vorm van een B.V., V.o.f. of maatschap. De VOG NP is benodigd in het geval er sprake is van een eenmanszaak en/of een externe vervoersmanager. In geval van bestuurders die niet in Nederland woonachtig zijn en die niet in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit moet er een aparte VOG NP worden aangevraagd in het land van woonplaats of nationaliteit.

(Overige) afwijzingsgronden

Een Eurovergunning kan worden geweigerd of ingetrokken op het moment dat dit wordt geadviseerd door het Bureau Bibob. Dit kan het geval zijn wanneer er een mogelijkheid bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt voor bijvoorbeeld criminele activiteiten.

Aanvraag

De vergunning kan worden aangevraagd via het digitale loket van de NIWO. Het aanvragen van een vergunning kost € 235,-. Het aanvragen van een vergunningsbewijs kost € 28,35. Ook wordt er jaarlijks een bedrag van € 23,70 aan heffing per vergunningsbewijs in rekening gebracht.

Conclusie

Om in Nederland een transportbedrijf te starten is een Eurovergunning nodig. Deze vergunning kan worden verleend op het moment dat er aan vier voorwaarden is voldaan: er moet sprake zijn van een reële vestiging, het bedrijf moet kredietwaardig zijn, de vervoersmanager moet in het bezit zijn van een diploma ‘Ondernemer beroepsgoederenvervoer over de weg’ en het bedrijf moet betrouwbaar zijn. Een vergunningsaanvraag kan, naast de gevallen waarin er niet wordt voldaan aan bovengenoemde voorwaarden, ook worden afgewezen op het moment dat het risico bestaat dat de vergunning zal worden misbruikt. De kosten voor de aanvraag bedragen € 235,-. Een vergunningsbewijs kost € 28,35.

Bron: www.niwo.nl

Contact

Mocht u na het lezen van dit artikel nog vragen of opmerkingen hebben, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via [email protected] of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via [email protected] of bel ons op +31 (0)40-3690680.

 

Vennootschuld: Belangrijke Lessen Voor Vennoten | Law & More
Blog, Ondernemingsrecht

Vennoot van een vof hoofdelijk aansprakelijk voor door eerdere vennoot gemaakte schulden

Vennoot bij een vof? Ontdek uw aansprakelijkheid

Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 5 april 2017. 

De rechtbank veroordeelt CvV Beheer B.V. tot betaling van € 735.738,25, welke bedrag voortkomt uit een door zijn voorganger verstrekt pandrecht inzake een leningsovereenkomst. Uitschrijving van de vennoot bij de KvK met terugwerkende kracht doet niet tevens de hoofdelijke aansprakelijkheid vervallen.

Samenvatting van de feiten

Op 30 december 2015 sloten eiser en de heer X en vier van zijn vennootschappen een geldleningsovereenkomst voor een bedrag van € 435.465,-. Bij geregistreerde stampandakte is door de heer X en zeven van zijn vennootschappen (“pandgever”) aan eiser een pandrecht verstrekt ter meerdere zekerheid voor deze vordering en voor alle vorderingen die op dat moment bestaan en nog zullen ontstaan uit de tussen partijen bestaande rechtsverhoudingen. Eén van deze vennootschappen is Vof X. Hiervan waren de heer X, zijn echtgenote en de heer Y vennoten.

Per 1 maart 2016 trad de heer Y uit als vennoot. Op 2 maart 2016 traden de heer X en zijn echtgenote uit als vennoot. Op diezelfde datum zijn N&B Holding B.V., waarvan de heer X en zijn echtgenote bestuurders zijn, en CvV Beheer B.V. toegetreden als vennoten. Op 4 april is CvV uitgetreden als vennoot, met als uittredingsdatum volgens opgave aan de Kamer van Koophandel 3 maart.

Op enig moment heeft eiser bovenop het eerdergenoemde bedrag ook een bedrag van €270.000,- van pandgever te vorderen. Op 16 maart 2016 is ter betaling een vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen tussen eiser en pandgever. Als deze niet wordt nagekomen, vordert eiser van CvV betaling van het bedrag van inmiddels € 735.738,25.

Samenvatting van de rechtsoverwegingen

Rb.: de Hoge Raad heeft eerder bepaald dat de strekking van art. 18 WvK meebrengt dat de hoofdelijke verbondenheid van vennoten alle schulden betreft die ten tijde van hun toetreding tot de vennootschap bestaan, of nadien bestaan. Het feit dat de bestaande schuldeisers er derhalve een extra verhaalsmogelijkheid bij krijgen, maakt dit volgens de rechtbank niet anders.

Hiervoor bestaat een deugdelijke (wettelijke) grond en bovendien dient het aanvaarden van hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten van een Vof voor bij toetreding al bestaande verbintenissen de rechtszekerheid.

Derhalve is CvV als zijnde vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor de schuld van inmiddels € 735.738,25. Het feit dat CvV zich op 4 april 2016 met terugwerkende kracht heeft uitgeschreven bij de KvK per 3 maart 2016, wil niet zeggen dat ook de hoofdelijke aansprakelijkheid met terugwerkende kracht komt te vervallen.

De rechtbank verwerpt tevens het verweer dat eiser op had moeten merken dat de heer X zijn tekeningsbevoegdheid bij de vaststellingsovereenkomst had overschreden. De akte waarin zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid werd beperkt was namelijk niet ingeschreven bij de KvK, hetgeen voor rekening en risico van CvV dient te blijven.

Contact

Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze samenvatting, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via [email protected] of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via [email protected], of bel ons op +31 (0)40-3690680.

Relevante rechtsgebieden: samenwerkingsovereenkomst | ondernemingsrecht | bedrijfsjurist

Het Kort Geding: Snel Juridische Hulp Bij Spoed | L & M
Blog, Procesrecht

Het kort geding : eerste hulp bij spoed

Het kort geding : Spoedeisende oplossing voor uw zaak

Procederen is helaas iets dat net wat meer tijd in beslag neemt dan menig advocaat en cliënt wenst. In sommige zaken is het vanwege spoed niet mogelijk het vonnis van een normale procedure af te wachten. Indien dit ook het geval is in uw geschil, is het indien de zaak zich daartoe leent mogelijk een kort geding te starten. Dit is een zelfstandige gerechtelijke procedure in het burgerlijk recht, bedoeld voor zaken met een spoedeisend karakter. Hierin kunt u een voorlopige maatregel vorderen, zoals de opheffing van een beslag of een verbod van publicatie.

Snelle procedure

Op het moment dat de zaak zich daartoe leent, wordt het kort geding vaak gezien als een geschikte procedure aangezien deze snel tot resultaat kan leiden. In tegenstelling tot een normale procedure, die soms jaren in beslag kan nemen, behandelt de rechter een kort geding binnen één tot twee maanden na aanvraag. Het doel van een kort geding is het snel verkrijgen van een voorlopige beslissing van de rechter. Deze beslissing is voorlopig aangezien deze vooruit loopt op de beslissing in een volledige procedure, de bodemprocedure genoemd. Het is echter doorgaans niet vereist dat er al een bodemprocedure is gestart of ooit zal worden gestart.

Spoedeisendheid

Volgens de wet is het kort geding een procedure ‘waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist’. Spoedeisendheid in de procedure is dus een vereiste. De rechter beoordeelt of dit het geval is, waarbij hij doorgaans redelijk soepel is. Bij zijn beoordeling zijn de belangen van u en uw wederpartij bepalend. De eisende partij heeft belang bij een snelle uitspraak, terwijl de gedaagde hierdoor minder tijd heeft om zich op de zaak voor te bereiden. Deze belangen weegt de rechter tegen elkaar af.

Verloop van de procedure

Een kort geding vindt plaats ten overstaan van een alleensprekende rechter. Deze wordt de voorzieningenrechter genoemd. Vanwege het spoedeisend karakter in de procedure zijn niet alle regels van het algemene procesrecht van toepassing. De eiser roept de gedaagde doorgaans op door middel van een dagvaarding. Hiervoor kan een verkorte dagvaardingstermijn gelden. Na ontvangst van een ingevuld aanvraagformulier en een conceptdagvaarding, bepaalt de voorzieningenrechter wanneer de zitting plaatsvindt. De rechter is niet gebonden aan de wettelijke bewijsregels: er zijn geen verplichte bewijsmiddelen, dus elk bewijsmiddel is toegestaan.

Gelet op het voorlopige karakter van de maatregel en het spoedeisende karakter van de procedure, kan de rechter ervoor kiezen de wettelijke regels van bewijsrecht niet toe te passen. Daarnaast vindt er geen schriftelijke behandeling, een zogeheten conclusiewisseling, plaats zoals in een gewone procedure. Tot slot kan de voorzieningenrechter de behandeling van de zaak weigeren indien deze niet geschikt is om in kort geding tot een voorlopige beslissing te leiden. Dit kan bijvoorbeeld als de zaak te gecompliceerd is of de rechter de gevolgen van zijn beslissing onvoldoende kan voorzien.

Na de zitting

De rechter spreekt het vonnis van het kort geding doorgaans twee weken na de zitting uit, of eerder als dit nodig is. De rechter stelt de datum van uitspraak aan het einde van de zitting vast. Indien u of uw wederpartij het niet eens zijn met het vonnis is het mogelijk in hoger beroep te gaan. Hoger beroep kan in sommige soorten zaken zijn uitgesloten. Voor hoger beroep geldt een verkorte beroepstermijn van vier weken. U kunt er ook voor kiezen het oordeel in de bodemprocedure af te wachten. Hoewel de voorzieningenrechter zich moet richten naar de waarschijnlijke uitkomst in de bodemprocedure, is de bodemrechter hier niet aan gebonden.

Is bijstand door een advocaat verplicht?

Tenzij u een zaak start bij de kantonrechter, bent u als eiser verplicht u te laten bijstaan door een advocaat. Bent u gedaagde in een kort geding? Dan is het in principe niet verplicht u te laten bijstaan door een advocaat. Uiteraard bent u van harte welkom om contact met ons op te nemen als u vragen hebt over een (dreigend) kort geding, of als u wenst dat een van onze advocaten u hierin bijstaat. Tijdens een kort geding is een met expertise opgestelde dagvaarding of verweer aan de hand van een vooraf met aandacht uitgestippelde strategie namelijk een must.

Wat kost het u?

De griffierechten en de eventuele kosten van een advocaat zijn voornamelijk bepalend voor de kosten van een kort geding. Een van de partijen kan ook in de kosten van de procedure worden veroordeeld. De kosten van de wederpartij zijn daarbij (gedeeltelijk) inbegrepen. Uiteraard bent u van harte welkom om contact met ons op te nemen als u vragen hebt over een (dreigend) kort geding, of als u wenst dat een van onze advocaten u hierin bijstaat. Wij kunnen u dan een schatting geven van de verwachte kosten in uw zaak.

Contact

Mocht u na het lezen van dit artikel nog vragen of opmerkingen hebben, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via [email protected] of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via [email protected] of bel ons op +31 (0)40-3690680.

SBR En Elektronische Deponering Voor Internationale Cliënten
Blog, Ondernemingsrecht

SBR en elektronische deponering voor internationale cliënten

Internationale cliënten : De nieuwe regels voor jaarrekeningen

Introductie

Het bijstaan van internationale cliënten met een onderneming in Nederland behoort tot mijn dagelijkse praktijk. Nederland is immers een geweldig land om in te ondernemen, maar het leren van de taal of het bekend worden met de Nederlandse gebruiken kan door buitenlandse organisaties nog wel eens als lastig worden ervaren. Daarom wordt een helpende hand vaak gewaardeerd. Het bereik van mijn hulp strekt zich uit van het verlenen van bijstand in complexe processen tot het bijstaan in de communicatie met de Nederlandse autoriteiten.

Recentelijk ontving ik van een cliënt de vraag of ik de precieze inhoud van een brief van de Kamer van Koophandel kon verduidelijken. Deze korte, maar toch belangrijke informatieve brief betrof een ontwikkeling in het deponeren van de jaarrekening, wat binnenkort alleen nog maar elektronisch zal kunnen gebeuren. De brief is het gevolg van de wens van de regering om met de tijd mee te gaan, om de voordelen van elektronische data-uitwisseling te benutten en om een gestandaardiseerde manier van dit jaarlijks terugkerende proces in te voeren.

Om deze reden dient de jaarrekening vanaf het jaar 2016 of 2017 elektronisch te worden ingediend, zoals is neergelegd in de Wet deponering in handelsregisters langs elektronische weg, die gelijktijdig met het Besluit elektronische deponering handelsregisters werd geïntroduceerd, welke laatste zorgt voor een set aanvullende, gedetailleerde(re) regels. Nog een behoorlijke mond vol, maar wat houden deze Wet en dit Besluit precies in?

Toen en nu

Vroeger kon de jaarrekening zowel elektronisch als op papier worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Het Burgerlijk Wetboek kent nog steeds grotendeels bepalingen die gebaseerd zijn op het deponeren van de jaarrekening langs de papieren weg. Tegenwoordig kan deze methode worden gezien als gedateerd en ik was zelfs lichtelijk verrast door het feit dat deze ontwikkeling zich niet eerder heeft ingezet.

Het is niet moeilijk om jezelf voor te stellen dat het indienen van de jaarrekening via de papieren weg een hoop nadelen heeft vergeleken met het elektronisch indienen van deze stukken, kijkend vanuit een kosten- en tijdsperspectief. Denk maar aan de kosten voor het papier zelf, de kosten en tijd die nodig zijn om de jaarrekening op papier te stellen en deze – tevens op papier – in te dienen, waarna de Kamer van Koophandel deze documenten moet verwerken, nog niet sprekend over de tijd en kosten die gemoeid gaan met het laten opstellen en/of controleren van de (niet-gestandaardiseerde) jaarrekening door een accountant.

Als gevolg hiervan, heeft de regering voorgesteld gebruik te gaan maken van “SBR” (kort voor: Standard Business Report). SBR is een gestandaardiseerde elektronische methode gebruikt om financiële informatie en documenten te creëren en te deponeren, gebaseerd op een datacatalogus (de Nederlandse Taxonomie). Deze catalogus bevat definities van data, die kunnen worden gebruikt om een jaarrekening op te stellen.

Een ander voordeel van de SBR-methode is dat niet alleen de uitwisseling van data tussen onderneming en de Kamer van Koophandel vereenvoudigd kan worden, maar, als gevolg van deze standaardisatie, ook de uitwisseling van data met derden eenvoudiger kan worden. Kleine ondernemingen kunnen hun jaarrekening reeds sinds 2007 elektronisch deponeren met gebruikmaking van de SBR-methode. Voor middelgrote en grote ondernemingen is deze mogelijkheid pas in 2015 geïntroduceerd.

Dus: wanneer en voor wie?

De regering heeft duidelijk gemaakt dat het antwoord op deze vraag een typisch gevalletje “size matters” is. Kleine ondernemingen zullen verplicht worden hun jaarrekening elektronisch via SBR in te dienen vanaf het financiële jaar 2016. Als alternatief, kunnen kleine ondernemingen die de jaarrekening zelf (opstellen en) indienen de jaarrekening deponeren door middel van een gratis onlineservice – de service “zelf deponeren jaarrekening”-, welke in werking is sinds 2014.

Het voordeel van deze service is dat de onderneming hierdoor geen SBR-compatibele software hoeft aan te schaffen. Middelgrote ondernemingen dienen de jaarrekening elektronisch via SBR in te dienen vanaf het financiële jaar 2017. Ook voor deze ondernemingen geldt dat er een tijdelijke, alternatieve onlineservice (“opstellen jaarrekening”) zal worden geïntroduceerd.

Met behulp van deze service kunnen middelgrote ondernemingen de jaarrekeningen zelf opstellen in XBRL-formaat. Daarna kan de jaarrekening gedeponeerd worden door middel van een online portaal (“Digipoort”). Dit betekent dat de middelgrote onderneming niet verplicht is per direct SBR-compatibele software aan te schaffen. Deze service zal tijdelijk in werking zijn en zal na vijf jaar ophouden te bestaan, te rekenen vanaf 2017.

Voor grote ondernemingen en middelgrote groepsstructuren bestaat er nog geen verplichting om de jaarrekening via SBR in te dienen. Dit omdat deze ondernemingen te maken hebben met een zeer complexe set aan regels en vereisten. De verwachting is dat deze ondernemingen vanaf 2019 de kans krijgen om te kiezen tussen deponering via SBR of via een specifiek Europees format.

Geen regels zonder uitzonderingen

Een regel zou geen regel zijn als er geen uitzonderingen op zouden worden gemaakt. Twee om precies te zijn. De nieuwe regels die betrekking hebben op het elektronisch deponeren zijn niet van toepassing op rechtsvormen en ondernemingen met een statutaire zetel buiten Nederland die op basis van het Handelsregisterbesluit 2008 de verplichting hebben om de jaarstukken bij de Kamer van Koophandel te deponeren, voor zover en in de vorm waarin deze documenten openbaar moeten worden gemaakt in het land van statutaire zetel.

De tweede uitzondering wordt gemaakt voor uitgevende instellingen zoals gedefinieerd in artikel 1:1 van de Wft en voor dochterondernemingen daarvan, voor zover deze zelf ook uitgevende instellingen zijn. Een uitgevende instelling is eenieder die effecten heeft uitgegeven of die voornemens is effecten uit te geven.

Overige aandachtspunten

Dat is nog niet alles. Rechtspersonen zelf dienen een aantal aanvullende aspecten in het achterhoofd te houden. Een van die aspecten is het feit dat een rechtspersoon zelf verantwoordelijk zal blijven voor het deponeren van een jaarrekening die in overeenstemming is met de wet. Dit betekent onder meer dat de jaarrekening een dermate duidelijk inzicht geeft dat men op voldoende wijze de financiële positie van de rechtspersoon kan beoordelen. Ik adviseer iedere ondernemer daarom om de gegevens in de jaarrekening te allen tijde zorgvuldig te controleren voor deze wordt gedeponeerd.

Schenk tenslotte aandacht aan het feit dat het weigeren de jaarrekening op de voorgeschreven wijze te deponeren resulteert in een economisch delict in de zin van de Wet op de Economische Delicten. Gelukkig is reeds bevestigd dat een jaarrekening die is opgesteld met behulp van de SBR-methode kan worden gebruikt voor de vaststelling daarvan in de vergadering van aandeelhouders. Deze stukken kunnen ook onderworpen worden aan een accountantscontrole in overeenstemming met artikel 2:393 BW.

Conclusie

Met de invoering van de Wet deponering in handelsregisters langs elektronische weg en het daaraan verbonden Besluit, heeft de regering een mooi stukje progressiviteit tentoongesteld. Als gevolg wordt het verplicht voor kleine en middelgrote ondernemingen om de jaarrekening elektronisch te deponeren vanaf respectievelijk 2016 en 2017, tenzij de onderneming binnen het bereik van een van de uitzonderingen kan worden gebracht. De voordelen zijn oneindig. Nochtans, adviseer ik elke onderneming om het hoofd erbij te houden nu de eindverantwoordelijkheid blijft rusten bij de deponeringsplichtige ondernemingen en u als bestuurder zeker niet met de gevolgen geconfronteerd wil worden.

Contact

Mocht u na het lezen van dit artikel nog vragen of opmerkingen hebben, voelt u zich dan vrij om contact op te nemen met mr. Ruby van Kersbergen, advocaat bij Law & More via [email protected] of mr. Tom Meevis, advocaat bij Law & More via [email protected] of bel ons op +31 (0)40-3690680.

Relevante rechtsgebieden: samenwerkingsovereenkomst | ondernemingsrecht | bedrijfsjurist

Internet Een Aanbieding: Wat Als De Prijs Te Laag Is? | L&M
Civiel Recht, Nieuws

Stel: je ziet op internet een aanbieding die eigenlijk te mooi is om waar te zijn…

Internet een aanbieding: Wat als de prijs te laag is?

Stel: je ziet op internet een aanbieding die eigenlijk te mooi is om waar te zijn. En dat blijkt ook zo te zijn. Door een typefout kost die mooie laptop geen 1500 euro, maar 150 euro. Je besluit hier snel van te profiteren en slaat je slag. Kan de winkel de koop nog annuleren? Dat hangt er van af hoeveel de prijs afwijkt van de werkelijke prijs. Ontstaat er door de grootte van het prijsverschil het vermoeden dat de prijs echt niet klopt, dan wordt er van de consument verwacht dat deze enig onderzoek zal doen. Bij prijsverschillen die niet direct argwaan wekken kan dit anders zijn.

 

1 2 48 49 50 51
Privacy Settings
We use cookies to enhance your experience while using our website. If you are using our Services via a browser you can restrict, block or remove cookies through your web browser settings. We also use content and scripts from third parties that may use tracking technologies. You can selectively provide your consent below to allow such third party embeds. For complete information about the cookies we use, data we collect and how we process them, please check our Privacy Policy
Youtube
Consent to display content from - Youtube
Vimeo
Consent to display content from - Vimeo
Google Maps
Consent to display content from - Google
Spotify
Consent to display content from - Spotify
Sound Cloud
Consent to display content from - Sound

facebook lawandmore.nl   instagram lawandmore.nl   linkedin lawandmore.nl   twitter lawandmore.nl