Komt een onderneming in financiële problemen? Dan rijst al snel de vraag wat er gebeurt met bestaande pandrechten als zo’n bedrijf een doorstart maakt of wordt geherstructureerd.
Dit soort situaties brengt een hoop juridische uitdagingen met zich mee. De impact voor alle betrokken partijen is vaak groot.
Pandrechten blijven meestal bestaan na een doorstart of herstructurering en gaan over op de nieuwe eigenaar. Pandhouders kunnen hun zekerheidsrecht dus gewoon blijven uitoefenen.
Dit principe heeft flinke gevolgen voor nieuwe ondernemers én bestaande schuldeisers. Niet iedereen krijgt zomaar een schone lei.
De overgang van pandrechten tijdens een bedrijfsovername is een cruciaal onderdeel van herstructurering.
Ondernemers die een doorstart overwegen, moeten echt snappen hoe pandrechten werken. Alleen dan kun je financiële risico’s een beetje binnen de perken houden.
Wat is pandrecht bij doorstart of herstructurering?
Pandrecht speelt een grote rol bij doorstarts en herstructureringen. Pandhouders behouden hun preferente positie, zelfs als het bedrijf failliet gaat.
Dit zekerheidsrecht bepaalt welke activa beschikbaar blijven voor een doorstart. Ook bepaalt het welke schulden meegaan naar de nieuwe rechtspersoon.
Definitie van pandrecht
Een pandrecht is een zekerheidsrecht waarmee een schuldeiser zich kan verhalen op bepaalde goederen van de schuldenaar.
Vaak gaat het om roerende zaken en vermogensrechten, zoals voorraad, inventaris en vorderingen.
Betaalt de schuldenaar niet? Dan mag de pandhouder zonder tussenkomst van de rechter overgaan tot executie. Ook als het bedrijf wordt doorgestart of herstructureerd, blijft dit recht bestaan.
Er zijn twee hoofdvormen van pandrecht:
- Stil pandrecht: De pandgever houdt het bezit en gebruik van het verpande goed.
- Openbaar pandrecht: Het goed gaat over naar de pandhouder.
Om een pandrecht te vestigen, heb je drie dingen nodig: een geldige juridische grond, beschikkingsbevoegdheid van de pandgever en een formele vestigingshandeling.
Relevantie bij bedrijfsovernames
Pandrechten bepalen bij doorstarts welke activa je kunt overnemen. Pandhouders houden hun rechten op verpande goederen, wat een doorstart soms best lastig maakt.
De nieuwe rechtspersoon kan alleen vrije activa overnemen. Verpande goederen blijven belast met het pandrecht, tenzij de pandhouder akkoord gaat met overdracht.
Praktische gevolgen voor doorstarts:
- Inventaris met pandrecht kun je niet vrij overnemen.
- Debiteurenportefeuilles blijven belast voor de pandhouder.
- Nieuwe financiering regelen is lastiger door bestaande pandrechten.
Onderhandelen met pandhouders is dus essentieel. Vaak moet je een deel van de schuld aflossen om activa vrij te krijgen voor de doorstart.
Bijzondere kenmerken in faillissementssituaties
In faillissement behouden pandhouders hun preferente positie op verpande goederen. Is het pandrecht goed gevestigd? Dan raakt het faillissement het pandrecht niet.
De curator moet rekening houden met bestaande pandrechten bij de boedelverdeling. Pandhouders kunnen hun goederen uit de failliete boedel halen.
Belangrijke aspecten bij faillissement:
- Pandhouders gaan voor op andere schuldeisers.
- Uitwinning kan ook tijdens faillissement plaatsvinden.
- De volgorde van vestiging bepaalt de prioriteit tussen pandhouders.
Bij een doorstart moet de nieuwe rechtspersoon afspraken maken met pandhouders. Vaak onderhandelen partijen over (gedeeltelijke) aflossing in ruil voor vrijgave van bedrijfsmiddelen.
De curator bemiddelt tussen pandhouders en potentiële overnemers om een doorstart mogelijk te maken.
Doorstart van een onderneming na faillissement
Een doorstart na faillissement geeft ondernemingen een tweede kans. Het is een gecontroleerd proces waarbij de curator en rechtbank toezicht houden.
De doorstarter neemt meestal alleen de waardevolle activa over. Hij presenteert een doorstartplan voor goedkeuring.
Rol van de curator en rechtbank
De curator speelt een centrale rol bij een doorstart na het faillissementsproces. Hij beoordeelt of een doorstart mogelijk en wenselijk is voor het failliete bedrijf.
Taken van de curator:
- Inventariseren van alle activa en passiva.
- Kijken of een doorstart haalbaar is.
- Zoeken naar potentiële doorstarters.
- Onderhandelen over de verkoop van activa.
De rechtbank houdt toezicht op het hele proces. De rechter-commissaris moet belangrijke beslissingen goedkeuren.
Voor een activa-transactie heeft de curator altijd toestemming van de rechter-commissaris nodig.
Dit beschermt de belangen van schuldeisers en werknemers.
De rechtbank controleert of de doorstart eerlijk verloopt. Ze kijkt of schuldeisers een redelijke vergoeding krijgen voor de verkochte activa.
Activa-transactie en selectie
Bij een doorstart koopt de doorstarter meestal alleen de waardevolle onderdelen van het failliete bedrijf. Dit verloopt via een activa-transactie.
Vaak overgenomen activa:
- Machines en inventaris
- Klantenbestanden
- Voorraden
- Handelsnaam en merken
- Gunstige contracten
De curator bepaalt welke activa verkocht worden. Hij kiest onderdelen die het meeste opleveren voor schuldeisers.
Voordelen voor de doorstarter:
- Geen overname van schulden
- Lagere kosten dan een nieuw bedrijf starten
- Bestaande klantenkring behouden
Werknemers krijgen niet automatisch hun oude baan terug. De doorstarter kiest zelf welke medewerkers hij aanneemt met nieuwe contracten.
De verkoop vindt meestal snel plaats na faillietverklaring. Zo voorkom je dat de activa snel minder waard worden.
Doorstarter en het doorstartplan
De doorstarter moet een doorstartplan maken waarin hij zijn plannen voor het bedrijf uitlegt. Dit plan laat zien dat de doorstart kans van slagen heeft.
Belangrijke onderdelen van een doorstartplan:
- Financiële prognoses voor de komende jaren
- Marketingsstrategie en klantenbenadering
- Personeelsplanning en organisatiestructuur
- Investeringen in machines en uitrusting
De curator bekijkt alle doorstartplannen die hij ontvangt. Hij kiest het plan dat de beste opbrengst biedt voor schuldeisers.
Een goede doorstarter heeft meestal ervaring in de sector van het failliete bedrijf. Ook moet hij genoeg geld hebben om het bedrijf draaiende te houden.
Na faillietverklaring moet de doorstarter snel handelen. Lange procedures kosten geld en ja, klanten lopen dan weg naar de concurrent.
Het belang en de werking van pandrecht tijdens herstructurering
Pandrecht speelt een grote rol bij herstructureringen. Dit recht geeft schuldeisers voorrang op specifieke activa.
Bestaande pandrechten bepalen wie voorrang krijgt en hoe bedrijfsmiddelen kunnen worden ingezet tijdens het herstructureringsproces.
Verhouding tussen pandrecht en activa
Pandrecht geeft schuldeisers een zakelijk zekerheidsrecht op specifieke activa van het bedrijf. Zij krijgen voorrang boven andere schuldeisers bij verkoop van deze goederen.
Verpande activa blijven gebonden aan het pandrecht tijdens herstructurering. Het bedrijf kan deze activa niet zomaar verkopen zonder toestemming van de pandhouder.
De waarde van verpande activa bepaalt hoeveel zekerheid schuldeisers hebben. Als de waarde daalt, kunnen pandhouders extra zekerheid eisen.
Verschillende soorten activa kunnen verpand zijn:
- Voorraad en inventaris
- Handelsvorderingen
- Machines en bedrijfsmiddelen
- Aandelen in dochterondernemingen
Stil pandrecht komt vaak voor bij bedrijfsactiva. Het bedrijf blijft deze activa gebruiken, maar bij wanbetaling gaat het eigendom over.
Rechten en positie van schuldeisers
Preferente schuldeisers met pandrecht hebben sterke rechten tijdens herstructurering. Zij kunnen hun vorderingen verhalen op de verpande goederen, ongeacht andere schulden.
De bank heeft vaak pandrecht op bedrijfsmiddelen en vorderingen. Daardoor krijgt de bank veel invloed in herstructureringsonderhandelingen.
Uitwinning van pandrecht kan worden uitgesteld tijdens herstructurering. Vaak gebeurt dit door onderhandelingen of tijdelijke akkoorden met pandhouders.
Schuldeisers zonder pandrecht hebben een zwakkere positie. Zij moeten wachten tot preferente schuldeisers zijn betaald uit de verpande activa.
Rangorde bepaalt welke schuldeiser eerst wordt betaald. Pandrecht gaat voor gewone schuldeisers, maar na belastingschulden.
Afwikkeling van bestaande pandrechten
Drie hoofdopties bestaan voor afwikkeling van pandrecht tijdens herstructurering:
- Doorlopen – Pandrecht blijft bestaan onder nieuwe eigenaar
- Aflossen – Schuld wordt volledig betaald uit herstructureringsmiddelen
- Onderhandelen – Nieuwe afspraken over voorwaarden en termijnen
Doorstart met pandrecht is mogelijk als de nieuwe eigenaar de voorwaarden accepteert. De bank moet hier wel mee instemmen.
Gedeeltelijke aflossing komt voor wanneer er niet genoeg middelen zijn. Schuldeisers nemen soms genoegen met een korting tegen directe betaling.
Nieuwe financiering kan nodig zijn om pandrecht af te lossen. Vaak vraagt de financier extra zekerheden of garanties.
De timing van afwikkeling is cruciaal. Pandhouders kunnen executie eisen als er geen akkoord komt binnen redelijke termijn.
Juridische en financiële processen rond doorstart
De doorstart vraagt om zorgvuldige onderhandelingen met de curator, een degelijke waardering van bedrijfsonderdelen en voldoende financiering.
Onderhandelingen met de curator
De curator behartigt de belangen van schuldeisers. Hij bekijkt elke doorstartaanvraag kritisch en checkt of de koopprijs marktconform is.
Belangrijke onderhandelingspunten:
- Hoogte van de koopsom voor specifieke activa
- Timing van de overdracht
- Voorwaarden voor behoud van contracten
- Bescherming van werknemersrechten
De curator kan een doorstart blokkeren als schuldeisers benadeeld worden. Hij vergelijkt de opbrengst met alternatieven zoals veiling of verkoop aan derden.
Ondernemers moeten transparant zijn over hun plannen. Een goed onderbouwd businessplan helpt enorm bij de kans op goedkeuring.
Vaak werkt de curator samen met een advocaat of adviseur. Zij beoordelen de juridische kanten van de transactie.
Taxatierapport en bepaling van de koopprijs
Een onafhankelijke taxatie vormt de basis voor de koopprijs. Een accountant of erkende taxateur waardeert de bedrijfsonderdelen objectief.
Gewaardeerde onderdelen:
- Materiële vaste activa (gebouwen, machines)
- Immateriële activa (merknamen, klantenbestanden)
- Voorraden en debiteuren
- Goodwill en marktpositie
De taxatie gebeurt op basis van marktwaarde of liquidatiewaarde. De curator gebruikt het rapport om de koopsom vast te stellen.
Bij een geschil over de waardering kunnen partijen een tweede taxateur inschakelen. Zo voorkom je ellenlange procedures die de doorstart vertragen.
De koopprijs moet realistisch zijn. Is het bedrag te laag, dan wijst de curator het voorstel af.
Financiering van de doorstart
Voldoende financiering is essentieel voor een succesvolle doorstart. Ondernemers moeten de koopsom én werkkapitaal kunnen aantonen.
Financieringsbronnen:
- Eigen vermogen van de ondernemer
- Bankleningen met nieuwe zekerheden
- Investeerders of business angels
- Familie of zakenpartners
De bank kijkt kritisch naar het nieuwe businessplan. Ze willen vaak extra zekerheden omdat het risico groot is.
Een goede adviseur helpt bij financieringsaanvragen. Die kent de eisen van verschillende verstrekkers.
Timing is belangrijk. Het geld moet er zijn voordat de curator tot verkoop overgaat.
Sommige ondernemers kiezen voor gefaseerde financiering. Ze betalen eerst een deel en regelen de rest later.
Personeel, contracten en andere aandachtspunten bij doorstart
Bij een doorstart na faillissement kunnen doorstarters werknemers selectief overnemen en nieuwe arbeidsvoorwaarden stellen. Contracten met leveranciers gaan niet automatisch over, terwijl bedrijfsmiddelen zoals inventaris en intellectuele eigendomsrechten apart geregeld moeten worden.
Werknemers en werkgelegenheid
Bij een doorstart na faillissement gelden andere regels dan bij een gewone bedrijfsovername. De doorstarter mag zelf kiezen welke werknemers worden overgenomen.
Arbeidscontracten gaan niet automatisch over. De doorstarter hoeft dus niet iedereen in dienst te nemen.
De doorstarter kan nieuwe arbeidsvoorwaarden aanbieden. Soms zijn die minder gunstig dan de oude voorwaarden.
Belangrijke punten voor werkgelegenheid:
- Geen automatische overgang van personeel
- Vrije keuze in personeelsselectie
- Mogelijkheid tot nieuwe arbeidscontracten
- Andere arbeidsvoorwaarden toegestaan
Oudere werknemers lopen vaak meer risico om niet te worden overgenomen. Dit leidt soms tot juridische discussies over leeftijdsdiscriminatie.
De doorstarter moet rekening houden met nieuwe wetgeving zoals het Wovof II wetsvoorstel. Dat biedt extra bescherming voor werknemers bij doorstarts.
Contractsovername en leveranciers
Contracten met leveranciers en andere partijen gaan niet automatisch over bij een doorstart. De doorstarter moet nieuwe afspraken maken of bestaande contracten overnemen.
Leveranciers kunnen weigeren om dezelfde voorwaarden aan te bieden. Ze zijn niet verplicht om met de doorstarter verder te gaan.
Huurcontracten vormen soms een uitzondering. De verhuurder kan in sommige gevallen instemmen met voortzetting van het huurcontract door de doorstarter.
Belangrijke contractuele zaken:
- Leverancierscontracten vervallen
- Nieuwe onderhandelingen nodig
- Huurcontract mogelijk voortzetting
- Klantcontracten niet gegarandeerd
Lopende opdrachten kunnen problemen geven. Klanten moeten instemmen met voortzetting door de doorstarter.
De doorstarter moet snel schakelen om belangrijke leveranciers en klanten te behouden. Anders raakt de bedrijfsvoering snel verstoord.
Inventaris, goodwill en intellectuele eigendomsrechten
Als doorstarter moet je alle bedrijfsmiddelen los kopen van de curator. Meestal gebeurt dat via een veiling of directe verkoop.
Inventaris en machines maken deel uit van de failliete boedel. Je koopt deze activa van de curator tegen het hoogste bod.
Voorraden kunnen snel minder waard worden. Je moet goed inschatten of overname slim is.
Immateriële activa vragen extra aandacht:
- Goodwill – klantentrouw en reputatie
- Klantenbestand – contactgegevens en historie
- Intellectuele eigendomsrechten – patenten, merken, auteursrechten
- Know-how – bedrijfsprocessen en kennis
Vaak vertegenwoordigt het klantenbestand flinke waarde. Klanten beslissen uiteindelijk zelf of ze meegaan met de doorstarter.
Je moet intellectuele eigendomsrechten zoals merknamen en patenten formeel laten overdragen. Daarvoor zijn juridische documenten en registratie nodig.
De curator bepaalt de verkoopprijs van alle activa. Goodwill is lastig te waarderen, maar kan het verschil maken voor een succesvolle doorstart.
Sanering en alternatieven voor faillissement
Ondernemers met financiële problemen hebben opties om faillissement te vermijden. Buitengerechtelijke akkoorden en pre-pack regelingen bieden soms een uitweg zonder officieel failliet te gaan.
Buitengerechtelijk akkoord en schuldeisersregelingen
Met een buitengerechtelijk akkoord onderhandel je rechtstreeks met schuldeisers. Je hoeft dan niet via de rechtbank te gaan.
Voordelen:
- Snellere onderhandelingen mogelijk
- Meer controle over het proces
- Lagere kosten dan gerechtelijke procedures
Je moet alle schuldeisers overtuigen om mee te doen. Dat vraagt om een geloofwaardig voorstel voor schuldvermindering of betaling.
Een ondernemingsrechtadvocaat kan je hierbij helpen. Die zorgt voor juridisch kloppende afspraken en behartigt jouw belangen.
Risico’s:
- Niet alle schuldeisers hoeven mee te werken
- Geen bescherming tegen individuele incasso
- Moeilijk om alle schulden in één keer te regelen
Pre-pack en stille bewindvoerder
Met een pre-pack bereid je een doorstart voor terwijl het faillissement nog niet is uitgesproken. De rechter benoemt alvast een stille bewindvoerder die de verkoop regelt.
De stille bewindvoerder werkt samen met de ondernemer. Hij bekijkt de boeken en bereidt de overdracht van activa voor op een nieuwe eigenaar.
Voordelen van pre-pack:
- Werkgelegenheid blijft vaak behouden
- Klanten merken minder van de problemen
- Leveranciers kunnen blijven leveren
Deze regeling duurt maximaal vier maanden. In die periode zoekt de bewindvoerder een koper en regelt de juridische zaken.
Voordelen en risico’s van herstructurering
Sanering via herstructurering kan de onderneming redden. Je houdt als ondernemer meer controle over je bedrijf.
Voordelen:
- Continuïteit voor klanten en leveranciers
- Werknemers houden hun baan
- Minder schade aan de bedrijfsreputatie
- Schuldeisers krijgen mogelijk meer terug
Herstructureren kost tijd en geld. Je moet aantonen dat het bedrijf weer winstgevend kan worden.
Risico’s:
- Proces kan alsnog mislukken
- Hoge advieskosten tijdens sanering
- Schuldeisers kunnen alsnog faillissement aanvragen
- Tijddruk bij onderhandelingen
Veelgestelde Vragen
Pandrechten spelen een grote rol bij faillissementen en doorstarts. De positie van pandhouders verandert direct door herstructurering en de aanpak van curatoren.
Wat zijn de rechten van een pandhouder bij de doorstart van een onderneming?
Een pandhouder behoudt zijn zekerheidsrechten op de verpande goederen, ook tijdens faillissement. Die rechten verdwijnen niet bij een doorstart.
De pandhouder mag zijn vordering verhalen op de verpande goederen. Hij krijgt uit die opbrengst betaald voordat andere crediteuren aan bod komen.
De curator moet rekening houden met bestaande pandrechten bij een doorstart. De nieuwe onderneming kan de verpande goederen alleen schuldenvrij kopen als de pandhouder tevreden is gesteld.
Hoe beïnvloedt een pandrecht het herstructureringsproces van een bedrijf?
Pandrechten maken herstructureren soms lastig, omdat bepaalde activa niet vrij beschikbaar zijn. Je hebt toestemming van de pandhouder nodig om iets met de verpande goederen te doen.
Een herstructureringsplan moet de positie van pandhouders meenemen. Deze crediteuren staan vaak sterk door hun zekerheidsrechten.
Soms werkt een pandhouder mee door uitstel van betaling te geven. Vooral als dat de kans op volledige terugbetaling vergroot.
Op welke wijze kan een pandrecht worden uitgewonnen in een faillissementssituatie?
De pandhouder kan zijn pandrecht uitwinnen door de verpande goederen te verkopen. Dat kan via een openbare of onderhandse verkoop, afhankelijk van de situatie.
De curator moet op de hoogte zijn van de voorgenomen verkoop. Er gelden vaste termijnen en procedures voor deze uitwinning.
De opbrengst gaat eerst naar de pandhouder. Wat overblijft, valt toe aan de boedel voor andere crediteuren.
Welke invloed heeft de pre-pack methode op de positie van pandrechthouders?
Bij een pre-pack benoemt de rechter een beoogd curator vóór het faillissement. Die kan alvast overleggen met pandhouders over de doorstart.
Pandrechten blijven bestaan bij een pre-pack. De beoogd curator kan zich beter voorbereiden op hoe hij hiermee omgaat tijdens de doorstart.
De pre-pack methode zorgt vaak voor snellere duidelijkheid voor pandhouders. Ze weten eerder of hun vorderingen betaald worden via de doorstart of uitwinning.
Hoe worden de belangen van crediteuren beschermd bij een doorstart of herstructurering?
Pandhouders krijgen voorrang op hun onderpand boven andere crediteuren. Dat is wettelijk vastgelegd bij faillissement en doorstart.
De curator probeert de hoogste opbrengst te halen voor alle crediteuren. Hij onderhandelt over de beste prijs voor verpande activa.
Andere crediteuren kunnen alleen aanspraak maken op activa zonder pandrechten. De curator moet zorgvuldig werken om hun belangen te beschermen.
Wat is de rol van de curator ten aanzien van pandrechten bij een faillissement?
De curator bekijkt meteen na zijn benoeming welke pandrechten er zijn. Hij probeert snel te achterhalen wie precies pandhouder is en wat hun positie is.
Hij gaat met pandhouders in gesprek. Soms maken ze afspraken over hoe hun rechten worden afgewikkeld, bijvoorbeeld via uitwinning of door een deel van de opbrengst bij een doorstart.
De curator let erop dat pandrechten op de juiste manier worden afgehandeld. Hij probeert te zorgen dat pandhouders hun rechten kunnen uitoefenen, zonder dat de boedel daar onnodig onder lijdt.