De oudedagsvoorziening die voorziet in een vervangend inkomen voor werknemers na pensionering wordt ook wel het pensioen genoemd. In Nederland kent het oudedagvoorzieningsstelsel, oftewel het pensioenstelsel een drietal pijlers:
Basispensioen. Met basispensioen wordt ook wel de AOW-uitkering bedoeld. Iedereen in Nederland heeft recht op een dergelijke uitkering. Daaraan zijn echter een aantal voorwaarden verbonden. De eerste voorwaarde voor het ontvangen van de AOW-uitkering is dat er een bepaalde leeftijd, namelijk 67, jaar moet zijn bereikt. De andere voorwaarde is dat men altijd in Nederland moet hebben gewerkt of gewoond. Voor ieder jaar dat men vanaf 15e tot zijn 67e levensjaar in Nederland verblijft, wordt 2% van de maximaal te halen AOW opgebouwd. Een arbeidsverleden is in dit geval niet vereist.
Pensioenrechten. Deze pijler betreft de rechten die men tijdens zijn werkzame leven heeft opgebouwd en geldt als aanvullend pensioen op de AOW-uitkering. Deze aanvulling betreft meer specifiek het uitgesteld loon dat in de vorm van premie door de werkgever en de werknemer samen wordt betaald. Aanvullend pensioen wordt dus altijd binnen een werknemer-werkgever relatie opgebouwd, zodat in dit geval wel een arbeidsverleden is vereist. In Nederland bestaat echter geen algemene wettelijke verplichting voor de werkgever om een (aanvullend) pensioen voor hun werknemers op te bouwen. Dat betekent dat daaromtrent afspraken tussen de werknemer en werkgever moeten worden gemaakt. Law & More staat u daar uiteraard graag bij.
Vrijwillig pensioen. Deze pijler ziet met name op alle inkomensvoorzieningen die men zelf voor zijn oude dag heeft getroffen. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan lijfrente, levensverzekeringen en inkomsten opgebouwd uit eigen vermogen. Het zijn vooral de zelfstandigen en ondernemers die voor zijn pensioenopbouw op deze pijler beroep moeten doen.