Niet elke bedreigende uitlating is strafbaar in Nederland.
Bedreiging wordt alleen strafbaar als er wordt gedreigd met specifieke zware misdrijven zoals levensdelicten, verkrachting, zware mishandeling of brandstichting, en de bedreiging voldoende concreet en duidelijk is.
De Nederlandse wetgeving stelt strenge eisen aan wat als een strafbare bedreiging geldt.
De beoordeling hangt af van verschillende factoren: de aard van de bedreiging, de intentie van de dader en of het slachtoffer daadwerkelijk kennis heeft van de bedreiging.
Uitspraken zoals “Ik maak je kapot” kunnen wel of niet strafbaar zijn, afhankelijk van de context waarin ze worden geuit.
In dit artikel lees je over de juridische definitie van bedreiging, welke vormen strafbaar zijn, en wat de mogelijke gevolgen zijn voor daders.
We kijken ook naar speciale situaties, zoals bedreigingen tegen bijzondere doelwitten en wat er gebeurt als je aangifte doet.
Juridische definitie van bedreiging
Het Nederlandse strafrecht maakt een duidelijk verschil tussen verschillende vormen van bedreigend gedrag.
De wet stelt specifieke eisen aan wat als strafbare bedreiging geldt en onderscheidt dit van andere vormen van intimidatie.
Wat is een bedreiging volgens het Wetboek van Strafrecht
Artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht zegt dat bedreiging een strafbaar feit is.
Iemand maakt zich schuldig aan bedreiging als hij opzettelijk een ander dreigt met geweld of met een andere strafbare daad.
De wet noemt negen specifieke soorten bedreigingen die strafbaar zijn:
- Bedreiging met openlijk geweld
- Bedreiging met verkrachting
- Bedreiging met een levensdelict
- Bedreiging met zware mishandeling
- Bedreiging met gijzeling
- Bedreiging met brandstichting
- Bedreiging met aanranding
- Bedreiging met een misdrijf tegen de algemene veiligheid
- Bedreiging met een terroristisch misdrijf
Deze lijst is limitatief.
Bedreigingen met andere delicten, zoals gewone mishandeling of diefstal, vallen meestal niet onder artikel 285.
De bedreiging moet voldoende concreet en duidelijk zijn.
Vage uitlatingen zoals “het zal nog slecht met je aflopen” zijn vaak niet strafbaar omdat ze te onduidelijk zijn.
Verschil tussen bedreiging en intimidatie
Bedreiging en intimidatie zijn juridisch gezien echt verschillende dingen.
Bedreiging is een specifiek strafbaar feit dat voldoet aan de eisen van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Intimidatie is een breder begrip en kan allerlei vormen aannemen.
Niet alle intimidatie is automatisch strafbaar als bedreiging.
Voor een strafbare bedreiging moet je aan drie eisen voldoen:
- De aard van de bedreiging – het moet gaan om een van de negen genoemde delicten
- Opzet op het ontstaan van vrees – de dader moet bewust vrees willen veroorzaken
- Wetenschap van de bedreiging – het slachtoffer moet weten van de bedreiging
Intimidatie kan ook andere vormen aannemen die niet onder bedreiging vallen, maar soms wel strafbaar zijn onder andere artikelen.
Vormen van bedreiging: fysieke, verbale en handelingen
Bedreiging kan op verschillende manieren plaatsvinden.
De vorm maakt voor de strafbaarheid niet uit.
Verbale bedreigingen zijn het meest voorkomend.
Deze worden mondeling geuit of via de telefoon, en het gaat om woorden die vrees oproepen.
Schriftelijke bedreigingen vallen onder een strengere straf.
Dit kan via brieven, e-mails, sms-berichten of sociale media gaan.
Vooral als er voorwaarden aan verbonden zijn, kan de straf oplopen tot vier jaar gevangenisstraf.
Bedreigingen door handelingen kunnen ook strafbaar zijn.
Dit zijn bijvoorbeeld gebaren of gedragingen, zoals een snijgebaar langs de keel.
De context en omstandigheden zijn belangrijk.
Rechters kijken per geval wat de impact op het slachtoffer was.
Wanneer is bedreigen strafbaar onder Nederlandse wet
De Nederlandse wet stelt duidelijke eisen aan een strafbare bedreiging volgens artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Er moet sprake zijn van opzet, redelijke vrees bij het slachtoffer, en een bedreiging met bepaalde ernstige misdrijven.
Essentiële criteria volgens artikel 285
Artikel 285 bepaalt wanneer bedreiging strafbaar is.
Niet elke bedreigende uitlating valt onder deze wet.
De wet eist dat iemand wordt bedreigd met specifieke misdrijven:
- Geweld tegen personen of goederen
- Misdrijven tegen het leven (doodslag, moord)
- Verkrachting of aanranding
- Zware mishandeling
- Brandstichting
- Gijzeling
De maximale straf is twee jaar gevangenisstraf of een boete van €21.750.
Bij schriftelijke bedreigingen onder voorwaarden kan de straf oplopen tot vier jaar.
Hoe de bedreiging wordt geuit, maakt niet uit.
Het kan mondeling, schriftelijk of via digitale media zijn.
Redelijke vrees en impact op het slachtoffer
Het slachtoffer moet weten van de bedreiging.
Anders is er geen sprake van een strafbaar feit.
De wet zegt dat er bij het slachtoffer redelijke vrees moet kunnen ontstaan.
De bedreiging moet dus serieus genoeg zijn om een gemiddeld persoon bang te maken.
Belangrijke punten over redelijke vrees:
- Het slachtoffer hoeft niet echt bang te zijn geworden
- De bedreiging moet objectief angst kunnen opwekken
- De omstandigheden zijn belangrijk
- De rechter beslist of de vrees redelijk was
De context doet er echt toe.
Een bedreiging tijdens een ruzie weegt anders dan een anonieme brief.
Voorwaardelijk opzet en intentie van de dader
De dader moet opzet hebben gehad bij het uiten van de bedreiging.
Voorwaardelijk opzet is genoeg voor een veroordeling.
Er zijn twee vormen van opzet vereist:
- Opzet dat het slachtoffer de bedreiging hoort of leest
- Opzet dat het slachtoffer angst krijgt
Als één van deze ontbreekt, volgt vrijspraak.
Bewijs van opzet is dus heel belangrijk in bedreigingszaken.
De intentie van de verdachte wordt beoordeeld aan de hand van zijn woorden, gedrag en de omstandigheden.
Een grapje tussen vrienden is echt iets anders dan een serieuze bedreiging.
Voorwaardelijk opzet betekent dat de dader de gevolgen op de koop toe neemt, ook al was dat niet het hoofddoel.
Strafbare vormen van bedreiging en gerelateerde misdrijven
De Nederlandse wet stelt alleen bedreigingen met bepaalde zware misdrijven strafbaar.
Het gaat om ernstige delicten zoals geweld, levensdelicten, brandstichting en gijzeling die de persoonlijke vrijheid en veiligheid van het slachtoffer bedreigen.
Bedreiging met geweld en zware mishandeling
Bedreiging met geweld komt in Nederland vaak voor. Het draait om openlijk geweld, soms met meerdere mensen, tegen personen of spullen.
Zware mishandeling als bedreiging vraagt om een concreet en duidelijk dreigement. De wet maakt verschil tussen gewone en zware mishandeling.
Bij zware mishandeling gaat het om serieuze lichamelijke schade. Het dreigement moet specifiek genoeg zijn om echte angst op te wekken bij het slachtoffer.
Voorbeelden van strafbare bedreigingen:
- “Ik ga je in elkaar slaan”
- “Je krijgt een pak rammel”
- Dreigen met wapens of geweld
De context waarin iemand dreigt, speelt altijd mee. Wat je zegt tijdens een ruzie klinkt anders dan een goed voorbereide dreiging.
Bedreiging met doodslag of levensdelicten
Bedreigingen met misdrijven tegen het leven zijn het zwaarst. Denk aan doodslag, moord, en andere levensbedreigende delicten.
Doodslag als bedreiging kan direct zijn, maar ook minder letterlijk. Zeg je “ik maak je dood,” dan val je hieronder.
Zo’n dreiging hoeft niet eens uitgesproken te worden. Soms zeggen gebaren of daden genoeg.
Kenmerken van levensdelicten:
- Bedreigt direct iemands leven
- Kan mondeling, schriftelijk of online plaatsvinden
- Ook gebaren kunnen als bedreiging gelden
Het maakt niet uit of de dader het echt wilde doen. De angst die bij het slachtoffer ontstaat, telt.
Bedreiging met brandstichting of gijzeling
Brandstichting als dreigement kan gericht zijn op mensen of spullen. Het gaat om dreigen met opzettelijk vuur steken aan gebouwen, auto’s of andere eigendommen.
Deze dreiging heeft vaak grote impact. Brandstichting brengt niet alleen schade, maar ook gevaar voor levens.
Gijzeling betekent dat iemand zegt een ander tegen zijn wil vast te houden. Dit raakt direct iemands vrijheid.
Bijzondere aspecten:
- Bedreiging met brandstichting kan indirect levens in gevaar brengen
- Gijzeling tast persoonlijke vrijheid aan
- Beide veroorzaken vaak veel angst en onzekerheid
- Vaak verbonden aan eisen of voorwaarden
De wet noemt deze misdrijven apart omdat ze de basisveiligheid van burgers aantasten.
Specifieke doelwitten en bijzondere gevallen
De Nederlandse wet beschermt sommige groepen extra. Bedreigingen met verkrachting of aanranding krijgen ook bijzondere aandacht in het strafrecht.
Internationaal beschermde personen
Diplomaten en andere internationaal beschermde personen krijgen extra bescherming. Denk aan ambassadeurs, consulaire medewerkers en hun familie.
Dreig je deze mensen, dan straft de rechter zwaarder. De straf ligt vaak hoger dan bij gewone bedreiging.
Wie vallen hieronder:
- Diplomaten en hun gezinsleden
- Consulaire functionarissen
- Medewerkers van internationale organisaties
- Staatshoofden en regeringsleiders op bezoek
Bedreigingen tegen deze personen kunnen internationale relaties beschadigen. Ook brengen ze de veiligheid van Nederlandse vertegenwoordigers in het buitenland in gevaar.
De politie en justitie nemen zulke meldingen altijd serieus. Vaak grijpen ze direct in.
Bedreiging met verkrachting of aanranding van de eerbaarheid
Artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht noemt verkrachting en aanranding als aparte bedreigingsvormen. Zulke bedreigingen zijn altijd strafbaar.
Kenmerken van deze bedreigingen:
- Richten zich op seksuele integriteit
- Veroorzaken vaak ernstige psychische schade
- Worden streng vervolgd door justitie
Je hoeft niet letterlijk “verkrachting” te zeggen. Het is genoeg als duidelijk is dat je seksueel geweld wilt gebruiken.
Ook indirecte dreigementen vallen hieronder. Zeg je bijvoorbeeld “ik weet waar je woont en wat ik met je ga doen” met een seksuele ondertoon, dan is dat strafbaar.
De rechter kijkt naar het hele plaatje. De relatie tussen dader en slachtoffer en eerdere gebeurtenissen tellen mee.
Strafmaat en strafrechtelijke gevolgen
De straffen voor bedreiging lopen uiteen van geldboetes tot gevangenisstraf. Het strafrecht biedt ruimte voor vervolging, maar soms ook voor alternatieven zoals bemiddeling.
Gevangenisstraf en geldboetes
Voor een eenvoudige bedreiging kun je maximaal negen maanden gevangenisstraf krijgen. Of een geldboete van de tweede categorie, dat is tot 4.500 euro.
Bij verzwarende omstandigheden kan de straf hoger zijn. Bijvoorbeeld als je vaker bedreigt of als het in het verkeer gebeurt.
Voorbeelden van strafmaten:
- Eerste overtreding: meestal geldboete tussen 200 en 1.000 euro
- Herhaalde bedreiging: gevangenisstraf van een paar weken tot maanden
- Bedreiging met geweld: hogere boete of celstraf
De rechter bepaalt de exacte straf. Hij kijkt naar de ernst van de bedreiging en wat het met het slachtoffer doet.
De situatie telt ook mee. Dreig je in het verkeer, dan krijg je vaak een zwaardere straf.
Strafrechtelijke vervolging en bemiddeling
Het Openbaar Ministerie beslist of ze vervolgen. Niet elke aangifte leidt tot een rechtszaak.
Soms biedt de officier van justitie bemiddeling aan. Dan gaan dader en slachtoffer met elkaar in gesprek, in plaats van direct naar de rechter.
Voordelen van bemiddeling:
- Snellere afhandeling dan een rechtszaak
- Minder kosten voor iedereen
- Kans op herstel van de relatie
- Geen strafblad voor de verdachte
Bemiddeling kan alleen als beide partijen willen. De verdachte moet wel schuld toegeven.
Lukt bemiddeling niet, dan volgt alsnog strafrechtelijke vervolging. Dan beslist de rechter over schuld en straf.
Juridische procedure: Aangifte, verdediging en slachtofferhulp
Slachtoffers en verdachten volgen bij bedreiging een vaste juridische route. Het begint met aangifte doen en er is bescherming voor slachtoffers en rechtsbijstand voor verdachten.
Hoe doe je aangifte van bedreiging
Als slachtoffer kun je bij elke politiepost in Nederland aangifte doen. Online via de website van de politie kan ook.
Je vertelt wat er is gebeurd, en de politie zet dat op papier in een proces-verbaal van aangifte.
Belangrijke informatie voor aangifte:
- Datum en tijd van de bedreiging
- Plaats waar het gebeurde
- Namen van getuigen
- Bewijs, zoals berichten of opnames
Je krijgt een kopie van de aangifte. Ook krijg je een zaaknummer om alles te kunnen volgen.
De politie start een onderzoek, ook als ze nog geen verdachte hebben. Aangifte doen helpt om herhaling te voorkomen.
Rol van de advocaat en rechten van de verdachte
Iedere verdachte heeft recht op een advocaat. Die advocaat staat je bij tijdens het hele strafproces.
Rechten van de verdachte:
- Recht op rechtsbijstand
- Recht om te zwijgen
- Recht op een tolk
- Recht op inzage in het dossier
De advocaat bekijkt het bewijs tegen de verdachte. Hij let erop dat de rechten van zijn cliënt niet zomaar worden geschonden.
Tijdens een verhoor mag de verdachte zwijgen. De advocaat zit erbij en kan vragen stellen of bezwaar maken als dat nodig is.
Kan de verdachte geen advocaat betalen? Dan regelt de staat een advocaat; dat heet rechtsbijstand.
Ondersteuning en bescherming van slachtoffers
Slachtoffers krijgen hulp tijdens het strafproces. Slachtofferhulp Nederland biedt gratis ondersteuning aan alle slachtoffers.
Deze organisatie helpt bij:
- Het begrijpen van het strafproces
- Contact met politie en justitie
- Emotionele ondersteuning
- Praktische zaken regelen
Het slachtoffer heeft wettelijke rechten. Zij kan op de hoogte blijven van de zaak en schade proberen te verhalen op de verdachte.
Belangrijke slachtofferrechten:
- Recht op informatie over de zaak
- Recht op bescherming
- Recht op schadevergoeding
- Recht op bijstand tijdens rechtszaak
Bij ernstige bedreigingen kan de rechter beschermende maatregelen opleggen. Zo mag de verdachte bijvoorbeeld niet in de buurt van het slachtoffer komen.
Veelgestelde Vragen
Nederlandse rechtbanken beoordelen bedreigingen aan de hand van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. Ze kijken naar de aard van de bedreiging, de context en de intentie van de verdachte.
Wat zijn de juridische criteria voor strafbare bedreiging in Nederland?
Voor een strafbare bedreiging gelden drie eisen. De bedreiging moet angst opwekken voor een inbreuk op de persoonlijke vrijheid.
De verdachte moet opzet hebben gehad om vrees te veroorzaken. Voorwaardelijke opzet is al genoeg.
Het slachtoffer moet weten van de bedreiging. Komt de bedreiging niet aan bij het slachtoffer, dan is het niet strafbaar.
Welke soorten bedreigingen worden in Nederland als misdrijf beschouwd?
Artikel 285 Sr noemt negen specifieke soorten bedreigingen die strafbaar zijn. Andere vormen vallen daar dus buiten.
Strafbare bedreigingen zijn bijvoorbeeld bedreiging met openlijk geweld, verkrachting, aanranding, een levensdelict, gijzeling en zware mishandeling.
Ook bedreigingen met brandstichting, terroristische misdrijven en misdrijven tegen de algemene veiligheid zijn strafbaar. Bedreiging met gewone mishandeling of diefstal valt daar juist niet onder.
Hoe wordt de ernst van een bedreiging bepaald volgens het Nederlandse recht?
Rechters kijken naar de omstandigheden van elke zaak. De bedreiging moet concreet genoeg zijn om strafbaar te zijn.
Vage uitlatingen als “het zal nog slecht met je aflopen” zijn meestal niet genoeg. De context waarin iets wordt gezegd telt zwaar mee.
Was het slachtoffer echt bang? Dat telt ook. De intentie van de verdachte om angst op te wekken speelt natuurlijk een rol.
Wat zijn de mogelijke rechtsgevolgen van het uiten van bedreigingen in Nederland?
De maximale straf voor bedreiging is twee jaar gevangenisstraf of een geldboete van €21.750. In de praktijk varieert de straf van €250 boete tot vier maanden cel.
Schriftelijke bedreigingen onder voorwaarde kunnen tot vier jaar gevangenisstraf leiden. Bedreiging met terroristische misdrijven wordt zwaarder bestraft: maximaal zes jaar cel.
Bedreigingen tegen politie of hulpverleners leveren vaak hogere straffen op. Soms legt de rechter ook een contactverbod op.
Kan iemand aansprakelijk worden gesteld voor bedreigingen gemaakt via internet in Nederland?
Bedreigingen via internet, e-mail of sociale media zijn net zo strafbaar als mondelinge bedreigingen. De vorm maakt voor de wet niet uit.
Schriftelijke bedreigingen, dus ook online, worden meestal zwaarder bestraft. Zeker als er voorwaarden aan zijn gekoppeld.
De verdachte moet wel willen dat de bedreiging het slachtoffer bereikt. Ook bij online bedreigingen gelden alle wettelijke eisen.
Welke verweermogelijkheden bestaan er voor iemand die beschuldigd wordt van bedreiging in Nederland?
Een verdachte kan simpelweg ontkennen dat hij of zij met opzet vrees wilde opwekken. Je kunt ook aanvoeren dat de uitlating niet concreet genoeg was om echt als bedreiging te tellen.
Daarnaast kun je zeggen dat de bedreiging het vermeende slachtoffer nooit heeft bereikt. Als het om een indirecte bedreiging gaat, kun je betwisten dat het de bedoeling was dat iemand het zou doorvertellen.
De context waarin iets gezegd is, speelt soms ook een rol. Het gebeurt nogal eens dat uitspraken via via worden doorgegeven en onderweg wat aangedikt of zelfs verdraaid raken.